Doneren aan de bank

Al langere tijd ben ik op zoek naar een groter maatschappelijk nut. Niet makkelijk, met een commercieel beroep. Maar ik doe mijn best. We roepen hier in Huize Geldsnor dan ook al tijden dat we allebei bloed willen gaan doneren.

Dit heb ik uiteindelijk toch lange tijd uitgesteld. Een beetje angstig voor de naald, ook al heb ik in mijn leven al vele malen ergere pijnen meegemaakt dan een stom naaldje. Maar het was een goed excuus. “Vergeten”. “Doen we volgende week”.
Maar gisteravond zaten we aan de eettafel in de keuken te praten. En hadden we het er opnieuw over. En meteen besloten om het ter plekke te plannen. En zo geschiedde! Dus nu worden wij (Lieftallige Echtgenote en ik) allebei bloeddonor. Binnenkort heb ik een afspraak bij de Sanquin voor de “keuringsafspraak”.

Ik verwacht niets geks: ik heb nooit een bloedtransfusie gehad. Ik ben nooit ziek, ik sport redelijk tot veel. Ik heb geen erfelijke ziektes onder de leden (voor zover bekend) en geen andere risicofactoren. Die keuring moet ik dus wel door zien te komen. Je krijgt er uiteraard niets voor, behalve wat drinken en “snacks” na afloop. Ik ben nu al benieuwd naar die snacks!

Pijnlijk…

Wij proberen een gezin te zijn wat diversiteit ondersteunt. We geven geen barst om huidskleur of religie, afkomst of “sociaal milieu”. Ieder mens is een mens, en sommige mensen zijn nare mensen. Sommige mensen zijn prettiger in de omgang. Dat is een wisselwerking tussen jezelf en de andere individu, maar is nooit “omdat iemand ergens vandaan komt” of een bepaald geloof heeft. Natuurlijk spelen sommige parameters in de achtergrond een rol: je kunt iemand vreselijk beledigen door met schoenen aan naar binnen te gaan. Man, je had mijn zus eens moeten horen (zij is een boerin, en op een boerderij draag je binnen géén schoenen!).

Maar goed. Alle voornemens zijn niet zo makkelijk. Zelf ben ik opgegroeid in een middelgrote stad (150.000 inwoners) en ben ik natuurlijk regelmatig in aanraking gekomen met diverse religies en afkomsten. Ik heb jaren in een “Prachtwijk” gewoond in een Gelderse stad. Diversiteit is een understatement.
Hoe anders is dit in het dorp waar wij wonen…Hier is diversiteit bijna niet te vinden. We hebben welgeteld 1 gezin waarvan de ouders van de moeder (dus…) een migratie-achtergrond hebben. En we hebben 1 vluchtelingengezin.

De zoon van dat gezin zit bij mijn zoon in de klas. En eindelijk had ik het voor elkaar: hij wilde wel bij het jongetje spelen. En zo geschiedde. In een soort van totale chaos ging hij met het gezin mee. Zoals dat gaat, als kleuters afspreken.

Om 16u haalde ik hem op. Hun huis is natuurlijk al “anders” dan ons huis. Lekkere kookgeuren, maar ook stukken kleiner. De jongste van hun pakte haar snowboots om buiten te gaan spelen, de trapbekleding was vaal, maar het huis was schoon. Een beeldbuis TV prijkte op de typisch jaren ’70 houten kastje. Geen beeld van typisch Nederlandse weelde.

Onderweg naar huis zei mijn zoon “Hij heeft alleen een houten trein en een paar boekjes. Verder helemaal geen speelgoed. En zijn papa is dood. Papa, wat is oorlog?”

Gelukszoekers noemen sommige politici deze gezinnen. Decadent, noem ik ons.

Dit verandert er voor mij per 1 juli op gebied van werk, geld en inkomen

Gister las ik een artikel op nu.nl met de titel: “dit verandert er voor jou per 1 juli op gebied van werk, geld en inkomen”.

Nu dacht ik, ik zal er eens doorheen bladeren om te kijken wat er zoal anders gaat zijn vanaf midden deze week.

Telecommunicatiewet: alleen nog bellen mét toestemming

Het eerste waar het artikel het over heeft, daar heb ik misschien wel wat aan: de verandering in de telecommunicatiewet. Er mag niet meer gebeld worden naar mensen tenzij er toestemming is. Helaas is het bij mij zo dat iemand anders soms mijn nummer geeft aan allerlei bedrijven. Zij dénken dus toestemming te hebben. Ik ben dus bang dat deze wet voor mij weinig soelaas biedt. Maar op zich is het goed dat het systeem verandert van “opt-out” (bel-me-niet-register) naar “opt-in”.

Stuntprijzen voor bier & wijn

Er mag vanaf 1 juli geen grote korting meer gegeven worden op bier en wijn. Niet langer 2 halen, 1 betalen, maar nog slechts 25% korting maximaal. En het doorgeven aan minderjarigen wordt verboden (ik dacht dat dit al verboden was, overigens). Dat is iets wat ik van harte verwelkom: mijn vrouw komt nogal wat alcohol gebruik tegen in haar werk. Maar: de hoeveelheid alcohol die wij drinken per jaar kunnen we op een bierviltje schrijven, zonder klein lettertype te gebruiken. Het gaat dus geen groot effect sorteren op onze financiën.

Goedkope spullen worden duurder

Niet langer goedkope troep importeren vanuit China of andere landen: het einde van goedkope kneut van AliExpress en consorten. Hier word ik héél blij van! De vervuiling en verspilling die met die goedkope kneut in de hand word gewerkt is schrijnend, evenals de valse concurrentie die het oplevert. Maar je raadt het al: zelf gebruikten wij dit al niet. Dus financieel heeft dit geen invloed op ons huishouden.

Huurbevriezing & huurverhoging

Hier kan ik heel kort over zijn: wij hebben een koopwoning. En dus geen enkele last of profijt van welke huurmaatregel dan ook. “Het zal me jeuken”, zou ik zeggen als ik nog in militaire dienst was. Dat ben ik niet. Dus interesseert het me gewoon niet, en dat zonder te krabben.

Plastic flesjes, energiemeters en energietarieven

Plastic flesjes krijgen statiegeld. Topidee, ben ik al jaren voor. Zelf gebruiken we ze echter niet. Maar de positieve invloed er van zal enorm zijn.

Ook kunnen oude energiemeters vanaf 1 juli niet meer overschakelen naar het laagtarief. Maar Huize Geldsnor heeft een slimme meter. Want ik wil statistieken uitlezen en daar is zo’n ding uitermate handig voor.
De energietarieven? Tsja, terug naar het krabben. Ik heb een 3-jarig contract en betaal dus niet zoveel. Dit nog los van de 10.000kwh aan elektriciteit die wij zelf produceren.

Minimumloon & AOW

Het minimumloon stijgt, maar veel te langzaam en veel te weinig. Hier heb ik zelf geen “last” van, maar de scheefgroei wordt er niet kleiner van. Daar is nog een grote slag te slaan.

Maar de conclusie is vrij eenvoudig: er verandert helemaal niets in Huize Geldsnor vanaf 1 juli. Toch geruststellend.

Ons portfolio & groei van de afgelopen jaren

In Huize Geldsnor gaan we (uiteraard) zo bewust mogelijk met geld om. Dat is wel pas iets van de laatste paar jaar: “vroeger”, voordat ik Mr. Money Mustache ontdekte, ging het er stukken makkelijker doorheen. Geld moest rollen. We hadden een vrijstaand huis (nog steeds, overigens), en 2 betrekkelijk dikke auto’s op de oprit: een Audi A3 en een Volvo V90. Allebei nageltje nieuw.

We zijn gaan “sensibiliseren”, zoals sommige CDA-politici het zouden omschrijven. Wat gaat er uit, wat komt er in. En wat doen we met het geld wat overblijft? En dat gaat allemaal lekker en gestaag de goede kant op. En speciaal voor de gelegenheid heb ik ons portfolio even grafisch weergegeven: in percentages van het totaal.

En zo ziet ons Portfolio er nu uit!

We hebben een vrij grote cashbuffer die we momenteel aanhouden. Dit in verband met de zolderverbouwing en de nieuwe keuken. Die moeten we over een weekje of 10 betalen, dus dat geld houden we nu op de spaarrekeningen. Onze beleggingen zijn nog altijd slechts een klein deel van ons vermogen: doordat ik voor mezelf ga beginnen vinden we het niet verstandig om nu iedere maand duizenden euro’s naar de beurs te brengen. Ook houden we vanaf september gewoon minder over. Dus bufferen we in cash.
Een groot deel van ons vermogen is de overwaarde van de woning. Dit is gebaseerd op de WOZ-waarde en in de praktijk op dit moment al een stuk hoger. Kleine postjes zijn mijn obligaties in Corekees en een reservering op de balans voor de kilometers van de auto. De PHEV is immers een private-lease auto en afgesloten met een bepaald aantal kilometers: 30.000 per jaar. Dankzij de pandemie staat deze auto echter vrijwel stil. We presteren dus fors ónder contract en dat zie ik tot einde contract ook echt niet meer veranderen.

Het pensioen daarentegen is niet liquide te maken: daar kan ik “straks” (over >30 jaar) een pensioen mee aankopen. Maar het staat wel op mijn naam en zijn fysieke beleggingen in mix-fondsen. Het pensioen van Lieftallige Echtgenote rekenen we niet mee.

Liquide versus niet liquide en risico versus laag-risico

Nu is er een hoop af te dingen op portfolio-management. Ik las onlangs een blog van iemand die had >90% van zijn kapitaal in bitcoin zitten en 2% in aandelen. Dan heb je cojones, of een klassiek gevalletje van het Duning-Kruger effect te pakken. Berucht en beroemd onder oudere beleggers, omdat het van toepassing was op hun jongere ik. Het komt er kortweg op neer dat vrijwel iedereen zich beter vind dan gemiddeld. Iets wat per definitie niet juist kan zijn.

Ik ben voorzichtiger. Ten eerste omdat ik denk dat mijn skills niet beter zijn dan die van de meeste anderen. Dit ondanks mijn universitaire economische opleiding (bij ons beiden, overigens) en een tot nu toe vrij succesvolle carriere (afgemeten in salaris, niet in plezier).
Ten tweede omdat mijn situatie radicaal anders is. Ik ben weliswaar theoretisch opgeleid, en zoals gezegd mijn vrouw ook. Maar ik ben ook al in de positie geweest waar mijn werkgever failliet ging en ik maandenlang niet betaald heb gekregen. Wat was ik blij dat ik een cash buffer had om alles te kunnen betalen. En uiteraard zijn mijn verantwoordelijkheden anders: we hebben huisje-boompje-beestje. Dat geeft een verantwoordelijkheid om een dak boven ons hoofd te houden.

Maar goed: er zijn dus meerdere manieren om je portfolio weer te geven. Met dezelfde getallen als hierboven heb ik mijn portfolio nu weergegeven als liquide vs. niet-liquide. Zo is de waarde van mijn huis leuk, maar het is niet op korte termijn om te zetten in cash. Nog los van het feit dat we een ander dak boven ons hoofd nodig zouden hebben. En de waarde van pensioenen zit ook nogal vast. Evenals de waarde van de auto-kilometers: die krijgen we pas bij beëindiging van het contract (oktober 2023). Dat is dus niet liquide.

En dan hebben we nog zoals aangestipt “Risico/groei vs. Security”.

Hogere risico’s leiden potentieel tot grotere inkomsten. Dat is althans het paradigma. Wie de boeken van Tony Robbins (of vele anderen) leest, weet dat dit niet per se waar is. Rijk worden doe je niet per sé door het nemen van grotere risico’s aan de “plus” kant. Nee, rijk wordt je door risico’s te beperken. “Do not lose money” is schijnbaar de overeenkomst tussen alle grote fondsmanagers. Niet “neem onverantwoorde risico’s”. En daar is mijn portfolio tot op heden aardig op ingericht. In het “security” gedeelte zitten mijn huis, spaargeld en de autoreservering. Dingen die gewoon contractueel zijn afgesproken of waar redelijkerwijs van aangenomen kan worden dat het risico beperkt is. Uiteraard kan mijn woning minder waard worden, maar waardeloos wordt het niet.

Aandelen, obligaties en mijn pensioen (=100% aandelen!) zijn een ander verhaal. Hier zit een risico aan vast. Een risico wat ik niet kan beperken, behalve het zo min mogelijk handelen en wijzigen aan de strategie. Lage kosten zijn daarbij een vereiste.

Groei van vermogen

Ons vermogen is spectaculair gegroeid de afgelopen jaren.

De groei van ons eigen vermogen is de afgelopen jaren spectaculair geweest. Dit komt enerzijds door de stijging van woningprijzen, maar vooral door het aflossen van schulden, het opbouwen van pensioen en het sparen van geld. Tot pak ‘m beet juli 2016 hadden wij een negatief eigen vermogen. Relatief grote studieschulden, een energielening (vorige huis) en zelfs een doorlopend krediet in de eerste jaren. Juli 2012 was ik 27 jaar oud, even ter referentie.
Inmiddels is ons vermogen aanzienlijk gegroeid. Nog lang niet voldoende om ook maar in de buurt van FIRE te komen. Maar wel comfortabel de goede kant op. De komende jaren zal dit natuurlijk een stuk trager gaan: ik ga voor mezelf beginnen en dat zal de eerste jaren een stuk minder opleveren dan mijn inkomen uit loondienst. Aan de andere kant is de waarde van onze woning inmiddels met nog eens ruim 15% gestegen.
Maar goed, met bakstenen kun je niet pinnen!

Finaal energieverbruik eerst halfjaar: -29%. CO2-uitstoot bijna gehalveerd!

Zoals de meeste vaste lezers inmiddels wel weten ben ik nogal een boomknuffelaar. En ik maak me veel zorgen om de staat van het klimaat en de wereld waarin we leven. Vervuiling, korte-termijn denken en hoe laten we de wereld achter voor onze kinderen. En daar komt een stukje hypocrisie de hoek om kijken: ondanks dat ik me grote zorgen maak, heb ik zelf 3 kinderen op deze wereld gezet. Ik draag dus niet echt bij aan het verkleinen van de wereldbevolking.

Ook op andere gebieden zijn wij niet per se een modaal gezin: we wonen in een grote vrijstaande woning, met overal airco. Badkamer met ligbad & regendouche (los van elkaar) en verder van alle gemakken voorzien. Het is ook niet zo dat we niets consumeren: er staan 2 auto’s op de oprit die allebei nog geen 2 jaar oud zijn. We hebben allebei een mobiele telefoon, hebben net een nieuwe keuken gekocht en zijn de zolder aan het verbouwen. Voor die zolderverbouwing gebruik ik wel zoveel mogelijk hout, wat op zichzelf CO2-opslag is voor de middellange termijn.

Maar we doen ook dingen goed: we stoken met de airco’s indien mogelijk het huis warm. We douchen kort en de ene auto is een elektrische auto en de ander een plug-in hybride. Ons huis is voorzien van 32 zonnepanelen en we hebben een tuin met vrij veel biomassa: fruitboompjes, houtwallen, een moestuin en veel planten. De overkapping in de tuin is gemaakt van grotendeels gerecycled hout en met de hand gezaagd. Tevens is onze vleesconsumptie meer dan gehalveerd ten opzichte van 2020.
Zonder te spastisch te doen proberen we ons steentje bij te dragen. En uiteraard hou ik alles bij!

Finaal energieverbruik

Zo hou ik ook ons energieverbruik bij. Niet alleen elektriciteit, maar ook gas & benzine (voor de PHEV). Dit reken ik allemaal om naar de energie-inhoud van elektriciteit: kwh. Zo levert een kwh gas (afgerond) 10kwh, en een liter benzine 8,9 kwh. Op deze manier hou ik exact bij hoeveel ik waarvan verbruik.

En we hebben het goed gedaan het afgelopen half jaar. Mea culpa, de eerste helft van dit jaar is nog niet helemaal voorbij, maar daar gaat niet veel meer aan veranderen.
Onderstaande grafiek toont wel wat opvallende dingen die ik graag toelicht. Ten eerste stookten we in januari 2020 nog niet met de airco, dat zijn we pas in oktober gaan doen. Je ziet hier een enorm verschil in het energievebruik. Weliswaar zijn we veel meer elektriciteit gaan verbruiken, maar véél minder gas. Ditzelfde effect zie je ook nog in februari, waarbij februari ook nog eens erg zonnig was. In april lag het energieverbruik stukken hoger dan vorig jaar: dat komt omdat de opbrengst van de zonnepanelen in april maar liefst 25% lager lag dan in 2020!
Ditzelfde geldt voor mei, wat in 2020 een topmaand was en in 2021 een regenachtige maand. Juni daarentegen is een ander verhaal: niet alleen is juni 2021 iets zonniger dan 2020.
Nee, het grote verschil is de vakantie. In 2020 waren we 3 weken op vakantie in juni. Uiteraard verbruiken we meer elektriciteit en gas nu we thuis zijn. Maar, de vakantie was vorig jaar met een camper. 300 liter diesel betekent nogal wat kwh’s die verbruikt zijn.

Energievebruik is meer dan alleen de kwh's of m3 gas of liter benzine. Je kunt het bij elkaar gooien, met één eenheid om te kijken hoeveel je finale energieverbruik is. Dát moet verminderen!  Het heeft geen zin om de ene bron voor de andere te gebruiken om uiteindelijk netto méér energie te verbruiken.
Totaal energieverbruik, huishouden & transport tov. 2020
Om beter onze uitstoot te kunnen beïnvloeden is het ook belangrijk om te weten waar deze uitstoot vandaan komt en hoe we deze kunnen beperken.
Netto verbruik per “doel” in het jaar 2021. Exclusief teruglevering van zonnepanelen!

Ons totale energieverbruik in de eerste helft van 2020 bedroeg 15648 kWh. De eigen opwek van ons huishouden was 5895kWh (37,7%).
In 2021 is ons totale energieverbruik afgenomen tot 11.100kWh. Hiervan hebben we 5482kwh zelf geproduceerd: 49,4%.

CO2 uitstoot van ons huishouden

Ook de CO2-uitstoot van deze bronnen reken ik allemaal uit. Althans, excel doet dat met mijn parameters. Een kwh elektriciteit levert een bijdrage op van 400 gram. Dit is het “grid-gemiddelde” in Nederland, bij benadering. Mijn stroom is weliswaar 0 gram (komt van het dak), maar als ik het niet verbruik zou een ander geen grijze stroom hoeven verbruiken. Een liter benzine levert 2,88kg per liter aan CO2 uitstoot op: “well to wheel“. En een kuubje gas doet 1,89kg.

Ons doel is niet alleen minder energie verbruiken, maar ook minder CO2 uitstoten. In deze categoriën hebben wij een directe invloed.

De netto CO2 uitstoot voor vervoer & ons huishoudelijk energieverbruik was in de eerste helft van 2020 slecht voor 2339kg (inclusief teruglevering energie). In 2021 is dit afgenomen tot 1290kg. Ruim 45% minder dan in 2020.

Hoe nu verder?

Eén van de grootste beïnvloeders van ons energieverbruik is het gebruik van de auto (2021: 27%, 2020 31,6%). Met name de benzine auto. Weliswaar rijdt deze voornamelijk op elektriciteit (we hebben pas 1x getankt dit jaar), maar de kans dat we dit volhouden is klein. Er komt een tijd dat we toch weer meer naar kantoor moeten. En als ik naar de zaak ga, dan gaat mijn vrouw met de dino-verbrander ipv. met mijn elektrische auto.

Ook de verwarming levert een aardige bijdrage. Ondanks ons beperkte gasverbruik is dit toch maar liefst 39,8% van ons totale energieverbruik. In de tweede helft van het jaar neemt dit percentage wel af: zeker in het najaar zullen we vrijwel alles warm stoken met de airco en dat is energetisch gewoon véél efficiënter en dus beter voor de wereld. En daarbij ook beter voor onze portemonnee. We gaan in dit jaar wat experimenteren met iets warmer stoken overdag. Dan hoeft er ’s nachts minder gestookt te worden. In de nacht hebben we geen zonnestroom en onze thermische massa is enorm. Alle energie die we er overdag in stoppen hoeft dus ’s nachts niet meer. Het voordeel hiervan is niet alleen dat we meer zonnestroom gebruiken. Nee, overdag is het doorgaans warmer en daardoor werkt de warmtepomp véél efficiënter dan ’s nachts.

Onze vakantie is dit jaar in augustus. Dus ook dan zullen we een fors lager verbruik zien thuis. In totaal verwacht ik dit jaar een min van 18% te zien tov. 2020. En dat is een prima score met een koude februari lijkt me!

Eerste oogst uit de moestuin

Afgelopen weekend hebben we voor het eerst wat oogst gehad uit de moestuin. Na eerdere debacles vanwege ongeduld, gaat het nu stukken beter. Het is nog marginaal, maar we hebben toch een kleine 150 gram aardbeien geoogst. En ik heb zojuist een onsje peultjes geoogst. Niet slecht, als begin.

Ondertussen groeien de frambozen lekker door en beginnen ook de tomaten goed te bloeien. Nog even en we hebben echte tomaten uit de tuin, en waarschijnlijk vele kilo’s. De paprika’s hebben we eigenlijk veel te laat geplant. Die zijn pas een paar centimeter hoog maar groeien wel goed dankzij de recente warmte.

De kiwi’s doen het fantastisch en groeien enorm. Ik verwacht echter geen bloei dit jaar: dit zouden ze pas doen als ze een jaar of 3 oud zijn. En dit is hun tweede jaar (maar het eerste jaar in onze tuin). Hetzelfde geldt voor de rode bessen in de voortuin: dit zijn stekjes en nog erg klein. Maar ze slaan aardig aan, ondanks de droogte van de afgelopen 3 weken. De blauwe bessen dragen wel wat vruchtjes, maar daar valt nog niet over naar huis te schrijven.

De appelboompjes…Zij hebben in de droogte bijna alle vruchten laten vallen. Er hangt nog 1 appel aan de ene boom, de andere boom moet ik eens nader bekijken. Maar goed; dit eerste jaar staat in het teken van groei, en niet van bloei. Het maakt me in ieder geval erg vrolijk!

De Anatomie van FIRE/FOWO

Zoals de trouwe bloglezer inmiddels wel weet, ben ik een beetje cijfermatig ingesteld. Maar ik heb ook veel hobby’s en ben zeer nieuwsgierig van aard. Ik reken graag alles uit, en ik onderbouw het liefst alles zo veel mogelijk met feiten. Dat wil niet zeggen dat ik niet behoorlijk zwart-wit ofwel ongenuanceerd kan zijn.

Ik ben ook vrij sportief. Misschien niet zo sportief als ik zou willen zijn, maar volgens de Insights van Garmin een stuk sportiever dan het grootste deel van de Nederlanders. Hebben jullie niets aan natuurlijk, maar ik vind het heerlijk om fit te zijn. En ik was laatst aan het rennen én een boek aan het luisteren tegelijkertijd. Wie zegt dat mannen niet kunnen multi-tasken? Anyway, het is een boek van Jay Dicharry, een Amerikaanse expert in biomechanische analyse. Ofwel, hoe beweegt het lichaam. Zeer “insightful” voor mijn trainingsschema’s, maar dat is weer een heel ander verhaal. Maar ik bedacht zo maar een aantal parallelen tussen de anatomie van het lichaam en FIRE of FOWO zoals ik het noem.

Anatomie: de basis

Het menselijk lichaam (en ook die van andere zoogdieren) is een complex geheel. Er zijn allerlei organen die inwerken op fysieke prikkels en vice versa. De aanmaak van bloedcellen, immuunsysteem, het verbeteren van kracht en spierfunctie, voortbewegen: alles heeft een functie (behalve de blinde darm). Maar voor dit verhaal beperk ik me vooral tot de bewegende delen en alles wat dit mogelijk maakt.

Om iets te bewegen heb je een kracht nodig in een bepaalde richting. Via verschillende onderdelen van je lichaam wordt deze kracht gegenereerd (spieren) en doorgegeven (via pezen en banden) aan je botten. Iedere spier zit via pezen vast aan een bot. Botten worden van elkaar gescheiden door kraakbeen.

Pezen hebben nauwelijks directe doorbloeding en worden maar langzaam sterker. Kraakbeen heeft geen enkele doorbloeding of pijnreceptoren.
Spieren en botten reageren heel snel op trainingsprikkels en worden dus ook snel sterker. Veel mensen beseffen het niet, maar botten zijn één van de meest dynamische onderdelen van ons lichaam. De inname van (juist) voedsel, de juiste vitamines en belasting (beweging) houden je botten sterk. Gebrek aan beweging verzwakt je botten, evenals maagzuurremmers en teveel beweging. Maar dat gaat te diep voor dit verhaal.

De anatomie van FOWO

Financieel onafhankelijk worden kan op veel manieren, en met veel parameters. Je kunt extreem zuinig leven, met lage lasten. Vergelijk dit met een heel slank lichaam: je hebt niet veel energie (geld) nodig om deze levensstijl te kunnen bekostigen.
Er zijn ook heel zware mensen. Geen waardeoordeel, dat laat ik aan anderen. Maar als je ooit “My 600lb-life” op TLC hebt gezien, dan weet je dat het heel veel energie kost om een groot lichaam te voorzien van voldoende caloriën om dezelfde vorm vast te houden.

Je “fitheid” is te meten in een waarde die VO2-max heet. VO2 max is een relatief getal: het is de hoeveelheid zuurstof die in je bloed opgenomen kan worden per kilogram lichaamsgewicht per minuut (ml/kg/min). Afvallen of aankomen heeft een directe relatie tot dit getal, omdat je gewicht onderdeel is van de eenheid. Zo is het ook met je financiën: hoe lang kun je zonder inkomen, voordat je in de problemen komt? Dat is relatief eenvoudig: je uitgaven gedeeld door je eigen vermogen. Hogere uitgaven betekent dat je het minder lang vol kunt houden als je geen inkomsten hebt. Dit kun je oplossen door je eigen vermogen te vergroten.

Met “Fat-fire”, ofwel financieel onafhankelijk zijn zonder in je uitgaven te snijden, heb je een groter eigen vermogen nodig om dit te kunnen realiseren. En om dit vermogen op te bouwen heb je een grotere influx van geld nodig. Zie hier de vergelijking met het menselijk lichaam: je moet méér eten om voldoende spek op de botten te krijgen om dit vol te houden.

En daar komen de risico’s om de hoek kijken. Je spieren kunnen snel opbouwen in kracht. Dat gaat in weken. Zo kun je ook hard werken om meer geld te verdienen en uit te geven. Maar je pezen moeten de belasting wel aan kunnen: kun je voldoende geld verdienen om dit te realiseren? En wat zijn de risico’s als één van de pezen scheurt? Het is het risico van “snel geld verdienen” schema’s. Stel dat je een manier vind om bijvoorbeeld met gemeenschapsgeld mondkapjes te kopen tijdens een pandemie. Verdien je hiermee voldoende om het risico van een peesscheur af te dekken? Met andere woorden: als allebei je achillespezen afscheuren, is er dan nog iemand over om je naar huis te sjouwen?

Als dat niet het geval is, is het misschien beter om gedurende vele jaren de peeskracht op te bouwen. Dit gaat niet zo snel als je spieren. Je pezen zijn in deze vergelijking je unieke eigenschappen. Daar waar jij goed in bent én vraag naar is waarmee je geld verdient. Dat duurt jaren. Of het nu educatie is (studie) of praktijk (houtbewerking, staalbewerking, stratenmaken etc). Overal waar jij beter in bent dan iemand anders, is waardevol, mits er vraag naar is. Een uur op je hoofd staan is iets wat niet velen kunnen, maar ook waar niemand iets voor over heeft om het te zien. Om ergens voldoende goed in te worden duurt lang. Stratenmaken kan iedereen. Góed straten maken én dat in een fatsoenlijk tempo kunnen er maar heel weinig. Het is een kunst, een gave, waar we in onze maatschappij veel te laatdunkend over doen. Maar dat terzijde.

De spieren in deze vergelijking staan voor hoeveel uur je besteed: hoe hard moet je werken voor je geld? Met erg dikke pezen kun je zeer efficiënt je energie overbrengen met je spieren. Ofwel: als je meer verdient per uur, dan hoef je minder uren te werken.
Maar ook: als je lichaam slanker is, is er minder energie nodig om het in beweging te krijgen. Als je met minder massa toe kunt, dan heb je minder energie nodig. Met minder vaste lasten (skelet, basisspieren, organen, hoofd) en variabele lasten (grotere spieren, vetmassa) heb je minder geld nodig om alles vol te houden.

Anatomie & training

In mijn trainingsschema’s hou ik rekening met mijn anatomie. Je lichaam gaat verbazingwekkend snel vooruit als je begint met trainen: in de eerste weken soms met wel 10% per week. Dát is nog eens vooruitgang. Tsjonge, wat word ik snel sterker! Nou. In feite is dat niet zo. In de eerste weken gaat het om Neuromusculaire adaptatie. Je hersens (en ruggenmerg) leren om sneller en beter te reageren: er worden sneller en meer spierweefsels aangestuurd en geactiveerd.

Pas na enkele weken gaat je lichaam echte aanpassingen doorvoeren: spieren worden sterker, pezen worden sterker (maar langzamer), botten worden verdicht etcetera.

Maar die neuromusculaire adaptatie is een doorgaand iets. Je blijft hierin beter worden. Zo is het ook met FOWO: in de eerste instantie is er enorm veel te verbeteren. Alleen al het inzicht krijgen in wat je verdient en wat er uitgaat is een eye-opener voor de meesten. Het besef maakt dat je automatisch zuiniger wordt (of in ieder geval bewustere keuzes maakt). Het overzicht maakt dat je heel snel kunt schakelen. Van dag 1 op dag 2 kun je bepalen dat je goedkopere boodschappen koopt, bijvoorbeeld.

Maar daarna gaat het allemaal iets langzamer. Het aanpassen van vaste lasten duurt langer: het opzeggen van abonnementen, het aflossen van de hypotheek en alle andere dingen waarmee je het lichaamsgewicht naar beneden brengt: je hebt minder geld nodig.
Doordat je minder geld nodig hebt, kun je toe met kleinere spieren. Je hoeft minder te werken om je levensstandaard (lichaamsgewicht) in stand te houden.

Natuurlijk kun je ook een tweede huis kopen met een hypotheek er op. Voor dit rugzakje moet je simpelweg wat harder werken!

Uiteraard is anatomie veel complexer dan bovenstaande. Maar ik hoop dat het idee een beetje doorkomt 😉

Terugverdientijd van een regenton (je verdient het nooit terug)

Zaterdag heb ik lekker een dagje bouwmarkt gedaan. De Gamma, want daar had ik 10 jaar geleden wat stopcontacten gekocht en die heb ik meegenomen uit het vorige huis. Die waren namelijk voorzien van randaarde, wat het huis daar defacto niet had (op sommige plekken) en die heb ik dus uitgewisseld. Je wilt niet beticht worden van een geborgen gebrek na een dodelijk ongeval met een aardlek.

Evengoed: ik had ze over, en had nog wat extra onderdelen nodig voor de zolderverbouwing. Die is nu goed onderweg, de aannemer is klaar. En nu is het dus aan mij om de rest af te maken. We hebben besloten om de zolder af te timmeren met underlayment. Lekker industriële look.

Maar daar gaat deze post niet over, dus daar kom ik nog op terug. Met eindelijk wat regen in de verwachting hebben we (ik en de biologische besluitvormingsmodule aka. Lieftallige Echtgenote) besloten om een regenton te plaatsen. Goed voor de moestuin, beter voor de riolering en minder water nodig (want de moestuin krijgt wél water). De kosten:
1. Regenton: 67,95 EUR (Gamma, 227L),
2. Vulautomaat 12,95 EUR
Samen: 79,90 EUR. Da’s best een bak geld. En dus kon ik me niet geheel weerhouden om voor de mensheid en mezelf een rekensommetje los te laten: hoe snel verdien je een regenton terug?

Hoe snel verdien je een regenton terug?

In feite is de rekensom natuurlijk knap eenvoudig. Een kuub water kost “all-in” 1,14 EUR. Voor 79,90 EUR kun je dus 70.087 liter leidingwater kopen.
De regenton heeft een capaciteit van 227 liter. Dat is 309x de regenton volledig vol en leeg laten lopen. Echter: de regenton gaat nooit volledig leeg en nooit volledig vol: 10cm boven de bodem zit het kraantje, en ook 10cm onder de rand zit de overloop. Dit betekent dat er 45,4 liter onbenut volume is. Dit is een benadering, en ik ga uit van een nuttig volume van 181,6 liter.

386x vol & leeg dus. Nu zijn er een aantal dingen typisch aan een regenton: op het moment dat deze net helemaal vol is, heb je geen water nodig uit de regenton. En als de regenton leeg is, dan zal dat zijn omdat het al lange tijd droog is.

Om de regenton te vullen met de genoemde 181,6 liter water heb je een flinke hoeveelheid regen nodig. Ons dak (althans, het deel wat hier zijn hemelwater op afvoert) is ongeveer 16m2 groot (horizontaal gemeten). Er moet dus 12mm neerslag per m2 (=12 liter) vallen om de regenton vol te krijgen. Dit betekent het volgende, er van uitgaande dat we van april tot september de volledige capaciteit benutten:
April: 41 liter * 16m2= 656
Mei: 56*16m2=896
Juni: 45 *16m2= 720
Juli: 75*16=1200
Augustus: 73*16=1168
September: 59*16=944

Ik laat verdamping (op het dak) en wat er achterblijft in de dakgoot even buiten beschouwing. Evenals stortregens waarbij de regenton overstroomt… Per jaar vangen wij in onze regio dus ~5600 liter water op.

70.087/5600= 12,5 jaar. Dat is de terugverdientijd. Er vanuit gaande dat ik normaliter 70 kuub per jaar op de moestuin zou sproeien. Dat stukje is 16m2 groot, wat betekent dat ik feitelijk dat stuk grond dubbel zo nat maak als wat het “klimatologisch” is. Ik weet nog niet of dit reëel is.

Conclusie: je doet het dus niet per se voor de kosten!

Yes! Mijn olijfbomen zijn niet dood!

Ik ben nogal een liefhebber van groen, en kweek graag mijn eigen dingen. Het opkweken van mijn eigen boompjes en fruit, beetje experimenteren met een wadi en wat daar kan groeien en met een klein moestuintje.

Vanochtend moest ik sproeien, de jonge plantjes in de moestuin overleven de droogte anders niet: deze maand pas 6mm neerslag en allemaal aan het begin van de maand. Sproeien is tegen mijn gewoontes in, want de rest van de tuin heeft een darwinistisch beleid: overleef je het niet, dan hoor je hier niet.

Zo ook de olijfbomen. Bij het vorige huis stonden ze in grote plantenbakken. Hier ook, tot vorige zomer. Toen hebben we ze in de volle grond gezet. Ze groeiden meteen goed. En toen kwam de kou in februari. Ik heb getracht ze af te dekken, maar de combinatie van kou en wind maakte dit moeilijk. Ze stierven vrijwel allemaal (het zijn er 5).

Maar: een poosje terug begonnen de eerste drie uit te lopen met enthousiaste groene scheuten. Net heb ik nog even de andere twee bekeken. En wat schetste mijn verbazing? Ze zijn uitgelopen deze week, met nieuwe takken van onderaf! Prachtig, want olijfbomen zijn mooi en doen het goed in ons microklimaat. Als er geen koudegolf komt …

Fijne zaterdag!

Sollicitatiegesprek gehad

Eerder deze week heb ik een sollicitatiegesprek gehad. Huh? Ja, ik hoor het je bijna denken, dwars door de koper- en glasvezelkabels heen. Geldsnor, je ging toch voor jezelf beginnen?

Dat klopt. Dat ga ik ook. Maar begin mei was dat nog niet meer dan een gedachte. Een vergevorderde gedachte, die al járen latent aanwezig was. Maar waar ik niets mee deed. Ik was te bang om de stap te zetten. En nu nog doe ik het “half”, want ik begin in loondienst.

Maar goed, in mei was het dus slechts een gedachte. En ik heb op basis van wat LinkedIn dingen her en der gesolliciteerd. Op de meeste plekken vinden ze mijn profiel wat bijzonder (commercieel directeur, founding father van een bedrijf, vertrekt en wil terug naar zijn oude “liefde”?). Maar op een andere plek niet. Maar daar waren ze traag! Tsjongejonge…Ik wist nauwelijks nog dat ik er gesolliciteerd had. Het is dan ook geen commerciële instelling, maar een overheidsinstelling.

Enfin: ik heb het gesprek gehad. En niets ten nadelen van ambtenaren (er zijn vast ook hele goede, zo heb ik een rotsvast vertrouwen dat Geldnerd fantastisch is). Maar een ambtelijke organisatie blijkt toch tergend traag te zijn. Lang verhaal kort: het was geen prettig gesprek. Of wellicht was het gesprek wel prima, maar ik ben toch afgehaakt. Als iemand mij zijn organisatie omschrijft als “ambtelijk, traag en weinig dynamisch”, dan is dat geen plaats voor een zeer actieve Geldsnor, die gedreven is door competitie, winst en streven naar beter, sneller, goedkoper etc. Ik hou van dynamiek, ik drijf op stress (maar niet téveel). Het meeste gaat me te langzaam en dat is zelfs van toepassing op organisaties die zichzelf dynamisch noemen.

Dus ik ben afgehaakt – keurig laten weten uiteraard: aan mij hoef je geen vergadering te besteden!