Gister schreef ik een stukje over “career-blogging” en hoe 1.4 miljoen pageviews per maand mij volledig zou voorzien in een fulltime en goed inkomen. En hoe dit ondersteunend is aan het bedrijf wat ik met een compagnon aan het opbouwen ben. Lees deze blogpost als inkijkje in mijn ziel. Wellicht wat warrig af en toe, en van de hak op de tak. En vooral lang…
Ik ben geboren in 1985 en word binnenkort 38. De tijd vliegt. Ik ben geboren in een middelgrote stad in Gelderland – maar we verhuisden nogal regelmatig. Van de ene kant van de stad naar de andere, wat als jochie van 4 net zo goed de andere kant van de wereld had kunnen zijn. Toen ik 7 was verhuisden we naar een godverlaten oord in de polder in het noorden. Toen ik 10 was verhuisden we terug, en toen ik 14 was verhuisden we naar het zuiden van het land. Om 2 jaar later weer terug te verhuizen.
Ik was een uitblinker op school. Dat wil zeggen: het leren ging me erg gemakkelijk af. Te gemakkelijk ik was verveeld, deed niets. Leverde mijn werk niet in, ging om met de verkeerde mensen. Op mijn 17e werd ik van school gestuurd en ben ik het leger in gegaan. Toen ik daar uit kwam heb ik mijn havo afgerond en ben ik gaan werken bij een vrachtwagenfabrikant in Eindhoven, en iets later bij een startup.
Fantastische tijden; ik ben in die jaren verhuisd van mijn thuisstad naar Arnhem, toen naar Eindhoven (2 woningen), toen naar Oss en toen weer naar Arnhem. Mijn carriere ging bliksemsnel: het boeide niemand dat ik geen diploma’s had. Het boeide mij wel, langzamerhand. Want ik begon tegen een plafond aan te lopen. Bewijzen dat je iets weet of kunt is mét papiertje gewoon makkelijker dan zonder.
Ik ben bij een ander bedrijf gaan werken. Ik had het daar fantastisch naar mijn zin. Vreselijk veel geleerd, keihard gewerkt. Volgens ons Human Resources systeem was ik een “quadrant 1”, een “star” of “high-potential”. Mijn mening en kunde werd op prijs gesteld en ik voelde me als een vis in het water. Het bedrijf groeide ontzettend hard: in enkele jaren zijn we organisch verviervoudigd.
Totdat het mis ging; verkeerde projecten zijn aangenomen tegen te lage kosten. Allerhande problemen met het grootste project ooit kostten de CEO zijn kop – en daarmee kregen we een nieuw management. Die op hun beurt hun eigen protegés meenamen. In een zeer kostencompetitieve omgeving was de rol van de inkoopafdeling erg groot; maar onze VP inkoop nam ontslag. Onze CPO (dus zijn baas) werd tijdelijk de baas voor de hele regio en mijn oude manager werd VP.
De crux; mij was al 2x gevraagd of ik zijn rol over zou willen nemen. Maar dankzij de managementwisselingen kwam dit er niet van. Onze nieuwe CPO was mijn aartsrivaal. De enige persoon op aarde die mij ooit het gevoel heeft gegeven dat ik dom ben. Ik had het gevoel dat mijn hele carriere-pad was afgesneden. Ik nam ontslag.
Uiteraard had ik al een andere baan toen ik ontslag nam. En ik nam mijn oude arbeidsethos mee. Die van een keiharde onderhandelaar, een go-getter. Fanatiek, competitief. Iets wat totaal niet bleek te passen in de nieuwe bedrijfscultuur waar ik in terecht kwam. Een familiebedrijf van oorsprong, ingelijfd door een ander familiebedrijf. Mijn vorm van hard zijn was heel anders dan die van mijn leidinggevende. Maar al snel bleek dat mijn leidinggevende op sabbatical zou gaan. Poef, opeens was ze weg! Ik heb de nodige (of onnodige) aanvaringen gehad met mijn management. Ik voelde me beter dan de positie waar ik in zat, maar projecteerde dit graag op hem.
De “bom” barstte toen ons “gevraagd” werd om alle leveranciers op te bellen aan het einde van het jaar, met de mededeling dat we ze niet zouden gaan betalen. Dit was iets wat ik gezworen had nooit meer te doen. Deze vorm van leveranciersmanagement pastte niet bij mij. Ik weigerde pertinent en we hebben er een behoorlijke show van gemaakt.
“We”, omdat een andere collega, de teamleider van de operationele inkoop, hier zijn team ook niet aan bloot wilde stellen. Na de kerstvakantie bleek dat we een nieuwe manager hadden (wellicht de beste die ik ooit heb gehad), maar de relatie met het topmanagement was al grotendeels verpest.
Toen een headhunter mij belde voor een andere positie was de zaak dan ook snel beklonken. Ik ging er in salaris een klein beetje op vooruit, maar kreeg ook een auto van de zaak. Maar het belangrijkste: het product sprak me erg aan.
De overstap was snel geregeld, maar ook bleek al snel dat het niet helemaal was wat mij was voorgespiegeld. De CEO bleek een crimineel. Ik zal je de details besparen, maar hij is door de FIOD meegenomen.
We hebben een doorstart gemaakt. Nieuwe naam, nieuwe CEO, hetzelfde team en met een betere focus op de techniek. Maar in de corona-periode raakte ik “disconnected” en ook “discontent”. Ik heb mezelf uit een werkveld gemanoeuvreerd en ergens anders naar toe gebracht, waar geen logische uitweg is. Ik ben van inkoop naar verkoop gegaan, met een mooi setje gouden handboeien. En de eerlijkheid gebiedt me te zeggen: het zijn niet eens mijn handboeien. Ik zou met liefde en plezier ergens voor de helft willen werken, als ik maar kan doen waar ik goed in ben. Waar ik me prettig bij voel. Maar headhunters geloven dat niet.
Uiteindelijk moet ik dit soort problemen “eigen” maken. Ownen, zou een Amerikaan zeggen. Dat doe ik ook; mijn ongeduld en onmacht om met bepaalde situaties om te gaan is groot. Ik handel te snel, met teveel relationele schade om daar altijd goed uit te komen. Een olifant in een porseleinkast.
Waar leidt dit toe? In het laatste bedrijf heeft mijn onvrede en onmacht me ontslag laten nemen. Ik ben voor mezelf begonnen. Maar ondertussen zit ik al jaren grotendeels binnen. Niet letterlijk: ik kom vaak buiten. Maar ik werk met weinig collega’s om me heen. Meestal geen. En dat mis ik ontzettend. Ik heb die druk van anderen nodig.
Geldsnor is geen “self-starter”. Ik ben competitief: ik moet ergens van kunnen winnen. Ik moet kunnen blijven leren. Ik wil anderen de dingen leren die ik weet. Kennis delen, kennis opnemen. In je eentje lukt dat niet.
Nu ben ik bezig met het opbouwen van mijn eigen bedrijf. En daar slaat de FUD (Fear, Uncertainty & Doubt) volop toe. Kan ik dit wel? Ben ik geschikt om een bedrijf op te bouwen en daar leiding aan te geven? Ben ik in staat om te gaan met de financiële implicaties en onzekerheid die dit allemaal met zich meebrengt?
Of ben ik beter af in een bedrijf waar al een strategie ligt, waar dagelijkse problemen liggen om op te lossen? Waar collega’s aanwezig zijn om mee te sparren, hoe vreselijk ik dat woord ook vind?
Ben ik wel een doorzetter, of geef ik te snel op? Mijn studies heb ik uiteindelijk afgerond (ik heb in deeltijd zowel HBO als universiteit gedaan, naast het hebben van een gezin en een fulltime baan). Maar in het werk schakel ik soms af.
Misschien is dat soms ook gewoon te makkelijk: financieel kom ik er altijd wel uit. Zelfs nu, na een ruim half jaar voor mezelf werken als consultant heb ik nog maandenlang aan reserves op de bank staan. Nog nooit is er 1 rekening onbetaald gebleven.
Maar wil ik wel de verantwoordelijkheid en onzekerheid hebben over het opbouwen van de klantenkring, de omzet te genereren, de rekeningen te betalen? Of is het gewoon makkelijker om in loondienst mijn kostje te vergaren?
En aan de andere kant: welke invloed heeft dát weer op mijn gezinsleven? Ik ben nu veel thuis. De kinderen weten niet beter dan dat ik thuis ben. Af en toe ben ik op een kantoor in Eindhoven, soms op een kantoor in Delft. Soms bij een klant in Denemarken of Italië, en soms op een congres of conferentie in de VS of Finland. Ik heb kaders nodig in mijn leven; kaders gesteld door anderen. Ik ben namelijk zoals gezegd geen self-starter. Ik wil best buiten mijn comfort-zone zijn, maar er niet permanent leven. Maar voor hen betekent het veel. Ik woon namelijk in de middle-of-nowhere en een “normale baan” met collega’s om me heen zal ook betekenen dat ik regelmatig naar kantoor ben. En dat is al snel een uur rijden (want in mijn buurt is niet zoveel keuze).
Anderzijds is het makkelijker om plannen te maken als we gewoon op maandelijkse inkomsten kunnen rekenen. Dat vindt vrouwlief fijn, en ikzelf eigenlijk ook wel. Een bedrijf waar dingen geregeld zijn en ik niet zelf alles hoef te regelen vind ik ook prettig. Maar anderzijds heb ik ook een droom.
En in die droom is al veel tijd en geld geïnvesteerd. Moet ik het dan maar bij bloggen houden, en niet de enorme investeringen doen in het bedrijf om het van de grond te krijgen?
Ik vind het niet makkelijk. Er is niet zomaar een pasklaar antwoord.