Bitcoin is het meest onethische “geld” ter wereld

Ik word een beetje gallisch van de hype rondom crypto-currencies. En zeker als men gaat beargumenteren waarom crypto-currencies een verbetering zijn voor de wereld. Vergeef mij dus deze flauwe titel van deze blogpost (de post van Pegulanten heet immers “Bitcoin is het meest ethische geld ter wereld”). Men gaat voorbij aan een aantal fundamentele waarheden die er gelden in de wereld. En daarom klopt het verhaal rondom Bitcoins, of eender welke crypto-valuta, niet.

  1. Inflatie wordt niet (uitsluitend) gedreven door het bijdrukken van geld. Inflatie ontstaat in eerste instantie door vraag en aanbod. Dit was vroeger al zo, voordat er geld bestond. Als het een slecht jaar was, kreeg je meer koeien voor je graan. Of meer ijzer voor je koe. Geld is slechts een medium wat niet vergaat. Wel een medium wat kan worden bijgedrukt, dat is zeker waar.
  2. Men is vaak trots op de rendementen die gehaald kunnen worden met bitcoins & crypto’s. Die rendementen worden uitgedrukt in euro’s of dollars. Dan is fiat-geld opeens wél goed genoeg?
  3. Die extreem grote rendementen zijn te danken aan een extreem grote volatiliteit. Die volatiliteit is vele malen groter dan de inflatie (of deflatie) en onzekerheden in het huidige bancaire systeem.
  4. 40% van alle bitcoins is in handen van 1000 individuen. Er zijn meer dan 100 miljoen bitcoin-accounts. Is deze verdeling van rijkdom eerlijker dan in dollars of euro’s?
  5. Je kunt er een Tesla mee betalen. Maar als de koers stijgt, is dat winst voor Tesla. Als deze daalt, dan moet je bijbetalen.
  6. Het is vaak gerapporteerd als teken dat Crypto’s écht zijn, als er grote spelers instappen. Leuk en aardig. Ik zie zelden rapporten dat Tesla al weer een deel van zijn bitcoins verkocht heeft (100 miljoen USD). En er mee betalen is niet echt waardevol.
  7. Een “store of value” is het alleen maar als iedereen er in “geloofd”. Hetzelfde uiteraard als bij goed en andere producten. Maar het is nogal een niche. En met slechts 21 miljoen BTC in omloop (maximaal). Iedere bitcoin kan nog eens in 100 miljoen gedeeld worden. In totaal zijn er dus 2.1e+15 eenheden in omloop. 300.000 per hoofd van de bevolking. Voor iedereen op aarde zijn er dus 300.000/ 100 miljoenste Bitcoin in omloop. Klinkt dat als een heel goed product om geld mee te verdrukken?
  8. Bij meer vraag naar een product, zullen er meer bitcoins voor geboden worden. Als jij een mooi huis in Amsterdam hebt, die nu 10 bitcoins waard is, dan kan deze volgende week best 100 bitcoins zijn – als de markt dat vind. De schaarste wordt in de meeste producten gecreëerd door het gebrek aan aanbod – niet door het overschot waarmee betaald kan worden.

Maar goed, dit ging om ethiek: het blockchain-principe is een fantastische uitvinden. Digitaal geld ook. Immers, een ruim deel van ons huidige geld is ook uitsluitend digitaal. Maar het kost geen bakken vol met stroom om nieuwe te maken. En de inflatie & koers wordt bepaald door de markt én overheden. Niet alleen door de markt. Een markt waar ruim 40% van al het geld in handen is van 1000 (anonieme) personen.

Ik ben het volledig eens met Pegulanten dat er van alles mis is met het huidige financiële systeem. Maar een speculatief “product” wat geen fundamentele waarde heeft en waar een beperkte verhandelbaarheid is, is geen oplossing. Geen oplossing die “allesomvattend” is. Het is een beetje zoals met een stofzuiger Tsjernobyl opruimen: kleine stukjes worden er vast beter van. Maar de hele “site” is groter dan wat deze stofzuiger aan kan. En de beperking van bitcoin (namelijk het nooit verder kunnen verdelen dan 300.000/100.000.000 per inwoner) betekent automatisch dat het geen oplossing is.

Ook de mooie “kort door de bocht berekeningen” zoals sommige “analysten” ze maken zijn natuurlijk baarlijke nonsens: “als X-procent van het geld gestoken wordt in Bitcoin/Dogecoin/BSCoin wordt het zoveel waard”. Tsja. Schaarste is niet wat een product waardevol maakt. Wel wat een product duur maakt. En was het niet juist tégen inflatie en daarom zo ethisch?

It’s all about the cashflow…

De belangrijkste les de je krijgt bij economie is “cash is king”. Dat is bij de economielessen op de middelbare school het geval, maar ook later op de universiteit kan ik je verzekeren.

Waarom? Bedrijven gaan zelden failliet omdat ze geen “assets” meer hebben, maar omdat ze rekeningen niet kunnen betalen. En zo werkt het ook thuis. Je kunt een overwaarde hebben van een miljoen, maar zo lang je het huis niet verkocht hebt is het niets meer dan de papieren waarde van je bakstenen en bij de kassa van de lokale super heb je daar niet veel aan.

Cash, dat heb je nodig. Want daarmee kun je betalen. En zo is deze combinatie van maanden voor ons een vrij slechte combinatie. Normaliter krijgen we aan het einde van de maand onze salarissen betaald en vinden er automatische afschrijvingen plaats op de 25e, 28e en de eerste van de maand. Zo ook deze maand.
Máár! Ik krijg deze maand (april) minder salaris omdat ik al 1 week ouderschapsverlof heb opgenomen. Dit scheelt me 400 EUR netto. En tegelijkertijd krijgen we vanaf 1 mei te maken met een rekening voor de kinderopvang van 1540 EUR ipv. 770 EUR. Want ook Jongste Dochter gaat vanaf mei 2 dagen naar de opvang. En ja, daar krijg je kinderopvangtoeslag voor (die is +600 vanaf mei), maar die komt pas eind mei (de 20e).
Er gaapt hier dus een groot gat tussen inkomsten en uitgaven. Het betekent zelfs dat ik een automatische overschrijving gedeeltelijk ongedaan moet maken. Normaliter wordt er iedere maand op de 28e een ruime 2500 EUR naar de diverse spaarrekeningen gestuurd. En daar zal ik nu dus 800 EUR van moeten terugstorten.

Op maandbasis komt het dus allemaal wel uit in mei. Maar gefaseerd in de tijd nét niet. En daarom ben ik zo blij met al mijn overzichten. Want het was geen verrassing. Er komt geen telefoontje of berichtje met een geweigerde incasso: we weten dat we op moment X bedrag Y tekort komen op de lopende rekening en dat dit uit potje Z moet komen. En, uiteraard is dat al geagendeerd om op 2 mei plaats te vinden (de incasso’s zijn op de 3e).

Lekker toch, rust?

Keuken: akelig keurig gerekend

Onlangs schreef ik al over onze nieuwe keuken. Het duurde een tijdje, maar ik heb geen haast: de offerte is er. Tsjonge. En daar stond ik wel even van te kijken! Want uiteraard heb ik geprobeerd naar beste weten en kunde te berekenen wat de keuken zou mogen kosten. Ik kwam uit op 16.781 EUR.

Blijkt de offerte toch 16.558 EUR te zijn! Een afwijking van 1.3% in de berekening ben ik zelf aardig content mee. Een aantal beslissingen hebben we reeds genomen: het wordt de duurste Bora-plaat die er is (maar die is ook het mooist). Ook de opstelling zijn we zeker van.

Maar er blijven een paar vraagjes over die we nog niet helder hebben. Namelijk het werkblad (het wordt composiet, maar weten nog niet welke kleur behalve “iets grijzigs”), de kastjes (“iets donkers”) en hoeveel ovens.

He watte? Hoeveel ovens? Jep! Kijk, het worden er 2. Zoveel is zeker. Met een groot gezin is een oven van 45cm niet groot genoeg. En eentje van 60cm biedt weliswaar meer ruimte, maar weinig flexibiliteit. En die heb ik wel nodig. Vrij recentelijk heb ik nog een ovenschaal in de oven gezet met als doel om het eten op te warmen met de magnetronfunctie. Vlak daarvoor stond echter de oven nog op 200C en het resultaat was een ernstig plastisch vervormde kunststofdeksel. Het worden er dus 2: een combi-oven en 1 gewone oven.
Maar nu komt de keuze: we kunnen de huidige oven opnieuw plaatsen. Het is een goede oven, met pyrolyse (en dat is een vereiste bij ovens, wat ons betreft). Maar, deze heeft een RVS-deur. De nieuwe ovens van hetzelfde merk hebben allemaal zwarte deurtjes en daar is alleen het bedieningspaneel RVS (of zwart, als je daar voor kiest). Als je er hiervan dus eentje naast zet, ziet dat er gek uit. En je zult altijd zien dat tegen de tijd de huidige oven kapot gaat en je het dus “gelijk kunt trekken”, de kleurtjes wéér anders zijn.

Of dat de oven nog 15 jaar meegaat en ik tegen 2 verschillende frontjes aankijk. Ja, nou en zul je denken. Maar het oog wil ook wat en ik hou van symmetrie. Als het niet om het oog ging, bleef de huidige keuken er gewoon in zitten. Alles doet het namelijk nog. Maar we vinden de keuken lelijk. En heel eerlijk gezegd wonen we best in een mooi huis (een makelaar zou zeggen “een perfect onderhouden vrijstaande villa”) en daar hoort een mooie, chique keuken wel in. Hergebruik of niet scheelt iets meer dan 1000 EUR….

Nachtmerrie van iedere ouder: dochter van de trap gevallen

Het leven hangt aan elkaar vast van clichés. Met de goede reden dat clichés vaak kloppen – vergeef me dit cliché. Op het moment dat je vader (of moeder) wordt krijg je er een heel setje nieuwe clichés bij. Eén van die clichés is dat je van ieder kind evenveel houdt, maar alleen anders. Dit kon ik me niet voorstellen, voordat ik kinderen kreeg. Ik dacht dat het prietpraat was van mijn ouders, politiek correct geneuzel. Nu heb ik er 3 en kan ik bevestigen dat dit werkelijk zo is. Dat maakt Sophie’s Choice ook zo verschrikkelijk.

Andere clichés zijn “kleine kinderen, kleine zorgen. Grote kinderen grote zorgen” (daar moet ik nog meer ervaring mee krijgen: de oudste is pas 5,5) en “De pijn van je kinderen doet meer pijn dan je eigen pijn”.

Die laatste kan ik ten volste bevestigen. Al jaren, want kinderen hebben vaker pijn. Ik bedoel dan geen dingetjes als een geschaafde knie. Niet zeuren, niet aanstellen, kusje erop en gaan. Maar de kinderen zijn natuurlijk wel eens ziek geweest en kunnen niet zo goed aangeven waar het pijn doet.

Maar afgelopen maandagmiddag gebeurde “het”. Mijn grootste angst. Je bent zó voorzichtig, maar (let op, cliché!) een ongeluk zit in een verrekes klein hoekje. We hebben een kelderkast in de keuken. 4 tredes naar beneden. Geïnspireerd door blogger Opnieuw Begonnen was ik op zoek naar de piepers om lekker verse ovenfriet te maken. De kelderdeur was noodzakelijkerwijs open (want anders kan ik er niet) en ik hoor achter me rommeldebommeldestommel. Ik draai me om, als door de bliksem getroffen. Met een enorme vloek (en je moet weten, ik vloek echt zelden. Zelfs een klap op mijn vinger met een hamer brengt me nog niet bij de lichaamsdelen) geef ik uiting aan mijn angst. Ik zie in een slowmotion mijn dochter de laatste tree raken, of net niet. Dat weet ik niet. Ze is met haar loopfietsje de hoek om gecrossd en het keldertrapje afgedonderd. Mijn armen schieten in een reflex naar haar benen. Die zijn namelijk het dichtste bij. Ik trek haar omhoog. Volgens mij heeft ze de vloer niet geraakt met haar hoofd.

Mijn hartslag zit in mijn keel. Maar de knop gaat snel om. Ik ben in een ver verleden getraind voor noodsituaties. Ik verman mezelf, trek haar tegen me aan. Ze begon gelukkig al direct heel erg hard te huilen. Mijn beperkte medische kennis geeft aan dat dit een buitengewoon positief signaal is. Ze grijpt naar haar arm, maar het boeit me nog niet zo op dat moment. Ademhaling, check (huilen zonder ademhaling is niet mogelijk). Bloedsomloop in orde. Geen verlies van bewustzijn geweest. Top. Op naar de minder vitale functies. Er is geen bloed te zien: geen uitwendige verwondingen. Geen vreemde standen van lichaamsdelen: geen ernstige inwendige verwondingen. De klap was te klein om inwendige bloedingen te veroorzaken groter dan een blauwe plek.

Oké. Meest getroffen lichaamsdeel: rechterarm en schouder. Alle botjes zitten waar ze horen. De gewrichten werken. Mooi. Lang leve K3, we kunnen gewoon de liedjes meedoen en op een speelse manier alles checken.
Een uurtje later geeft ze aan dat ze pijn heeft aan haar arm. Ik bel toch de huisarts, want haarscheurtjes kan ik niet zien. Hoezeer mijn zoon me ook een superheld vind, ik heb geen röntgenogen. Ik heb 2 dingen ook niet gedaan: niet getrokken aan de handjes en niet geduwd.

Huisarts gebeld: ik kon meteen terecht. Shit! Ik bedoel, top! Maar wel een logistieke uitdaging. Ik was de enige volwassene in huis en moest dus met 3 kinderen naar de huisarts, waarvan er 1 pijn heeft, de ander een flesje moest en nouja, mijn zoon had geen zin. Die had ik vrij snel “gesensibiliseerd”, om maar een modewoord te gebruiken.

Lang verhaal: het is goedgekomen. Ze heeft niets gebroken of gekneusd, zelfs geen blauwe plekken. Ik ben me absoluut rot geschrokken. Op het moment dat ik wist dat het goed was kon ik de emoties pas toelaten. Totaal irrationeel: want je weet dan al dat het goed is. Maar ik was zó geschrokken dat het er echt nog wel even inzat. Ik kon even niet praten zonder emotioneel te worden. Maar gelukkig is alles dus helemaal prima.

Rustige Koningsdag

Ooit, meer dan twintig jaar geleden, werden er een aantal kiezen bij mij getrokken. Toen kwam ik er achter dat ik grotendeels immuun ben voor het verdovingsmiddel van de tandarts. Dat was niet prettig, voor mij niet en voor hem niet. Jaren later bij de kaakchirurg (toen mijn verstandskiezen gesneden moesten worden) bleek dit opnieuw. Het was de hel. En terug. Maar we waren bijna klaar. Die kies heb ik niet laten zitten natuurlijk! Doorgaan. En zo is het met de “kroepoekgriep” ook. Ik ben het zat. Al die sch*tmaatregelen. Al dat geneuzel. Maar een rottende kies laten zitten doet pijn en is gevaarlijk. Je loopt dus niet weg.
Het feit dat de overheid maatregelen versoepelt doet mij dan ook niets: het is dom en gevaarlijk en ik vrees dat het ons nog langer in de greep van de pandemie houdt. Daar heb ik helemaal geen zin in. Zitten blijven en laten trekken dus. De snelste weg er uit.

Gelukkig woon ik op het platteland, in een klein dorpje ver van alle drukte. Daar ben ik normaal gesproken al blij mee, maar zeker in de coronacrisis. En nog meer met het feit dat het Koningsdag is én mooi weer.

Wij hoeven de drukte niet op te zoeken in een vol Vondelpark of welk park dan ook. Het zal genieten worden in de tuin. We gaan een rondje fietsen met de kinderen, lekker ergens picknicken en misschien ergens een ijsje halen. Drukte? Dat kennen we hier niet. En dat houden we graag zo.
Dat neemt niet weg dat ik de Stedelingen wil uitnodigen. Zoek de ruimte op, op ons “platteland”. Je hoeft niet in een park te zitten. Je kunt lekker ergens op een dijk gaan zitten in het oosten, of bij een sluis: de scheepvaart gaat gewoon door. Rust is ook te vinden (of juist) buiten de gebaande paden van de Veluwe, het strand of de duinen.
Fijne Koningsdag. Hopelijk de laatste in een lockdown…

Besparingstips die je niets kosten

Op veel blogs kom je van alles tegen over besparingstips. Maar ik hou van een beetje buiten de doos denken. En dat kom je dan vaak maar weinig tegen. Ik ga er vanuit dat iedereen in staat is om zelf te bekijken of er nog vergeten abonnementen zijn en die op kan zeggen. Toch? Een stapje verder is wellicht om te kijken of je ook met kleinere abonnementen toe kan (voor data & belminuten) of dat je sommige abonnementen niet vergeten bent, maar gewoon niet nodig hebt. Je hebt écht geen Netflix nodig. Of Prime, of Disney.

Maar goed: dat zijn dingen die ten koste gaan van je gevoel van luxe. Ofzoiets. Nouja, ik doe daar toch al niet aan mee (hier hebben we Storytel & Videoland overigens, maar geen Spotify etc). Maar, er zijn ook echt wat dingen die je kunt doen om langdurig te besparen. Daarmee wen je jezelf een goedkopere levensstijl aan. En daarmee is goedkoper leven ongeveer zoiets als afvallen. En “getting quick rich” net zoiets als een crashdieet.

Maar, de tips. Ze kosten niets en je kunt het direct toepassen. Serieus. Nu!

  1. Haal de frisdrank uit de koelkast.
    Klinkt gek he? “Vroeger” dronk ik 2 liter cola per dag. Nog los van de koffie en melk. Water? Nooit. Na het tandenpoetsen, misschien. Maar verder niet. Maar, mijn vrouw werd steeds meer begaan met haar werk (laten we het houden op gezond eten & medische beroepen) en we besloten minder frisdrank te gaan drinken. Dat was niet makkelijk. De truc? Lauwe cola is niet te nassen. Dus als je cola niet in de koelkast zet, zal ik het niet drinken. Resultaat: ik zet 1x per week een fles cola in de koelkast. Gegarandeerd dat er niet meer dan 1 op gaat!
  2. Korter douchen. Tsja, open deurtje. Maar douchen kost veel geld. Stiekem verbruik je zo maar 0.22m3 gas voor een douchebeurt. Korter douchen bespaard ruim de helft (tenminste, als je de helft korter douchet).
  3. Kouder douchen. Die thermostaatkraan staat zo lekker op 38C. Heerlijk warm! Maar dit heeft 2 nadelen: het is lekker warm, en dus sta je er langer onder. En het verbruikt heel veel energie. De douche op 36 graden zetten is nog steeds wel lekker. Maar je hebt wel 7,5% bespaard.
  4. De kraan niet helemaal openzetten. Lifehack voor het douchen #3: zet de kraan niet op maximaal. Met iets minder water uit de kraan wordt je ook schoon. Combineer bovenstaande tips: ga iets korter onder de iets koudere douche staan waarbij de kraan niet helemaal openstaat. Gratis!
  5. Half uurtje eerder naar bed gaan. Waarschijnlijk ben je televisie aan het kijken. Of aan het bingen met je abonnement die je toch al niet nodig had ;-). Je zult merken dat je niets hebt gemist. En dat je ook nog de zak chips in de kast hebt laten liggen, die je anders gedachteloos naar binnen had gesnaveld.
  6. Verleidingen gewoon niet kopen. Paaseitjes? Inferieure chocola, vervormd tot een eitje. Met een vulling die je niet ziet en vooraf meestal niet bekend is. Gemaakt door moderne slaven. Lekker. Laten liggen dus maar. Kost niets, iets niet kopen.
  7. Lampen uit als je er niet bent. Mijn Lieftallige Echtgenote laat graag op allerlei plekken lampen branden. In de keuken hebben wij bijvoorbeeld een prachtige lamp, waarvan het me nog niet gelukt is om de halogeenlampjes te vervangen door LED. Bij elkaar wel een mooie 75W licht. En vanuit de L-vormige woonkomer is de keuken niet te zien. Ook niet dat daar licht brandt. Die kunnen dus gewoon uit. Kosten? Niets, uiteraard!
  8. Afval scheiden. Bij ons wordt plastic afval (PMD) opgehaald elke 2 weken. Containers ook. Maar het ledigen van een container kost een eurootje of 5. PMD is gratis. Dus dat wat PMD is, gaat ook in de PMD.
  9. Niet alle groenafval in de container gooien. Er is geen enkele reden om al het onkruid wat je geplukt hebt in de groene container te gooien. Het meeste verdroogt en wordt vanzelf weer opgenomen in de bodem. Als je het toch af wilt voeren: wij hebben een bak waarin ik het eerst gooi (praktischer dan de container achter me aan slepen). Daarin verdroogt al heel veel, waardoor de container minder snel vol is. Een groene container laten legen kost hier 5 EUR. Wij doen dat 13x per jaar. Het streven is om dat dit jaar aanzienlijk minder te doen.
  10. Out of the box: wifi uit. Je hebt (het grootste deel van de dag) toch helemaal geen wifi nodig? Mijn huis is “ondergedompeld” in wifi: op diverse plekken ligt een TP-link Deco het wifi signaal te versterken. Ieder apparaatje gebruikt 12V*1.2A= 14.4W, zonder te rekenen met verlies van de transformator (die in de stekker is ingebouwd). Klinkt als weinig, 14,4W. Maar het zijn er 3. ~1kwh per dag. 378kwh per jaar. Dat is akelig verschrikkelijk veel! Heel veel meer dan het standby-verbruik van de TV, bijvoorbeeld. Je kunt het ook voelen: de apparaatjes zijn warm.
  11. Rij wat langzamer, of pak de fiets. Of, gekkigheid: rij wat langzamer én neem vaker de fiets.

Weemoedig

Van de week keek ik tv. Een zeldzaamheid, maar het gebeurde. Ik zag beelden van het oude leven. Feestende mensen, mensen die elkaar omhelsden, kusten, plezier hadden. Het was zo gek. Hou afstand, dacht ik onwillekeurig. Zo dichtbij!

Het besef daagde ook. Mijn zoon is die oude normaal al vergeten. Meer dan een jaar geleden is het. Op de bonnefooi zonder ergens bij na te denken ergens heen gaan. Zien hoe de dag loopt, ergens wat eten of drinken. Het kan niet meer, en dat gaat nog wel even duren.

Het andere besef: mijn dochter heeft het nooit gekend. Ze was net 1 toen deze pandemie uitbrak. Ondertussen dreigt op het werk van mijn vrouw een zwart scenario. Niet zo zwaar als in Brazilië, of Nepal of India. Maar wel zwart.

Ik denk vaak met weemoed terug aan vroeger. Vroeger, 15 maanden geleden…

Ongeduldig met de moestuin: ik kan weer overnieuw beginnen

Ik ben een nogal ongeduldig mens. En dat is nogal een understatement. We hadden in januari diverse moestuinzaadjes gekocht en deze in potjes gedaan midden-februari. Ze zijn erg goed aangeslagen en het groeide als een gek.

Na een poosje dacht ik dan ook al: hup, de tuin in. Ik heb de moestuin “plantrijp” gemaakt, want het was een stukje grond achter de garage waar al 25 jaar van alles neergepleurd was. Dat heeft voordelen: de grond was rijk voorzien van allerlei organische meststoffen en de worm-dichtheid enorm. Het was dus niet meer dan wat paadjes leggen en de wortelonkruiden verwijderen (de wortelstokken van brandnetels met name). Enerzijds jammer: de brandnetel is een fantastische waardplant voor heel veel vlinders. Maar niet erg praktisch, in de moestuin.

Enfin, ik heb een stukje grond rijp gemaakt voor de moestuin. 16m2 ongeveer, ingeklemd tussen onze garage en de garage van de achterburen, met aan de noordkant nog een muur. Een zeer beschut en warm plekje. De lichtste nachtvorsten zouden hier niet tot vorst leiden.

Helaas was het in de nacht van woensdag naar donderdag iets meer dan een lichte nachtvorst: aan de grond heeft het bijna 6 graden gevroren buiten het dorp. Bij ons in de tuin was het (op neushoogte) +0.2C, aan de grond denk ik -3. Resultaat: einde sperzieboontjes. Ook de spitskool, bloemkool en prei hebben het moeilijk. Die kunnen op zich tegen vorst, maar wellicht nog niet als hele kleine plantjes.

Gelukkig heb ik de tomaten & paprika’s nog binnen gehouden (en hebben we nog veel meer zaadjes van de rest).

Besparen door boodschappen te laten bezorgen

Sinds begin februari laten wij onze boodschappen thuisbezorgen. Consequent – daarvoor was het incidenteel. En er is mij iets opgevallen: het lijkt heel veel geld te besparen! De kosten voor levensonderhoud hou ik bij sinds 2012. Hierin zitten een aantal verschillende groepen: de bakker, supermarkt, groenteboer, drogist en soms de Hema en Action. Alleen als het eten of huishoudelijke dingen betreft uiteraard. Dit vertroebelt het beeld een klein beetje. Hierin zitten namelijk relatief veel uitgaven die puur voor & door de kinderen zijn: luiers, met name. Logischerwijs neemt dit dus toe.

Om een betere vergelijking te maken heb ik de lijst gefilterd en alleen de “voedseldingen” overgelaten: bakker, supermarkt en boerenwinkel. Door de jaren heen zie je een flinke stijging. Ook een behoorlijk grillig verloop. De ene maand is duidelijk duurder dan de andere maand. Een goed voorbeeld is de grootste piek: augustus 2019. In die maand waren we volop aan het verbouwen. Er is toen relatief veel bier gedronken (lekker, na het klussen) maar dat ene kratje zie je niet terug. Nee, het zijn vooral de frisdranken en de krentenbollen die je hier terugziet, en een groter aantal kant-en-klaar-maaltijden. We hadden namelijk regelmatig geen toegang tot het huis en moesten dus koken op 1 pit.

Grilligheid er uit halen

De grilligheid kan ik er natuurlijk makkelijk uithalen, door te middelen per maand. Het grillige patroon verdwijnt vrijwel acuut. De maanden februari en september zijn het goedkoopst. December (kerst) en januari (onze verjaardagen) zijn het duurst. De hogere kosten in mei kan ik niet zo goed plaatsen.

Er is alleen een probleempje met bovenstaande grafiek. Namelijk: het zegt echt werkelijk helemaal niets of op zijn best heel weinig. Want het is een gemiddelde over de afgelopen 8 jaar. En los van stijgende kosten per jaar, is er sprake van een ander fenomeen: we zijn een gezin geworden. Het is dus véél interessanter om te zien hoe de kosten zich door de jaren heen ontwikkelen!

Een koud kunstje natuurlijk in excel. En met Paint heb ik er 3 mooie cirkeltjes overheen geplot. Het eerste cirkeltje is de geboorte van mijn zoon eind 2015. Eind 2018 kwam onze tweede er bij en begin dit jaar onze derde. Je ziet duidelijk een opwaartse trend: onze kosten voor de boodschappen exploderen. Dit heeft een aantal oorzaken:
1. Boodschappen worden duurder, onder andere door de BTW-verhoging op 1 januari 2019.
2. De kinderen groeien. En die beginnen echt hele serieuze porties te eten.
3. Meer kinderen. De jongste eet nu alleen nog maar indirect mee, maar tijdens een zwangerschap eet je ook iets meer. Er groeit immers een kind in je – en die voedingsstoffen komen érgens vandaan.

Die grafiek gaat omhoog vriend!

Aan het begin van deze post schrijf ik dat het laten bezorgen van boodschappen geld bespaart. Tot nu toe laat ik echter vooral zien dat het gemiddelde van 2021 nog nét boven het gemiddelde van 2020 ligt. Niet echt een overtuigend verhaal dus. Of toch wel? Want nu gaan we even iets beter kijken. Namelijk niet meer naar gemiddeldes, maar naar de uitgaven de afgelopen 16 maanden. Vanaf januari 2020 dus.

In de maand juni is een piek te zien. Dat heeft ongetwijfeld te maken met een vakantie in Zwitserland…Da’s een duur land om een zakje chips te kopen zullen we maar zeggen. Daarna zie je een duidelijke trend naar beneden: in de zomer hebben we goed opgelet. Als ik een trendlijn zou plotten door de allereerste grafiek dan liggen de zomermaanden duidelijk onder die trend. In het najaar en de winter zie je het gebruikelijke patroon: de maanden zijn iets duurder. Vanaf midden februari zijn we begonnen met het stelselmatig laten bezorgen van de boodschappen en duikt de lijn naar beneden.

Dit onderstreept mijn gevoel: het laten bezorgen van boodschappen is goedkoper. Mijn hypothese:
Het vastzetten van een bezorgmoment dwingt je na te denken over wat je gaat eten. Hierdoor is de maaltijdplanning strakker. Dit betekent 2 dingen: je kunt maximaal profiteren van aanbiedingen (want die zijn vooraf bekend en daar stem je de planning mede op af), en je hoeft niet meer naar de winkel. Iedere keer dat je in de supermarkt bent, kom je in de verleiding om iets te kopen.

Ook zorgt het er voor dat je beter de spullen opmaakt die je al hebt. De dag vóór het bezorgmoment zijn er wel eens dingen op (onverwachts) die we de dag tevoren niet meer gaan kopen maar gewoon laten bezorgen. Het blijkt zelden iets kritisch te zijn!

Ik ben benieuwd of deze trend zich doorzet de komende maanden. Terug naar het niveau van 2012-2018 zullen we niet meer gaan. Je kunt niet verwachten dat een gezin van 5 net zoveel uitgeeft aan boodschappen als toen we met z’n tweetjes waren. Maar het niveau van 2019 moet toch haalbaar zijn.

Zij gaat meer werken, ik minder

Vanaf september (ik heb er al een paar keer over geschreven) ga ik minder werken. Althans, minder voor de baas en meer voor mezelf. Lieftallige Echtgenote gaat juist meer werken. Tijdelijk wel te verstaan.

Gister (21 april 2021) was weer zo’n dag. Zo’n dag met zinlose discussies, iemand die roept “dan bel je toch je huisarts om voorrang te krijgen zodat je kunt reizen”. Compleet voorbijgaand aan het feit dat ik niet meer wíl reizen. Vanaf juni maken wij weer plannen om naar Verre Landen te gaan (voor het werk dus). Maar dat wil ik helemaal niet! Als een berg zie ik er tegenop. Erger nog, als een muur. Bergen zijn in ieder geval nog leuk om te beklimmen, een muur kijk je alleen tegenaan.

Ik ga het dus ook simpelweg niet doen. Misschien nog wel in juni, maar niet verderop in het jaar. Dat zal consequenties hebben: ik kan mijn huidige baan niet meer in deze vorm uitvoeren. Ik schakel dan ook langzaam af: niet langer focus ik op het opbouwen van een carriere. Het heeft me veel gebracht, maar ook heel veel gekost.

Vanaf september gaat Lieftallige Echtgenote wel meer werken. Er zijn wat verloven in te vullen op haar werk, en zij gaat zich opwerpen om dat te doen. Zij gaat dus naar 4 dagen per week, ik naar 3. En hopelijk kort daarop naar een stuk minder.

Hobby opgepakt

Je moet namelijk weten, ik heb een oude hobby weer opgepakt. Al sinds het midden van de jaren ’00 heb ik een andere website, waar de afgelopen jaren niet veel aan is gedaan. Nog altijd ontvang ik daar redelijke bezoekersaantallen. Ik ga proberen daar een redelijk inkomen uit te halen. Ik kan niet delen welke site het is (want dan is mijn anonimiteit verdwenen). Maar ik zie het zonnig in. Uiteraard zal ik niet zo (achterlijk) veel verdienen als wat ik nu binnenkrijg. Maar ik hoop wel met een stuk meer voldoening.

De crisis is goed geweest voor mij, in al zijn slechtheid. We hadden al een goed en stabiel gezinsleven, maar dit is alleen verder versterkt. Ik heb er zin in!