Geldsnor gaat van het gas af

Eindelijk gaat het echt gebeuren: Huize Geldsnor gaat in 2024 van het gas af. Er komt een echte warmtepomp, waardoor we niet meer met de airco stoken, maar gewoon de hele vloer verwarmen.

De warmtepomp gaat ook het warmwater verzorgen, wat nu nog gewoon met ouderwets aardgas gaat.

Voor ons tapwater verbruiken we net geen 300m3 per jaar. Hiervoor zouden we zo’n 1000kwh extra aan elektriciteit verbruiken op jaarbasis.

Maar de nieuwe warmtepomp is efficiënter dan de airco, en dat zal weer 1000kwh besparen.

Bovendien wordt ook de rest van de beglazing vervangen: 8 kozijnen en de grote openslaande tuindeuren krijgen allemaal triple glas. Dat zal hopelijk heel wat schelen, maar sowieso vinden we het mooier en stiller.

Op onze slaapkamer (op het westen) komen ook rolluiken: dit scheelt vooral warmteopbouw in de zomer en daarmee zou het een goede beperking zijn van energie voor het koelen. Ik woon tenslotte in de warmste hoek van het land in de zomer.

Capaciteit en kosten

Het is wel kostbaar: de offerte is bijna 22.000 eur. Maar we gaan dan ook voor de technisch beste oplossing, die ook toekomstbestendig is. Immers, we douchen nu kort en gaan zelden in bad. Maar als de kinderen straks pubers zijn of we ooit het huis verkopen, moeten anderen er ook mee uit de voeten kunnen.

Samen met het triple glas investeren we volgend jaar bijna 40.000 euro in de verduurzaming. Met de eerdere investeringen in kozijnen, inductieplaat, zonnepanelen en laadpaal zitten we op 70.000 euro. Ridicule kosten: als ons huis aanpassen al zoveel kost, hoe moeten mensen in oudere woningen dit dan doen? Of met een minder inkomen?

(kleine kanttekening is dat ons huis vrij groot is en er dus ook veel ramen zijn)

De warmtepomp krijgt een capaciteit (thermisch) van 9kw en een 300 liter boilervat en zo veel als mogelijk slimme aansturing op basis van temperatuur en stroomtarief.

Hoe ver ben jij met verduurzamen?

Reorganisatie

Sinds een paar maanden ben ik leidinggevende van een team van een man of 10 (eerlijk is eerlijk, het is 60/40, net iets meer mannen). En dat vind ik ontzettend leuk. Ik krijg goede feedback en heb het erg naar mijn zin.
Het bedrijf was, en op lange termijn is, groeiende. Maar natuurlijk spelen er de “typische problemen”. Een medewerker die thuiszit met een burnout. Iemand moeten ontslaan omdat het een absolute nitwit was en gruwelijk de afdeling verstoorde. Dat soort dingen.

Maar mán wat heb ik het naar mijn zin.
Recentelijk was er een kleine “hick-up”. We hebben te maken met uitdagende (tijdelijke) marktomstandigheden waar ik verder niet over uit kan wijden. Maar het resultaat is dat er een aantal mensen uitmoet. Nu nog vooral gedetacheerden, maar ook contractverlengingen zijn geen automatisme meer.
Dat brengt een hoop onrust met zich mee. Gesprekken met iedereen, blijven motiveren en begeleiden voor hen die het betreft die moeten vertrekken. Maar ook het eerlijk verdelen van het werk wat overblijft.

Dit is ook (zeker voor de jongsten in mijn team) heel leerzaam. Het is namelijk gewoon spannend. Niet iedereen heeft zijn zaken goed voor elkaar en veel mensen maken zich zorgen. Die kan ik niet volledig wegnemen, maar ze wel begeleiden in het proces.
Het doet me ook denken aan een tegeltje die ik ooit in een serie heb zien hangen aan de muur (volgens mij was het in The Walking Dead): Rough seas make good sailors.

Een variant op “when the going gets tough, the tough get going”. Je hebt de kans om uit te blinken en je te onderscheiden. De onzekerheid is niet leuk, maar de kracht zit in dit ombuigen in een andere energie. We kunnen met onze afdeling een enorme bijdrage leveren aan de winstgevendheid, werkkapitaal en cashflow. Dáár moeten we onze energie op richten. En dat lijkt best aardig te lukken.

Op naar de laatste maand van het jaar. Niet bij de pakken neer gaan zitten dat onze CAO verhoging niet doorgaat, dat bonussen niet worden uitgekeerd en we hetzelfde werk moeten doen met een aantal collega’s minder.
Ik ben graag de kapitein – en als het stormt sta ik op de brug.

Tranen gehuild

Het is inmiddels bijna een week geleden. De verkiezingen. Enerzijds hebben anderen er voldoende over geschreven. Anderzijds is er niet genoeg over te schrijven.

Ik heb vorige week woensdag letterlijk zitten huilen op de bank. Met mijn verstand kan ik er niet bij. Hoe is het mogelijk dat zoveel mensen stemmen op een xenofobe man? Beseft men wat er in het programma staat? Dat verbieden van de Koran en Islam ook automatisch het verbieden van alle religies inhoudt? Nog los van de seculiere staat waar we in leven.

Beseft men wie “de hardwerkende Nederlander” is, het stokpaardje van veel politici? De hardwerkende Nederlander is niet zelden een Pool in een Kia Picanto, onderweg naar een klus. Klussen die de hardwerkende Nederlander verafschuwt.

Beseft men dat Nederland afhankelijk is van zijn buurlanden, of willen we echt terug naar de gulden en grenscontroles van vroeger? Die generatie Z en de millenials zoals ik nooit gekend hebben.

Knettergek. Van alle realiteit ontdaan, maar het zal vast niet lang duren.

Maar laten we ook kijken hoe we hier verzeild zijn geraakt. Crisis na crisis, zonder fatsoenlijk beleid of bestuur. Een liegende premier met teflon schouders. PFAS, stikstof, woningbouw, inflatie, armoede, verslechterde gezondheidszorg tegen hogere kosten en overal personeelstekorten van jewelste. Meer dan 10 jaar VVD brengt je nog dichter bij de afgrond. Schiet mij maar lek.

Ik begrijp het sentiment, maar niet de keuze. Maar goed, het is (nog) een vrij land. Niet als het aan de Blonde Profeet ligt. Maar nog wel…

Emigreren deel 3: 2027 stap 1?

Al eerder heb ik geschreven over onze emigratieplannen. En hier is een volgend deel. Want er is mij verzocht om jullie op de hoogte te houden.

Recentelijk zijn wij op vakantie geweest in ons “doelgebied”. Ons doelgebied moest voldoen aan een aantal criteria:
1. Op maximaal 1 dag rijden afstand. Denk hierbij aan maximaal 1000km
2. In het hooggebergte van Frankrijk of het noordwesten van Italië
3. In de buurt van een stad(je)
4. (deze is nieuw) goed te bereiken met het openbaar vervoer.

Op bovenstaande selectie valt er al een hoop af. Of eigenlijk blijft er weinig over. Uiteindelijk hebben we bedacht dat we een tweestappen-plan gaan volgen. Namelijk als eerste stap een appartementje om het überhaupt mogelijk te maken. Daarvoor zijn de eisen een stukje scherper: namelijk ín een stadje, die zowel in de winter als zomer gezellig is en waar het hele jaar door met verhuur iets te regelen is.

Dit heeft ook een flinke impact op de prijs en de mogelijkheden. Om als voorbeeld te geven: in de Franse stad Bourg Saint Maurice kost een appartementje tussen de 4000 en 6000 EUR per vierkante meter. In Chamonix kost een appartementje tussen de 10.000 en 12.000 EUR per vierkante meter.

Maar in de verhuurprijs heeft het evengoed een effect. Zo levert een appartementje in Chamonix (van 50m2) al gauw 100 EUR per nacht op in het laagseizoen. Dat is al iets meer dan de 90 EUR per nacht in het laagseizoen in Bourg St. Maurice op 80m2. In het hoogseizoen gaat het om 700 vs. 900 EUR per nacht.
Maar niet alleen dat: er is simpelweg méér verhuur buiten het seizoen in een trekpleister als Chamonix dan in Bourg.

Enfin; misschien is dit alleen een “goedprater”. We zijn allebei dol op Chamonix. Het is er prachtig, maar ook gezellig met veel restaurantjes en winkeltjes. Er is ook altijd iets te doen én het is iets dichterbij.

De eerste stap gaat dan ook zijn dat we in 2027 serieus op zoek gaan naar een appartement om te kopen. Dit zal gedeeltelijk met eigen middelen zijn, en gedeeltelijk gefinancierd met de overwaarde van de woning die ongeveer 300.000 EUR bedraagt tegen die tijd (230.000 op dit moment).

Het zal dan ook primair iets zijn om dus te verhuren en zelf in het voor & naseizoen te verblijven. Met luchtbedjes op de vloer voor de kinderen, want een écht huis is dan nog veel te duur.

Een markt om niet in te zitten…?

Het zijn turbulente tijden in de wereld. Niet alleen (geo)politiek, waar ik mijn licht niet op zal laten schijnen. Maar ook in de wereldeconomie. De Westerse wereld is bezig met “China een hak te zetten”, en de oosterse wereld is volop bezig de schade in te lopen van vroeger. Snelle ontwikkelingen in diverse landen volgen elkaar nog sneller op, in een poging om niet te afhankelijk te zijn van een bepaald regime.

Aan de andere kant zitten we mogelijk aan de vooravond van een grote(re) financiële crisis. Wie het weet mag het zeggen. En hij (of zij/x/etc) die het geweten heeft zal dat later van de toren blazen. Immers, er zijn altijd Orakels die later in het nieuws komen omdat ze iets goed hadden voorspeld. Net als een octopus met voetbal.

Maar goed. De economische crisis. Een China die te kampen heeft met deflatie, instortende huizenmarkt en in toenemende mate isolatie én expansie. Isolatie ten opzichte van het traditionele machtsblok in het westen, maar expansie in Afrika en Zuid-Amerika.
In Europa hebben we om te gaan met afnemende vraag naar investeringen. Minder auto’s, minder huizen, minder nieuwe elektronica. Allemaal tegelijkertijd.

En op hetzelfde moment rapporteren diverse fabrikanten (van bijvoorbeeld auto’s) recordwinsten. Nog nooit wisten ze zoveel auto’s te verkopen. Maar daar zit de crux: ze verkopen ze niet. Of tenminste: de verkopen zijn al eerder gerealiseerd, maar de levering vindt pas veel later plaats.

En hier zit weer een link met andere landen en de leveranciersketen. We hebben te maken gehad met een enorme componentencrisis. Passieve en actieve componenten op printplaten om precies te zijn. De grote chipfabrikanten kregen het niet bijgewerkt en de achterstanden liepen enorm op. De langste levertijd in mijn leveranciersbestand liep op tot 80 weken. Zelfs een olifant die bezwangerd werd bij het plaatsen van de inkoopopdracht zou al bijna bevallen zijn bij de levering!

Maar, toen kwam de inval in Oekraïne. Het (markante) begin van een ommezwaai. Een journalist zou zeggen dat het hier begon, iemand mét verstand van zaken wist dat het al eerder aan de hand was.
Klantorders worden geannuleerd. Voorraden blijven bestaan in de keten. Als ze aan het eind niet gebruikt worden, liggen ze ergens.

En daar kom je op een stukje wat je zelden tot nooit hoort in een artikel op, pak ‘m beet, IEX.nl. De book-to-build ratio.
Nee, op (populaire) blogs en nieuwssites heeft men het over de winst. Of cashflow, of bij gebrek aan nieuws “een technische analyse”. Allemaal geleuter. Het gaat om de book-to-build ratio.

Een markt om uit weg te blijven: distributie van elektronica

De keten van elektronica is zeer complex. Platgeslagen ziet deze er als volgt uit:

In werkelijkheid is het complex. Er zit niet alleen zand in uiteraard, maar ook andere elementen. Goud, platina, diverse kunststofharsen, germanium, gallium en nog wat ium’s. Complexe bewerkingen vinden plaats in foundry’s waar wafers gemaakt worden en soms wel tientallen processtappen ondergaan. Die gaan uiteindelijk naar de distributeur toe en die levert de componenten aan “EMS” bedrijven: Electronic Manufacturing Service providers. Ofwel: een samensteller van printplaten en dergelijke. Die leveren het naar een eindfabrikant die er een product van maakt.
Voorbeeld: met een serie chips en passieve componenten op een printplaat wordt het moederbord van een Playstation gemaakt. Dit wordt aan Sony geleverd en met een behuizing en voeding erbij kun je een Playstation samenstellen. Met een aantal sensoren (in de controller) heb je vervolgens een bruikbaar product.

Maar, in deze keten zitten een aantal partijen met héél véél macht. Die zijn te vinden aan het eind van de keten bij eindproducenten als een Apple of Sony. Maar ook bij de foundry’s (TSMC, GlobalFoundries of UMC) of IDM’s (zoals Intel, Samsung, TI, Microchip) vind je veel macht. En als je heel veel intellectueel eigendom hebt maar geen eigen fabriek (“fabless”) kun je ook nog wel wat doen, mits je Nvidia of AMD heet.

De componenten suppliers, ofwel distributeurs zoals een Avnet of Arrow Electronics zitten er tussenin. Miljardenbedrijven, die maar één belang hebben: het verkrijgen van de exclusiviteit om een bepaald merk weg te mogen zetten in een bepaalde regio. Zo hebben de jongens (en dames) van Avnet de exclusiviteit op AMD, en Arrow de exclusiviteit op TI en Intel.
Daar betalen ze grof geld voor. Zij verdienen er meer geld mee, zolang het goed gaat. Voor de machthebbenden in deze keten is het een zegen. Geen direct contact met klanten, geen lastige vragen en geen voorraadposities. Je produceert, je levert. In tijden van crisis geef je aan dat alle opdrachten “Non Cancellable, Non-Returnable” zijn. En in tijden van overschot duw je het naar binnen, omdat het kan. Het staat in je contract.

De distributeurs blijven echter zitten op de zweep. Ze merken het vrijwel direct als de eindklant geen (of minder) vraag heeft naar producten. En als er opeens teveel vraag is kunnen ze ook niet leveren, want er is simpelweg niet meer capaciteit om meer te produceren. Je “upwards margin” wordt dus ook bepaald door de capaciteit van een ander. Gevaarlijk.

Zoals ik zei, interessante tijden. Een jaar geleden waren componenten niet aan te slepen. Alle “slots” waren vol en iedere verstoring in de keten was voelbaar. Vanaf begin dit jaar begon de vraaguitval. Als vrij snel resultaat stopten eindklanten te bestellen. De distributeurs stopten met bestellen bij de fabrikanten en de foundry’s liepen droog.
Dat valt niet meteen op: hier komt de eerder genoemde “book-to-build”-ratio om de hoek kijken. Ze lagen immers nog maanden achter en konden nog maandenlang volle bak doorproduceren. Zie daar opeens ook de grote records van de grote autofabrikanten. Opeens kwam alles weer beschikbaar.

Maar het is een opzweepeffect: In eerdere jaren is méér besteld, want het komt toch niet. Denk aan een douche in een hotel die maar niet warm wordt (bij mij tenminste echt áltijd!). Je draait de douche nog wat warmer. Het wordt warmer, na een poosje. En dan bloedheet! Argh!!!

De autofabrikanten produceren als een dolle. En alle andere fabrikanten ook. Oude leveringen worden gedaan en het geld stroomt binnen. Maar: er worden géén nieuwe bestellingen geplaatst.

De waarde van de outlook vs. jaarcijfers

De jaarcijfers van veel bedrijven zullen dit jaar aardig zijn. De achterstanden worden ingelopen. Maar het orderboek blijft leeg.
Zolang de achterstand groot blijft is er weinig aan de hand. Zo heeft ASML nog opdrachten tot járen vooruit. Een jaar lang een book-to-build ratio hebben van 0 is dus geen ramp. Zolang deze maar weer groter is dan 1 tegen de tijd dat je achterstand is ingelopen.

Bij distributeurs van componenten gaat dit hele circus sneller. Vraaguitval was acuut en ze hebben tot afgelopen zomer nodig gehad om achterstanden in te lopen. Sterker nog, ik kan je een paar componenten noemen waar de achterstanden pas in mei volgend jaar zijn ingelopen.

Maar de voorraden in de ketens zijn enorm. Nieuwe bestellingen blijven uit, en onvrede ontstaat richting distributeurs omdat ze opeens “alles over de schutting gooien”. Het is geen uitzondering in mijn werkveld dat er meer dan 1 jaar aan voorraden ligt. Bizar, maar het logische gevolg van een enorme backlog en acute vraaguitval.

Stel je voor dat we 100 systemen per maand maken van “iets”. De markt heeft je gedwongen om 18 maanden vooruit te bestellen. Het gevolg: je hebt 1800 stuks in bestelling staan. Gedwongen, hoor ik je denken? Ja: gedwongen: je plaatst op bestelling wat je wilt hebben en alles staat op “allocatie”. Met andere woorden: je weet niet wat je wel krijgt. Een uitstekende manier om er voor te zorgen dat iedereen méér besteld dan noodzakelijk. Dan krijg je wellicht iets…Maar ik val in herhaling.

Echter, gedurende die 18 maanden valt de allocatie weg. Bam, je krijg 1800 stuks binnen. Lekker man, we kunnen vooruit! Maar: de markt is omgeslagen. De “move-rate” gaat van 100 stuks naar 10 stuks. Wat eerst 18 maanden was, is nu 180 maanden. 15 jaar. Opeens is 1 jaar voorraad niet meer zo ondenkbaar.

Met de voorraden in de keten gaan klanten orders annuleren. Distributeurs blijven er mee zitten. Zeker, veel orders zijn niet te annuleren of te verschuiven. Maar klanten in de betalingsproblemen brengen (of over het randje duwen) is ook niet goed voor je business. Je blijft er dus mee zitten, en nieuwe orders worden niet geplaatst.

Dan kún je hopen dat de markt weer aantrekt. Je onverkochte voorraden worden wellicht verkocht. Maar ondertussen draaien de foundry’s op een laag pitje. En voor je het weet zitten we weer met enorme achterstanden, omdat er al jaren niet is geïnvesteerd in nieuwe capaciteit.
En dat, beste lezer (als je het tot hier hebt gered in dit warrige verhaal: kudo’s!) is wat zich voltrekt in de wondere wereld van Avnet’s en Arrow.

(overigens verbaast het me dan ook om de nutteloze adviezen te lezen van de “analisten”, die volgens mij nog nooit een chip van dichtbij hebben gezien. Dat gezegd hebbende: bovenstaande is géén beleggingsadvies.)

Alternatieve investeringen

Recentelijk las ik een blogpost van één van mijn favoriete bloggers over alternatieve investeringen en kwam zodoende ook terecht bij één van mijn andere favoriete bloggers over Recyclix. Hilarisch, doch tragisch.

Zelf vind ik niet dat ik veel alternatieve beleggingen doe. Het is vooral saaiheid: sparen, beleggen, aflossen en dat soort dingen.
Een deel van mijn beleggingen is wel anders dan bij veel andere bloggers. Zo doe ik niet aan index-beleggen. Ik selecteer zelf mijn aandelen, en die koop ik. Soms verkoop ik iets, om winst te verzilveren en tot een andere spreiding te komen.

Maar er is ook een tweetal “alternatieve” beleggingen. Namelijk via Lendahand (wat geen onverdeeld succes is) en Corekees. Die laatste moet zich nog bewijzen: de bomen zijn nog niet oud genoeg om geld te genereren. En eerlijk gezegd zou ik best wat vaker updates willen ontvangen van Corekees: hoe gaat het nu met mijn boompjes? Ik zit tegen de 100 bomen aan, dus het is best substantieel.

Het lijkt zelfs een leuk verdienmodel te zijn over een aantal jaar: de jaarlijkse betaling is al opgelopen tot meer dan 340 EUR en ik blijf nog even bezig met het investeren in 24 bomen per jaar (2 per maand).

Het verschil: écht alternatief is het niet. Er zijn geen gouden bergen beloofd. Het zijn geen overduidelijke Ponzi-schemes. In het geval van Lendahand gaat het om crowdfunding in 2e/3e wereldlanden. Als het daar mis gaat, dan is het in ieder geval nog een ondersteuning geweest voor de lokale economie. Ontwikkelingshulp dus. Da’s niet erg.
In het geval van Corekees: de oprichters zijn actief en ook actief met andere vormen van duurzame investeringen. De tijd zal het leren of het iets opbrengt – maar ik heb geen reden om aan te nemen dat het niet zo is.

Verder doe ik niet aan dingen die niets produceren. Ik beleg niet in klompen goud of zilver, niet in whisky (dat drink ik liever), kunst, of verzonnen certificaten voor digitale kunst. En uiteraard ook niet aan bitcoin of welke andere alternative “coin” dan ook. Met 1 uitzondering: van die muntjes op de kermis waar je mee kunt schuiven. Dan krijg je in ieder geval nog íets.

Geldsnor wil een verjaardagscadeautje

Het duurt nog een paar maandjes, maar het is weer “de tijd van het jaar”. Onze kinderen zijn allemaal jarig in de periode oktober-februari en wijzelf zijn ook allebei jarig in de winter. En natuurlijk hebben we nog het hele Sinterklaas-geneuzel en de kerstdagen.

Een supergezellige tijd, waarin we ook heel wat te organiseren en regelen hebben. Kinderfeestjes, Sinterklaas, Kerst, Oud&Nieuw, en verjaardagen.
En dit jaar wil ik eigenlijk een cadeautje voor mezelf kopen. Jep, ik ga er voor vallen: een Playstation 5. Ja, dit is een affiliate-link maar het past binnen de context.

Vroeger, toen ik nog jong was, was ik een redelijk fervent gamer. Op de originele Playstation, wel te verstaan. En op de PC (eerder een Mac). Fervent staat nog mijlenver van fanatiek. Zó erg was het allemaal niet. Maar ik vond het leuk. Online Soldier of Fortune spelen, of Need for Speed en Gran Turismo op de Playstation. En op de Mac “Escape Velocity”, Sim City of Sim Farm. Heerlijk vond ik dat, en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik daar niet stommer van geworden ben. Althans, ik hou mezelf voor dat ik er in ieder geval goed Engels van heb geleerd (want op de Mac, in die tijd, bestonden er alleen Engelstalige spelletjes).

Nu is mijn oog dus gevallen op de nieuwste Playstation. Vorig jaar eigenlijk al, maar ik vond het kreng werkelijk te ongelooflijk duur. En het was ook nog eens nauwelijks te verkrijgen. Dit jaar lijkt het anders te zijn. De keuze is nog tussen een digitale editie (zonder schijfjes) of eentje met een Blu-Ray speler. Daarmee kan ik als het goed is ook 2e-hands spelletjes kopen, wat op een digitale editie niet kan. Keuzes, keuzes…Maar ik heb nog een paar maandjes!

Geldsnor is volle bak aan het sparen

Ja, je leest het goed: ik ben volle bak aan het sparen. Sparen? Ja, sparen… Echt waar!
Waarom? Nou, ten eerste omdat we een aantal grote (voorspelbare) uitgaves hebben: we gaan midden volgend jaar de rest van de kozijnen vervangen naar Triple Glas. Dat kost geld – vrij veel zelfs. En in 2025 willen we met het gezin een grotere reis maken. Ook dat kost dus geld, wat we maandelijks reserveren. En dat zetten we apart in deposito’s.

Daar zit wel een methodologie achter: iedere maand zetten we een potje in de deposito, voor een periode van 6 tot 9 maanden. Daarmee voorkomen we risico’s met betrekking tot stijgende rentes (waar je niet van profiteert als het vaststaat) en met een gebrek aan liquiditeit omdat het te lang vast zit.

De rentepercentages zijn prima, dankzij de recente stijgingen. We hebben deposito’s voor periodes van zoals gezegd maximaal 9 maanden. En de hoogste rente is 3.95%, de laagste 3.75%.
Dat bevalt prima en er zit geen geld opgesloten voor écht lange tijd. De rentepercentages stijgen overigens ook nauwelijks voor het langer vastzetten. En heeft dus geen zin (maar wel risico’s).

Natuurlijk gaan we ook door met de andere onderdelen van onze financiële plannen. Ons huis nóg energieneutraler maken bijvoorbeeld, maar ook het aflossen (annuiteit, dus gaat automatisch) van de hypotheek en het zo langzaam mogelijk aflossen van de studieschuld (waar óók geld voor opzij wordt gezet, op een deposito en zodra de rentevaste periode van 0.00% afloopt, lossen we die in 1x af).

Al met al zijn we “lekker bezig!”, al zeg ik het zelf.

Terugverdientijd zonnepanelen in 2023

Er is weer “gedoe”. In de media, in campagnes, op social media.
Zonnepanelen zijn niet meer “in”, en schijnbaar zou zelfs de helft van de zonnepaneel-eigenaren ze nu niet meer leggen.
Dit is het gevolg van een beeld wat geschetst wordt dat zonnepanelen niet meer rendabel zouden zijn. Klopt deze gedachte? Of is er toch méér aan de hand?

Einde salderen & terugleververgoedingen

Een deel van het verhaal zit in bovenstaand kopje. Er zit een steeds groter nadeel aan het hebben van zonnepanelen. Of het voordeel is kleiner: er mag over enkele jaren niet, of minder, gesaldeerd worden. Het salderen is bij de meeste zonnepaneel-eigenaren bekend en ook daar buiten: het wegstrepen van je overtollige opgewekte energie tegen elektriciteit die je later afneemt. Met name het verschil tussen lente &zomer (veel opbrengst) wat weggestreept kan worden tegen de energie die je extra nodig hebt in de maanden met minder zonlicht (zowel qua vermogen als daglengte).

Ook moet je bij dezen & genen een terugleververgoeding betalen, zoals bij Vandebron. Daar ga ik nu niet verder op in; dat maakt het nodeloos complex en is slechts van toepassing op die klanten van dat bedrijf.

Waar men vaak aan voorbij gaat is echter het stukje “eigen verbruik”. En dáár zit de crux van zonnepanelen.

Je eigen verbruik: het stuk wat dus nooit het net op gaat

Met zonnepanelen produceer je energie. Echter, de energie die je zelf direct verbruikt, verlaat nooit het huis. Dat is een stukje “ongeregistreerd” verbruik. Een voorbeeld: in 2023 hebben mijn panelen tot nu toe 8745kwh geproduceerd, waarvan ik er 6185kwh heb teruggeleverd. Het verschil hiertussen is wat ik direct zelf verbruikt heb. De snelle rekenaar ziet dat ik ongeveer 29.25% van de geproduceerde stroom zelf direct heb verbruikt.
Die stroom heeft dus een “0” kosten: ik lever ze niet, ik neem ze niet af en betaal er geen energiebelasting over. Ook is het net er niet mee belast, want het komt nooit buiten mijn woning. Mooi!

Echter: als ik ze wél had moeten afnemen van het net, dan had dit (bij een “normaal” energiecontract a 40ct per kwh) maar liefst 1024 EUR gekost.
Dit percentage eigen verbruik verschilt flink van maand tot maand. Deze is het laagst in de maanden dat we veel productie hebben (logischerwijs) en het hoogst bij weinig productie. Het is immers relatief, en het absolute aantal gebruikte kwh’s gedurende de dag is min of meer stabiel.
In de zomervakantie is het zeer laag, omdat er geen verbruik is (max 2kwh per dag) als we op vakantie zijn en wel veel opbrengst. Op die dagen komen we niet boven de 3,5% uit…
In 2019 kwamen we uit op 27.5% (deel van het jaar), gevolgd door 24.6% in 2020, 38% in 2021 en 30.5% in zowel 2022 als 2023 (tot nu toe).

Percentage eigen verbruik van de zonnepalen van Geldsnor

De overige kilowatturen leveren we terug.

Naar de terugverdientijd!

Ik ga een aantal aannames doen. Zo ga ik uit van een systeem “zoals de mijne”, maar tegen kosten van 2023. Die kosten zijn de aanname…Voor mijn systeem heb ik namelijk 9500 EUR betaald in 2019.
Inmiddels kost een systeem van 12 stuks tussen de 5679 en 7600 EUR (nee, dit is niet gesponsord). Echter: dit zijn panelen van 405wp, waar die van mij nog 300wp waren. Een flink verschil. Daarmee kost een systeem van 9600wp tussen de 11.350 en 15.200 EUR. Deze kun je in de grafiek vinden onder “Investering L” en “Investering H”. Ofwel, hoge en lage. Dit zijn de 2 horizontale lijnen.

Dit systeem van 9600wp zal een gelijke opbrengst hebben aan de mijne. Gemiddeld 10.000kwh per jaar.
Ik heb hier 2 mogelijkheden voor geplot. Namelijk een eigen verbruik van 30% en een eigen verbruik van 50%, tegen een tarief van 40ct per kwh. De rest van het verbruik is in dit geval “teruggeleverd” tegen 10ct per kwh. Op het moment mág er nog gesaldeerd worden en daar wordt in dit rekenvoorbeeld dus géén gebruik van gemaakt.

Hieruit volgt dat in het scenario met 30% eigen verbruik, je dit systeem hebt terugverdiend in 6 tot 8 jaar. Met 50% eigen verbruik is dit teruggelopen tot 4,5 tot 6 jaar.
Ben je benieuwd wat het zou zijn als je mag blijven salderen? Dan is het antwoord 3 tot 4 jaar.

De terugverdientijd van zonnepanelen, tegen 40ct per kwh stroomprijs, 30% en 50% eigen verbruik en 10ct terugleververgoeding.

Onder gelijkblijvende energiekosten levert dit systeem je in 25 jaar ongeveer 50.000 EUR op (na het terugverdienen van de installatie.

Nogmaals: dit is zónder rekening te houden met salderen en met een zeer laag teruglevertarief.
Dit teruglevertarief van 10ct is een actuele waarde die ik (met gemak) realiseer met mijn dynamische contract. Een hoger eigen verbruik midden op de dag zou het gemiddelde tarief zelfs nog verhogen.

Ook in 2023 en 2024 is het nog altijd zeer gunstig om zonnepanelen neer te leggen. De kunst is het eigen verbruik fors te verhogen.

1 jaar een dynamisch energiecontract mét zonnepanelen

Het is inmiddels een jaar geleden dat wij ons “dynamische” energiecontract afgesloten hebben. Dit was het gevolg van de meer dan stupide prijsstelling van Greenchoice, en het feit dat het voor ons geschikt is.

Een dynamisch energiecontract is niet voor iedereen geschikt. Ieder uur betaal je andere prijzen en dit is pas rond het begin van de middag duidelijk (voor de dag er op). Dus vandaag op 26 oktober krijg ik de eletriciteitsprijs te zien die geldig is voor 27 oktober.
Voor gas werkt dit hetzelfde, behalve dat daar de prijs slechts op dagelijkse basis fluctueert en niet per uur.

Dit levert bijzondere mogelijkheden op: namelijk dat de tarieven hoog en laag kunnen zijn. Daar kun je van profiteren, of juist nadeel van ondervinden.
En daarom is het niet voor iedereen geschikt: je moet de wil hebben om betrokken te zijn bij de prijzen én de gelegenheid en mogelijkheid om er iets mee te doen.
Het eerste argument betekent dagelijks even de prijzen checken. Kleine moeite, moet je wel doen.
Maar uiteraard moet je ook de gelegenheid hebben om er iets mee te doen: als je niet thuis bent, kun je minder mogelijkheden benutten dan wanneer je wel thuis bent.
En die mogelijkheden, daar draait het vooral om in ons huishouden: wij verbruiken én produceren veel elektriciteit. Heel veel, durf ik stellen. We hebben namelijk 2 elektrische auto’s (1EV / 1 PHEV) en verwarmen met de airco. En dat zijn planbare taken.

Een laatste mogelijkheid is de mogelijkheid om dure uren te vermijden. Niet zelden is de kunst niet om gebruik te maken van de goedkoopste uren, maar het vermijden van verbruik in de dure uren. Het verschil tussen het laagste en hoogste tarief op een dag kan meer dan 60ct per kwh zijn. Het opladen van een auto op vol vermogen kan je dan zomaar 6,5 EUR per uur kosten. Waar het je eerder op de dag wellicht niets zou kosten.

To the point: wat heeft het nu opgeleverd

In het afgelopen jaar (toegegeven: 340 dagen, want de afreking liep tot 1 oktober en het contract ging in op de 26e) hebben we:
1. 9781kwh elektriciteit verbruikt (volgens de meter)
2. 6677kwh eletriciteit teruggeleverd
3. 10303 kwh geproduceerd -> en dus 3626kwh direct zélf verbruikt (35.19%)
4. 277,55m3 gas verbruikt

Het verkrijgen van deze elektriciteit heeft mij in totaal 1460 EUR gekost, exclusief energiebelasting. Dat is per kwh 14.92ct. Daar komt ongeveer 15ct aan energiebelasting bij en maakt het dus in totaal ~30ct per kwh. (Eat thát Greenchoice, met je 70ct per kwh!)

Maar natuurlijk kent menigeen ook de heise rondom het terugleveren. Stroom is niets meer waard midden op de dag, en waarom zou ik nog zonnepanelen hebben want je krijgt er toch niets voor. En meer van dat soort ongefundeerde meningen.
Mijn elektriciteit, dus de 6677kwh die ik het net op heb gestuurd, heeft mij 624,40 EUR opgeleverd: 9,351ct per kwh dus (excl. energiebelasting en BTW: dat komt daar nog eens bij en levert een correctie op van een kleine 1000 EUR).

Met andere woorden: het levert nog steeds heel wat op. Ik krijg nét iets minder terug dan waar ik zelf stroom voor af neem. Dus als mijn verbruik lager zou liggen dan mijn eigen productie, dan zou het ongunstig zijn.

Maar ik heb nog steeds een netto energieverbruik over van 3114kwh. Die zou bij Greenchoice lachend 2100 EUR hebben gekost. Toegegeven, in al hun wijsheid heeft de overheid besloten om een energieplafond in te stellen. En dus zou het “maar” 1250 EUR zijn geweest.

Het gas heeft ook wat impact, maar is minder te sturen. Je verwarmt niet méér als het goedkoper is en gaat niet langer douchen. Het verschil tussen wat ik netto heb betaald (1,45 EUR incl. energiebelasting) en het prijsplafond is echt minimaal.
Overigens zit hier een cruciale nuance in: het gas was het duurste in de maand december en eind november. In die periode is >30% van mijn jaarverbruik gebruikt. Het prijsplafond had me dus niet geholpen in die maanden.

Voorlopig blijven wij mooi bij de dynamische contracten. We hebben de afgelopen maanden gemiddeld 114 EUR per maand betaald voor een warm huis, warme douche en het opladen van de auto’s. En daar valt echt niets slechts van te zeggen en ligt in lijn met de tarieven die we “vroeger” betaalden.

Noot: simplificatie

Ik heb geprobeerd het simpel te houden. Want er is in deze periode (oktober 2022-september 2023) een prijsplafond in werking getreden. Ik zou me blauw hebben betaald in november en december, en daarna minder ivm. het prijsplafond. Die is echter maar weer ten dele van toepassing doordat wij veel elektriciteit gebruiken. Ik heb dit dus zoveel mogelijk vereenvoudigd. Ik héb wel een excel-bestand waar het dagelijks in bijgehouden zou kunnen worden, maar hier erg weinig tijd voor gehad de afgelopen maanden.