Onlangs kondigde ik het al aan: Geldsnor stopt er mee. Dit is dan ook mijn laatste blogpost. In de afgelopen (ruim) 3 jaar hebben letterlijk honderdduizenden mensen mijn blog bezocht. Sinds september zelfs maandelijks dik in de 20.000 per maand. In totaal heb ik duizenden reacties ontvangen én gegeven. Mezelf soms bloot gegeven, soms de verdieping op gezocht. Met name op het gebied van energieverbruik en dergelijke, maar ook onze eigen reis met alle strubbelingen die er bij horen.
Maar: stoppen op je hoogtepunt is ook een kunst. Er is geen inspiratie meer. Gewoon te weinig. Laatste dingetje dan nog. Heb je al naar de datum gekeken vandaag?
In de categorie “een sigaar uit eigen doos” presenteer ik u: het nieuwe CAO akkoord in de ziekenhuizen. Dat klinkt negatief, maar feitelijk is het slechts cynisme. Want er is een nieuw akkoord bereikt in de ziekenhuiszorg. Dat wil zeggen: de algemene ziekenhuizen, de academische ziekenhuizen hebben een eigen CAO.
Voor mij is dit nieuwe loonakkoord relevant, omdat Lieftallige Echtgenote in een algemeen ziekenhuis werkt. En zij gaat er aardig op vooruit. En uiteraard gaan we de dat met zijn allen ophoesten via hogere verzekeringspremies. Maar dat volgt pas volgend jaar.
Op de eerste plaats even een stukje ergernis. “Er komt 15% bij. 5% met terugwerkende kracht per 1 februari, nog eens 5 procent op 1 december en 5% per 1 juni 2024.” Ik weet niet hoe het staat met jouw rekenkundige talenten. Maar dat is méér dan 15%. Dat is 15,7625%. Een detail wellicht, maar als ik een vakbond was zou ik mijn achterban er op wijzen dat het bijna 16% is. Als ziekenhuisbestuurder zou ik zeggen dat het 15% is.
Anyway: we gaan er op vooruit. Onderstaand heb ik dit even geplot: de loonstijgingen vanaf nu tot juni 2024. De kleine stijging per 1 september is de anciënniteit, ofwel; extra omdat ze langer in dienst is.
Bovenstaande is echter op basis van een voltijdsinkomen. En eerlijk gezegd schrik ik er zelf ook een beetje van; het is best wel veel! Op jaarbasis zou zich dit vertalen naar bijna 80.000 EUR per jaar (vanwege vakantiegeld en eindejaarsuitkering). Toegegeven: ze werkt er hard voor en heeft lang gestudeerd en veel verantwoordelijkheid, een grote invloed op het leven van kleine mensjes.
Maar goed; ze werkt niet fulltime. Tot op heden werkte ze 24 uur per week, en vanaf maart is dit 28 uur per week. In deze branche noemen ze 36 uur “voltijds”, iets waar ik met mijn hoofd nog steeds niet helemaal bij kan. Maar het zij zo.
Ook op parttime basis krijgt ze een prima inkomen. Natuurlijk gaat er ook meer af als ze meer verdient. Minder kinderopvangtoeslag bijvoorbeeld, en meer loonbelasting. Dikke prima.
Wat gaan we doen met haar extra inkomen? Nou, aflossen denk ik maar. Wat heb je aan een verdampende schuld als je de inkomstenstijgingen niet gebruikt om die schuld te laten verdwijnen? Overige voordelen uit de CAO hebben we niet veel aan, al is de tekst nogal onduidelijk. Wellicht hebben we nog een groter voordeel aan de grotere reiskostenvergoeding. We zullen de definitieve teksten maar eens afwachten…
De winter zit er op, zonder dat de lente echt is gearriveerd. Al is dit vooral een vertekend beeld: de maand maart is in mijn regio bijna 1 graad warmer dan normaal! Al schijnt de zon weinig en valt er veel regen.
Voor de natuur is dat eigenlijk wel een lekkere combinatie: niet koud, geen vorst en af en toe zon en véél vocht. De tuin staat dan ook op “ontploffen”. De diverse planten lopen uit, met name de hortensia’s, bessenstruiken, framboos en ook de peren & appelbomen springen bijna in bloei.
’s Ochtends worden we al een poosje wakker van de concerten van de vogels. Ik heb ze gemist in de winter, er waren er opvallend weinig. Inmiddels zit de tuin weer vol met merels, eksters, duiven, roodborstjes, musjes, koolmeesjes en pimpelmeesjes.
Ze scharrelen lekker door het gras, of foerageren door de bladeren, op zoek naar insectjes. Een levendige boel, heel anders dan de dooie stenen van de buren. Ondertussen geniet ik van de zon die lekker op mijn rug schijnt en me verwarmt; zonder verwarming. Langzaam gaan we de goede kant op.
Het zijn weer topdagen voor bezitters van een dynamisch energiecontract! Gister was de prijs al 5 uur lang nul of lager. Vandaag is dat zelfs het geval vanaf middernacht tot 17 uur vanmiddag! De oorzaak laat zich raden. Gister was het de combinatie van wind en zon, vandaag is het een combinatie van wind, zon en weekend. In het weekend is er minder vraag naar elektriciteit dan doordeweeks. En ’s nachts is er minder vraag dan overdag. Dit resulteert in de lage prijzen gedurende de nacht – en het opkomen van de zon zorgt er voor dat de prijzen niet oplopen overdag (maar zelfs nog verder teruglopen). 13 uur lang is de prijs negatief, met als laagste prijs -1,18ct. Kleine catch: je betaald natuurlijk wel gewoon de energiebelasting en BTW over de energiebelasting. Maar géén btw over de elektriciteit zélf (want 21% van 0 is behoorlijk 0).
We gaan dan ook maximaal plannen op het opmaken van de elektriciteit en het naar voren halen van verbruik. Zo zal er meer warmte in het huis gestopt worden (zondag, maandag en dinsdag is het kouder). Hierin kunnen we een kleine 50kwh kwijt. Natuurlijk zal ook de vaatwasser aan gaan. Morgenmiddag mag de auto opgeladen worden. Dan is de prijs het laagst, maar ook de opbrengst van mijn eigen zonnepanelen het hoogst. Want dat is de keerzijde: het terugleveren levert nu ook niets op, behalve een verrekening aan het eind van het jaar van de energiebelasting.
Met de auto kunnen we opnieuw 30kwh opnemen. Met nog wat wasjes er bij denk ik dat we bijna 100kwh kunnen verbruiken. Tegen 0 EUR!
Extra verbruiken zullen we niet doen. Het heeft geen zin om energie te verspillen; je betaalt zoals gezegd nog steeds de energiebelasting.
Leuk feitje: gister exporteerde Nederland op het hoogtepunt maar liefst een vermogen van 4GW aan elektriciteit naar onze buurlanden (Duitsland, België, UK, Denemarken en Noorwegen). Voor zowel Noorwegen als België goldt dat de import van Nederland direct omgezet werd in export naar het VK. Onze wind en zon zorgde, samen met de zgn. “must-run capacity” voor een export van 3GW naar Brexitland!
Dit voorjaar is Nederland “powerhouse” van Europa. Dit heeft voordelen op het gebied van de CO2-uitstoot in NW-Europa, en zorgt er voor dat stuwmeren minder of niet aangesproken hoeven te worden. Dit effect zie je actueel overal in Europa: op het moment dat het ging waaien en de zon schijnt, loopt de gebruikte capaciteit van stuwmeren in Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Noorwegen en Duitsland acuut terug. Want hoewel dit bronnen zijn waar evenals bij zon en wind géén marginale kosten gemaakt worden (de brandstof is gratis, zeg maar), is dit vermogen perfect regelbaar. Als de zon zakt of de wind afneemt kunnen zij binnen enkele seconden bijschakelen – vele malen sneller dan een conventionele centrale. Alleen al om deze specifieke reden is het nonsens om te veronderstellen dat er altijd 100% back up moet zijn voor onze wiebelstroom: een deel van de back-up is al op zijn plaats.
Eerder deze week heb ik al geschreven over het duivelse dilemma. Wel of niet een baan accepteren in een ander land, waarbij ik veel verantwoordelijkheid draag maar niet hoef te emigreren.
Er zijn véél reacties op gekomen (dank daarvoor) en héél veel gelezen (>1500x). Nu is het altijd lastig om de finesses en nuances van een relatie te vangen in woorden. Maar het is zeker niet zo dat mijn carriere belangrijker is dan die van mijn vrouw. Zij werkt 28 uur per week en heeft daar heel lang voor gestudeerd. Ze heeft een grote maatschappelijke betekenis en impact op haar directe patiënten en op geen enkele manier wil ik haar beperken in haar werk of carriere.
Dat is voor het grootste deel ook helemaal niet nodig. De dagen die ik “op de fabriek” zou zijn, zijn voor haar dagen dat ze vrij is. De offers zitten in het niet langer ’s avonds samen eten: we eten nu 5 dagen per week met zijn allen. 2 dagen eet zij niet mee, omdat ze patiënten ziet. Als ik deze job accepteer, valt dat terug naar vermoedelijk 2 dagen per week: alleen in het weekend. Want op dinsdag & vrijdag zou ik pas na het eten thuiskomen en op maandag helemaal niet.
Enfin, de grootste uitdaging zit dus ook wel daarin. In het verleden heb ik geen offers gebracht per se voor haar, maar voor het gezin. Het waren ook niet alleen maar “offers”, maar ook gewoon keuzes die goed voelden. De afgelopen jaren ben ik héél veel thuiis geweest, de jaren daarvoor werkten we eigenlijk allebei fulltime en waren we allebei niet veel thuis.
Aan de andere kant is dat niet per se iets waar ik naar terugverlang. Ons leven is nu overzichtelijk en eenvoudig. We komen makkelijk rond, dus geld is niet de drijfveer. Dat neemt niet weg dat ik wel degelijk zal uitzoeken wat het financieel precies betekent. Maar dat is logisch. Maar het beïnvloedt niet direct de beslissing. Want de belangrijkste dingen kun je met geld niet kopen.
Maar we kunnen wel veel sparen, waarmee we over enkele jaren wel meer vrijheid hebben. En dan bedoel ik geen termijn van 5 of 10 jaar, maar over een jaar of 2. Het is ook geen keuze die we zouden maken voor de rest van het leven, maar echt voor een paar jaar. Daarna kan ik altijd weer dichterbij gaan werken toch?
De angst van Lieftallige Echtgenote zit dan ook niet in de normale werkverdeling, maar in de glijdende schaal. Dat ik op donderdagavond alvast vertrek bijvoorbeeld, of op zondag. Of toch een keer een hele week blijf. Of op de tussenliggende dagen nog naar X, Y of Z moet. Dat ik minder thuis ben dan wat nu het beoogde plan zou zijn.
Conclusie: we hebben nog geen beslissingen genomen. We moeten er beiden achter staan, want we hebben hier beiden veel over te vinden. Qua onze relatie: we zijn al bijna 25 jaar samen. Dat zit wel aardig goed.
Let op: onderstaande verhaal is op bepaalde punten aangepast omdat het anders wel érg specifiek is en makkelijk terug te halen “wie ik ben”. Vooral voor de betrokkenen.
Geldsnor is een dromer. Niet in de gebruikelijke betekenis van het woord. Maar in een iets andere betekenis: ik heb veel verschillende dromen gehad, omdat ik nu eenmaal veel interesses heb. Eén er van is sporten en klimmen. In die richting lag mijn startup, die ik inmiddels aan de wilgen heb gehangen. Een andere is in de richting van mijn werk. Daarmee kan ik nog wel veel kanten op: mijn interesses op het werkgebied liggen in de richting van Operations Management (capaciteitsplanning, inkoop, supply chain planning) en Finance. Maar dan wel de financiën ondersteunend aan de operatie: cashplanning en liquiditeit voornamelijk. Er zijn ook takken in de financiële wereld die wij “financial engineering” noemen, wat ik minder relevant vind.
De interesses in operations management heb ik altijd gehad. Al op jonge leeftijd heb ik de boeken van Goldratt verslonden. Voor bekenden in deze wereld: dit is een soort van de Bijbel. In een notendop gaat het er om dat je in productieprocessen altijd een bottleneck hebt. En alles wat er gebeurt in je fabriek moet ondergeschikt zijn aan deze bottleneck: de output van je bottleneck is bepalend voor de gehele output van je fabriek. Alle moeite die je steekt in ándere dingen dan je bottleneck is verspilde moeite.
Dit kun je simpelweg bewijzen: neem 4 machines op een rij. Ieder eindproduct van een machine is de voeding voor de volgende stap. Machine 1 produceert 100 units per uur. Machine 2 heeft een capaciteit van 100 stuks. En machine 3 heeft een output van 50 stuks, gevolgd door machine 4 met een output van 100 stuks. Hoeveel eenheden worden er per uur geproduceerd? Juist. 50! Want machine 3 kan er niet meer dan 50 maken. Ook als je de hoeveelheid “input” verdubbelt is er geen extra productie op machine 3. Die blijft maximaal 50 leveren. Nu lopen machine 2 en 3 tegelijkertijd kapot en je kunt er maar 1 tegelijk repareren. De reparatie van machine 2 duurt een uur, die van machine 3 kost 6 uur. Welke repareer je eerst? Uiteraard machine 3. Want 6 uur productie verliezen kost je 300 stuks productie. Na 7 uur (in totaal) is machine 2 ook gerepareerd. De achterstand heeft machine 2 zó ingelopen, terwijl een achterstand op de bottleneck per definitie nooit meer ingelopen kan worden.
Goed, bovenstaande vind ik dus waanzinnig interessant. Ik heb meer boeken in deze richting gelezen, zoals The Gold Mine en studies gedaan in de richting van Lean Management. Briljant en heerlijk voer voor mijn brein.
Hoe wáánzinnig tof zou het zijn om een fabriek te kopen en deze te verbeteren? Met alle tegenvallers die er zijn, maar ook de successen. Is er iets leukers dan dat?
Het telefoontje
Enkele weken geleden werd ik gebeld door een ex-collega die inmiddels vrij hoog in een organisatie bivakkeert.. “Hey Geldsnor. Ik zie dat je net ergens werkt. Maar toch heb ik een vraagje. Ik zoek een directeur voor xxxx, bestaande uit een fabriekslocatie en een verkoopkantoor elders.”
Oef. De rest kun je raden. Er is mij gevraagd om directeur te worden van een dochteronderneming van een groot bedrijf. De betreffende dochteronderneming is niet heel groot, rond de 100 personen. Het is zo’n type aanbod wat je niet vaak krijgt. De kans om precies te doen waarvan ik jaren heb gedroomd. Exact waarvoor ik gestudeerd heb.
Het Addertje
Maar er is een addertje in het gras. Het is ver weg en in een ander land. Niet zo ver weg dat ik niet thuis kan zijn op de belangrijke momenten: het is onder de 4 uur rijden. Maar het is wel een andere cultuur en een andere taal. En de nodige aanpassingen die er in het gezin moeten plaatsvinden om dit voor elkaar te boksen.
Daarbij speelt ook nog het feit dat ik pas net begonnen ben bij mijn huidige werkgever, waar ik op voordracht van een vriend binnen ben gekomen. Dat is een schip dat je verbrandt.
Het gaat me dan ook niet om het geld: natuurlijk is het een zeer goed betaalde baan, met een prima auto van de zaak. Maar ik heb al een auto, en ik kom meer dan prima rond. Het zou dus puur om de uitdaging gaan.
Het is dan ook best een lastige overweging. Een lang gekoesterde droom, waarvan je niet verwacht dat het ooit zal gaan gebeuren. Gemodereerd door de moeilijkheid van een bedrijf te leiden, in een andere taal en cultuur en gedeeltelijk op afstand. Ik zou 3 tot 4 dagen per week op locatie zijn. En dat heeft een flinke impact op het gezinsleven.
Anderzijds heb ik andere fabrieksdirecteuren gesproken. Die gaven me wel iets belangrijks mee: vergeet niet dat je zélf de baas bent over de agenda. Als jij er bent, komen mensen naar jou toe. Je hoeft je niet aan te passen aan de agenda van een ander. En natuurlijk kan ik ook de nodige gesprekken voeren in de auto. Daar zit ik tenslotte toch een uurtje of 15 per week in (al zal het in de ochtend voor de meeste mensen te vroeg zijn om te bellen).
Enfin, de kogel is nog niet door kerk. Ik kan oprecht zeggen dat ik wenste dat het telefoontje nooit gekomen was. Wat je eenmaal gezien hebt, kun je niet meer ontzien. Wat je gehoord hebt, kun je niet onthoren. De geest is uit de fles, en die past er nooit meer in. Welke beslissing we ook nemen (want vrouwlief is hier ook onderdeel in, uiteraard): het is nooit de juiste. Als ik het doe, zal zij daar iets van vinden. Ze staat niet te trappelen, zullen we maar zeggen. Als ik het niet doe, zal ik het haar aanrekenen. Ik kan zeggen van niet. Maar dat zou onjuist zijn, een leugen. Ik heb eerder een aanbod laten varen, waar ik nog steeds diepe, diepe spijt van heb.
Dit is oprecht de moeilijkste keuze van mijn leven. Het verscheurt me, maar het drijft me ook vooruit. Ik heb hier zóveel zin in, dat ik bijna uit elkaar barst. En aan de andere kant zie ik mijn Lieftallige Echtgenote, op de bank, in tranen. Qu’est-ce que je dois faire.
Even los van mijn eigen politieke voorkeur, heb ik de nodige bedenkingen bij de verkiezingsuitslag. Er speelt namelijk een probleem waar mijns inziens nog maar weinig mensen in de media het over gehad hebben: belangenverstrengeling.
Nu ben ik niet zo goed op de hoogte van het Nederlands recht met betrekking tot belangenverstrengeling. Bij de meeste partijen is dit ook geen (duidelijk) issue: de pluriformiteit in de de achtergrond zorgt er voor dat iemand met ogenschijnlijke belangenverstrengeling simpelweg zich onthoudt van stemming over het betreffende onderwerp.
Bij de BBB speelt dit niet: het is een relatief homogene groep met dezelfde achtergrond en belangen. Hoe kunnen schapenhouders (zoals er een aantal op de lijst staan in Drenthe) nu bepalend beleid maken over het afschieten van de wolf? Hoe kunnen boeren stemmen voor ingrijpende maatregelen die hen zelf treffen? Of zorgen dat hun buurman getroffen wordt en niet zij? Nieuwe woonwijken waar boeren voor onteigend worden, of juist de hoofdprijs voor krijgen. Kerncentrales, windturbines, etc; die kun je niet op de gronden plaatsen van boeren die hier een direct of indrect belang bij hebben. Dit wordt niet belicht.
Iets anders wat niet besproken wordt (maar dat komt nog wel): de kandidatenlijsten. Die zijn vaak gevuld met een mannetje/vrouwtje of 20. Vaak akelig gelijk aan het aantal zetels dat ze gescoord hebben. Nu is het zo dat een aantal van deze Statenleden naar de Eerste Kamer zal vertrekken als Senaatslid en dus géén zitting heeft in het provinciale bestuur. Ook is er soms sprake van lijstduwers (die op “onverkiesbare” plekken staan maar nu de facto wel gekozen zijn) en stoppen er tijdens de regeerperiode vaker leden. Dat is lastig: want die mag je NIET aanvullen. Alleen kandidaten die nu op de kieslijst stonden, mogen plaatsnemen in de Provinciale Staten. De situatie kan dus (en zal dus) ontstaan dat er een boekhoudkundige meerderheid is, maar er helemaal niet voldoende poppetjes zijn om zitting te nemen. Dan zijn er dus ook minder stemmen om uit te brengen en is men wellicht helemaal niet in staat om een échte meerderheid te houden.
Dit alles nog even los van de twijfelachtige status van nieuwe partijen die snel groeien. Daar is vaak een gebrekkige cohesie; men kent elkaar nauwelijks en er is geen enkele bestuurservaring. Dat maakt het niet eenvoudiger…
Februari was een niet-al-te-beste maand op het gebied van energieverbruik. Dit komt bij ons door een aantal factoren die ik al heb toegelicht in een eerdere blogpost: we hebben relatief meer verbruikt dankzij het feit dat ik nu ook weer werk op locatie. En omdat het weliswaar een zachte maand was, maar toch een stuk koeler nog dan vorig jaar. Dat scheelde aanzienlijk!
Maar langzamerhand gaan we richting het goede seizoen: de lente en de zomer. Het goede seizoen qua buitenzitten, groente en fruit verbouwen en een biertje in de tuin drinken. Maar ook de goede seizoenen voor de oprbengst van mijn zonnepanelen.
Nu heb ik een dynamisch energiecontract en volgens de skeptici is dat ongunstig met zonnepanelen. Ik zie dat volstrekt anders. Dit komt mede doordat ons energieverbruik ondanks de zonnepanelen flink groter is dan de productie. Maar ook doordat we heel veel van ons verbruik kunnen verschuiven en dus optimaal kunnen profiteren van de lage tarieven.
In de lente en zomer zou dit anders liggen. Dit zie ik ook al wel gebeuren: sinds een aantal weken ligt de prijs midden op de dag lager dan ’s nachts. In de winter is dit andersom. Maar nog altijd liggen de tarieven laag en is er een flinke prikkel om de duurste momenten te vermijden: de tijd vlak voordat mensen naar het werk gaan en de tijd dat mensen net thuis komen. Grofweg tussen 7 en 9 verbruiken wij vrijwel niets, en hetzelfde geldt tussen 17 en 19.
Enfin, deze blogpost gaat er over waarom ik denk dat het mee gaat vallen met de lage tarieven dit jaar. Er hangt veel af van de weersomstandigheden, want er is héél veel zonnecapaciteit bijgeplaatst. We zitten volgens mij inmiddels rond de 19 GW opgesteld vermogen en dat is énorm. Mogelijk is het zelfs meer inmiddels: aan het eind van de zomer was het opgesteld vermogen 16.9GW. En sindsdien is er flink bijgebouwd!
Momenteel zien we al dat, zoals maandag 13 maart, het mogelijk is dat bij veel wind én veel zon de stroomprijzen negatief zijn midden op een werkdag. Ongekend en heel goed nieuws, eigenlijk. Wij hebben ons steentje proberen bij te dragen door teruglevering te voorkomen en verbruik af te stemmen op productie.
Goed: de energiesituatie deze lente & zomer volgens Geldsnor
Momenteel heeft Europa te kampen met grote droogte. Je zou het wellicht niet zeggen, maar het is echt zo. De situatie in de Alpen, de watertoren van Europa, is schrijnend. Er ligt voldoende sneeuw voor de wintersport maar in absolute zin is het om te huilen. Dit heeft grote gevolgen: al vroeg in het seizoen zal alle sneeuw weggesmolten zijn. Dit heeft invloed op meerdere vlakken maar ik beperk me tot de energiemarkt: 1. Er is minder water beschikbaar in stuwmeren. Stuwmeren zijn fantastische dingen op energie-gebied (ecologisch wat minder). Ze zijn 100% regelbaar in slechts enkele secondes en kennen geen marginale kosten. Bovendien kunnen veel meren via Reversed Hydro ook weer volgepompt worden. Op die manier kun je energie opslaan. Maar zonder smeltwater wordt dat snel minder. 2. Er is minder water beschikbaar voor koelwater voor energiecentrales. Kerncentrales (Frankrijk) en conventionele centrales hebben grote hoeveelheden water nodig. Als er minder water door de rivieren stroomt zal het water sneller opwarmen en moeten centrales terugregelen naar een lagere output. 3. Aanvoer van brandstof. Vooral in Duitsland is men hier beducht op: met lage waterstanden kunnen kolen minder makkelijk en soms helemaal niet per schip aangeleverd worden. Er zijn daar geen alternatieven voor. Je hebt duizenden vrachtwagens en tientallen treinen nodig om één schip te vervangen. 4. Droogte leidt vaak tot warmte en warmte leidt tot een grotere vraag naar koeling.
Los van de watersituatie hebben we ook te maken met rare buurlanden. Zowel in Duitsland als in België zijn en worden bestaande kerncentrales voorgoed uitgezet. Dit beperkt de beschikbare capaciteit en heeft daarmee invloed op de prijs. Dit betekent niet per se dat de hoogste prijs hoger wordt (want kerncentrales zitten onderin de Merit Order omdat ze niet prettig reguleerbaar zijn). Maar wel dat de bodemprijs hoger wordt: al sneller moeten er duurdere middelen ingezet worden en is de prijs gemiddeld dus iets hoger.
Bovendien hebben de Franse centrales nog steeds regelmatig te maken met uitval door ontdekte haarscheurtjes en achterstallig onderhoud.
Last but not least: de situatie rondom ons gas. We hebben hier te maken met verscheidene mogelijkheden. Zo moeten de gasopslagen wederom gevuld worden. Hier kun je meteen een mythe doorprikken: “men” denkt dat de gasprijs in de zomer lager is dan in de winter omdat de vraag kleiner is. Men vergeet echter gevoeglijk dat de vraaguitval van het afschakelen van verwarming gecompenseerd wordt door het vullen van de opslagen. De seizoensinvloed op de gasprijs is daarmee uiterst beperkt. Echter: we hebben een grote leverancier afgesneden. Hoewel een steeds groter deel van de import niet meer noodzakelijk is (dankzij de groei van hernieuwbare energie) blijft een deel van de vraag nog wel degelijk bestaan. Ondertussen willen ook ándere landen gas hebben en is er dus een grote vraag naar LNG. Uw producten bestellen bij Ali Express leidt daarmee tot een hogere gasprijs in Nederland (en elders).
Met andere woorden: de economische groei van China heeft een grote invloed op de prijs van LNG. We hebben inmiddels gezien dat de prijselasticiteit van energie nagenoeg nul is, en daarmee kunnen de prijzen huizenhoog schieten in no-time.
Concluderend kan ik stellen dat ik verwacht dat de prijzen op een flink aantal momenten negatief zal zijn. Het is dus zaak om daar mijn verbruik op in te stellen. Anderzijds zullen er momenten zijn dat prijzen juist sky-high zijn. Met name het eind van de middag van bloedhete dagen met weinig wind. Gemiddeld genomen verwacht ik een prima business-case!
Het is spannend op de beurzen, althans voor handelaren. De bankaandelen zijn in een vrije val, na de val van Silicon Valley Bank en bredere problemen bij andere niche-banken. Dit werd vandaag flink uitvergroot, door de problemen die er zijn bij de (grote!) Zwitserse bank Credit Suisse. Die zaten al een tijdje in de hoek waar de klappen vallen. Maar nu is daar nog een schepje bovenop gedaan: er zijn onregelmatigheden gevonden in de boekhouding en er is een grote uitstroom van geld van hun rekeningen.
Uiteraard heeft Credit Suisse benadrukt dat hun liquiditeits-ratio’s in orde zijn: er is voor nu voldoende geld om alles te betalen en te ondersteunen. Of dat zo blijft is echter iets waar de markt zich zorgen om maakt: bij een te grote uitstroom van geld worden ze wellicht gedwongen om tegen verlies bepaalde obligaties te liquideren: een gedwongen verkoop om de uitstroom van geld te kunnen volhouden.
Dit heeft op zijn beurt weer de nodige gevolgen (althans, dat wordt gevreesd) voor andere banken en financiële dienstverleners zoals verzekeraars. Vandaar dat ze vandaag allemaal spreekwoordelijk door het putje gaan. Is een nieuwe bankencrisis op handen? Niemand die het weet op dit moment, al is de timing behoorlijk ongunstig: renteverhogingen zijn de veroorzaker (tot op zekere hoogte) van de problemen. Maar die zijn dan weer een noodzakelijk instrument om inflatie te beteugelen. Nieuwe renteverhogingen kunnen meer problemen veroorzaken in de financiële sector, maar het uitblijven van renteverhogingen kan weer leiden tot meer inflatie. Een situatie waarbij centrale banken het altijd verkeerd doen, omdat er geen goed antwoord is. Het aantal instrumenten voor dit soort operaties is nadrukkelijk beperkt.
Ook is er kritiek op de Amerikaanse regering: deposito’s van boven de 250.000 EUR zijn óók veilig gesteld bij het faillissement van SVB. Dat zou kunnen leiden tot roekeloosheid van bedrijven in hun financiële risico-management. Ook dit is een situatie waarin een overheid (of centrale bank) nooit het juiste lijkt te kunnen doen: alles wat ze doen zal als “fout” worden afgeschilderd.
Waar de waarheid ligt? Ik heb geen idee. Maar ik ga geen vallende messen opvangen en blijf rustig zitten waar ik zit. Ja, mijn ING-positie is vandaag 8% minder waard geworden. Maar nog altijd fórs hoger dan waarvoor ik het gekocht heb. Enig verlies is dus zuivere boekhouding – tot je het verkoopt. Dan is het écht verlies.
De bankwereld is een illustere wereld. Banken worden snel afgeschilderd als “het kwaad”, maar vormen een belangrijke schakel in de hedendaagse wereld. Of eigenlijk al sinds de uitvinding van het geld: banken zorgen voor liquiditeit. Geld wat je over hebt kun je naar hen toe brengen en als je het nodig hebt, haal je het weer op. Dat is de basis. De tweede stap die het al iets complexer maakt is lenen van geld. Als je een grote uitgave wilt doen, zoals het bouwen van een huis of een fabriek, of het kopen van nieuwe machines en materialen, dan kun je daarvoor geld lenen.
In Jip & Janneke-taal ga ik proberen uit te leggen hoe het werkt en hoe dit tot problemen kan leiden zoals dit actueel (wederom) het geval is bij “overextended” en “exposed” Amerikaanse regionale banken.
Hoe verdient een bank geld
In de eenvoudige vorm verdient een bank geld door het geld uit te lenen wat ze hebben. Dit kan natuurlijk op meerdere manieren: ze kunnen hun eigen geld uitlenen aan de leningnemer. Maar ook het geld wat bij hen gestald is door rekeninghouders.
Dit laatste is doorgaans het geval, want daarmee valt meer geld te verdienen en is het risico kleiner. Op het eerste gezicht zou je denken “hoe kan een bank nu geld verdienen als de rente maar 2% is?”. Gevoelsmatig zou je al snel denken dat je maximaal 2% kunt verdienen als je geld uitleent toch?(Toegegeven, actueel is de rente hoger.)
Stel, we hebben Geldsnor Bank. We hebben een eigen vermogen van 100.000 EUR en ik besluit dit uit te lenen aan Oekiewoekistan Moldings. We vragen 2% rente. Hatsjekiedee! Ieder jaar betaald Oekiewoekstan Moldings mij 2.000 EUR rente (plus aflossing, etcetera).
Dat is geen aantrekkelijk idee toch? 2% is “te weinig”, afgezet tegen het risico dat Oekiewoekistan Moldings failliet gaat en de kosten van de organisatie. Dus hoe gaan we dit doen? Simpel: we lenen het geld van ándere mensen uit.
Want ik heb niet alleen 100.000 EUR eigen vermogen, maar ook rekeninghouders die gezamenlijk meer dan dat hebben gestort. Ik leen Oekiewoekistan Moldings wederom 100.000 EUR en krijg jaarlijkse 2% rente. Om het risico te beperken voor mijn rekeninghouders steken we 10% eigen vermogen in deze lening, en 90% wordt uitgeleend middels de tegoeden van anderen.
Op deze manier heb ik met dezelfde kosten, maar met het gebruik maken van leverage of in mooi Nederlands “de hefboomwerking” maar liefst 10% verdiend op een lening met 2% rente. En er al mijn interne kosten al afgehaald!
Hoe leidt dit tot risico’s in een krimpende economie
Bovenstaande is uiteraard een simplificatie van de werkelijkheid. Want bankiers maken het graag heel moeilijk, om te voorkomen dat leken zoals jij en ik het begrijpen. En vooral om er meer geld mee te verdienen. Want de prikkel om geld te verdienen is enorm: wanneer je het eigen vermogen terugschroeft naar 1.000 EUR en 99% van een lening financiert met middelen van anderen, loop het winstpercentage op naar 100%.
Maar nu komt het probleem bijna om de hoek kijken. Bovenstaande is mooi als je het geld hebt van anderen. Maar de praktijk is weerbarstiger. Het geld wat je uitleent, wat bovenstaand “Geleend VV” is (vreemd vermogen), is in veel gevallen vrij opneembaar of in deposito’s vastgezet.
Als bank heb je de verplichting om transacties te verwerken: het geld ís niet van jou. Als Klaasje een ton op de bank heeft en dit wil opnemen, dan mag Klaasje dat (tenzij het een vastgezette deposito is). Het risico dat jij als bank dit geld hebt uitgeleend aan Oekiewoekistan Moldings is JOUW RISICO als bank! Met andere woorden: je moet maar zien wáár je dit geld vandaan haalt, maar Klaasje krijgt zijn ton.
Nog lastiger wordt het als ondertussen Oekiewoekistan Moldings failliet gaat. Het was groeigeld om nieuwe machines mee te kopen. Maar jouw klanten maken een pas op de plaats. De verwachtte groei blijft uit, de machine staat stil en de kosten lopen door. Ongedekte kosten: je maakt verlies en gaat misschien failliet. Een bank heeft daar potjes voor, verschillende voorzieningen. Dat is voor één klant nog makkelijk op te brengen en is inherent aan het risico wat je neemt. In normale omstandigheden worden bijna alle leningen op tijd betaald. En voor die rekeningen die niet betaald worden heb je als bank vaak van alles afgesproken: pandrechten op intellectueel eigendom, hypotheekrechten op onroerend goed en beslaglegging op tegoeden of voorraden.
En toen had de bank géén geld meer
En toen kwam de situatie dat de bank geen geld meer had. De liquide middelen zijn op en je wordt gedwongen om een aantal van je hedge-afspraken te verkopen. Dit kunnen deposito’s zijn of obligaties bij andere banken en dergelijke. Echter: in een markt met stijgende rentes zijn obligaties met lage rentes volstrekt onaantrekkelijk. Die moet je verkopen tegen een enorme korting.
Stel je voor dat je een obligatie van 100.000 EUR wilt verkopen, met een rente van 1%. Wie gaat die kopen van jou voor 100.000 EUR, als dezelfde 100.000 EUR ook aan de Staat uitgeleend kan worden tegen 5%? Het antwoord is: helemaal niemand. Tenzij je de prijs van 100.000 EUR verlaagd naar 95.000 EUR om het verschil bij te passen. Want nu is de netto-contante waarde op 1 jaar gelijk aan de opbrengst van een staatslening.
Een boekhoudkundig verlies is nu gematerialiseerd: je hebt daadwerkelijk 5.000 EUR verloren. Op het moment dat je klanten dit horen, wil iedereen zijn geld hebben. Het gevolg is een zgn. “bankrun“. Een bankrun is niet alleen het fenomeen dat mensen massaal hun geld van de bank halen. Het is vooral het fenomeen dat er méér geld van de bank afgehaald wordt dan ze aan liquide middelen hebben. Het dwingt ze om zaken te verkopen die snel te gelde gemaakt kunnen worden; maar wel tegen een verlies.
Het is in deze tijd dat er miljarden verdiend worden
Paradoxaal genoeg is het in deze tijd dat er veel geld te verdienen valt. Bepaalde banken zullen hun tegoeden vrij moeten maken en roerende en onroerende zaken verkopen. Tegen grote kortingen. Partijen die veel geld beschikbaar hebben zullen zo lang mogelijk wachten om tegen de grootste korting de boedel te kopen. Als je geld en tijd hebt, wordt dit later vanzelf meer geld waard.
Het is een rare wereld, zullen we maar zeggen. Aan de andere kant is het niets anders dan wat je zelf zou doen: als je weet dat een huis gedwongen verkocht moet worden zul je ook niet de hoofdprijs betalen als je de enige koper bent.
Enfin, ik hoop dat ik een beetje in de missie geslaagd ben om in een notendop en gesimplificeerd uit te leggen wat de Amerikanen aan het doen zijn. Let wel: het is vooral een probleem van regionale banken. Die hoeven niet aan de strenge eisen te voldoen zoals de Grootbanken en Systeembanken.