Hoewel ze onverwachts gedrag vertonen, zijn ze vaak al van verre herkenbaar: de elektrische fietser. Met een traag beentempo ontwikkelen ze een snelheid die gevaarlijk is als je dit koppelt aan het doorgaans wat tragere reactievermogen wat gepaard gaat (of ging) met de elektrische fietser. Men draagt vaak, ongeacht de weersomstandigheden, lange mouwen, lange broeken, handschoenen en vaak een muts. Zelfs met meer dan 20 graden heb ik gister de nodige elektro-fietsers met handschoenen en sjaal gezien. Ongelooflijk.
Een bepaalde categorie elektro-fietser heeft ook spiegeltjes. Totaal zinlose dingen: óf men kijkt er niet in, óf men doet niets met de informatie en blijven breeduit langs elkaar fietsen in een relatief hoog tempo.
Dat is “de klassieke elektrofietser”. Op leeftijd en soms slecht ter been. Het is voor hen een fantastische uitvinden: de mobiliteit blijft op peil en het is eenvoudiger om in beweging te blijven. Mijn grootouders van bijna 90 hebben allebei een elektrische fiets en kunnen mede hierdoor nog zelfstandig blijven wonen. Ideaal!
Maar er zijn nog 3 categoriën te gaan. De “vitale 50-er”, de “bakfiets-mama” en de “scholier”.
Kijk, Geldsnor fietst veel en is doorgaans vrij fit. En ik snap er werkelijk helemaal niets van. Waarom zou je als gezond iemand, zonder verdere beperkingen, een elektrische fiets kopen? Wie kan mij uitleggen waarom je met een elektrische fiets naar de tennisvereniging gaat, of naar de voetbal?
De “Vitale 50-er”
Als ik een rondje fiets, zoals ik gister deed, kom ik die vitalie 50-er massaal tegen. Eerst op de fiets, en daarna op de terrasjes. Of andersom. Heerlijk een stukje fietsen (snap ik prima) en dan omdat je zo gezond bezig bent geweest een stuk vlaai naar binnen snavelen met een kop cappucino en slagroom. Dat moet men natuurlijk zelf weten, baas in eigen huis en zo, maar ik snap er niets van. Laatst legde iemand mij uit dat zij “zo sportief was” en elke zondag wel 60 km fietste. Elektrisch ondersteund, maar “nooit op maximaal, hooguit de helft”. Dat is 125W, wel te verstaan. Nu moet je weten dat de Geldsnor fietst met een vermogensmeter en mijn FTP ligt rond de 250W. Daarmee zit je ruim boven de 25kmh (de officieel begrensde snelheid van trapondersteuning). Om die snelheid te halen op een elektrische fiets met 50% ondersteuning gebruik je zelf dus minder dan de helft van de energie. Zelfs maar 35%. 60km fietsen is op die manier equivalent aan 20km fietsen zonder ondersteuning. Wellicht iets om over na te denken als je dat extra stuk taart pakt…
De bakfiets-mama
Zelf heb ik ook een bakfiets. Dat geef ik meteen toe…Uiteraard zónder trapondersteuning! Op die manier is een rondje fietsen met de kinderen meteen een training. Wie zegt dat mannen niet kunnen multitasken!
Maar ik zie in de buurt, ook al woon ik in een klein flutdorpje op het platteland, massaal de bakfiets-mama. Bakfiets-mama’s rijden in tegenstelling tot de term helemaal niet altijd met een bakfiets. Het kan ook een elektrische mama-fiets zijn. Extra dik frame, met voor en achter een zitje. Wij hebben ook een mama-fiets, uiteraard zonder ondersteuning. Dat snap je. De bakfiets-mama gaat er vaak buitengewoon prat op om gezond en bewust te leven (super!), maar hebben niet zelden een behoorlijke Netflix-ervaring (moeten ze zelf weten, maar meestal gaat series bingen niet gepaard met sporten en een bakje sla). Ik moet wel zeggen, en vergeef me deze opmerking alsjeblieft, dat het voor mannen vaak buitengewoon plezierig is om de kinderen naar school te brengen of op te halen. In ieder geval hier in het dorp hebben de meeste vriendjes en vriendinnetjes van mijn kinderen erg knappe mama’s. In de kroeg zou ik dit wellicht minder genuanceerd brengen. Maar dat terzijde.
De scholier
Toen de Snor nog een Snorretje was fietste ik elke dag naar school. Mijn basisschool was 5km fietsen (lang verhaal, iets met een verhuizing en weer terugverhuizen waarbij ik per se naar dezelfde school wilde als vroeger en ik zat in groep 7/8). Mijn middelbare school was een kilometer of 12. Weer of geen weer: ik moest fietsen. -10, +30, sneeuw, ijzel, regen of mist. Er was geen alternatief. Met de bus naar school duurde enkele uren, en “No way” dat mijn ouders mij zouden wegbrengen of ophalen. Slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding. En eerlijk gezegd zijn er maar weinig nostalgische gevoelens zo sterk als het gevoel van vingers die tintelen en pijn doen van de kou (of van het opwarmen, na de kou).
Hoe anders lijkt dit nu te zijn. Ik zie de scholieren (voor zover ze nu fietsen) massaal op de elektrofiets van een dikke duizend EUR naar de scholen fietsen. Gezonde, jonge, normaliter fitte mensen. En daar gaat het voor mij “mis”. We zijn geen ontberingen meer gewend en willen onze kinderen daaraan niet blootstellen. Beweging is goed, maar beweging moet wel gepaard gaan met “belasting” van je spieren. Dat is goed voor je botten, je spieren, je hart en bloedvaten, je hersens. Ik vraag me dan ook af welke invloed dit later gaat hebben op onze collectieve gezondheid. We zijn immers nog steeds in de waan dat we veel bewegen, zonder dat dit werkelijk (qua intensiteit) het geval is.