Unilever & de dwalende fossielen als Terry Smith

Zoals wellicht bekend bij de vaste lezers ben ik een redelijke wereldverbeteraar. Soms tot het naïeve, en soms wellicht hypocriet. Immers, ik vlieg regelmatig voor mijn werk en heb 3 kinderen en een groot vrijstaand huis.

Maar toch probeer ik een zekere mate van maatschappelijkheid toe te voegen. Zo investeer ik via Lendahand (crowdfunding in ontwikkelingslanden) en Corekees (het planten van bomen in Paraguay op historisch ontboste gebieden). Ik heb aandelen Shell en het dividend wordt gebruikt om aandelen “green tech” te kopen. Ik werk voor een bedrijf in “Green Tech” en ben daar zelf mede-eigenaar van via een tamelijk ingewikkelde constructie.

Ook ben ik aandeelhouder van AholdDelhaize. Niet perfect. Maar wel de duurzaamste supermarktketen van Nederland & België. En ik hou aandelen Unilever, met een zeer bewuste reden: Unilever heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan en dit geplaatst boven het maken van pure winst. Dit in tegenstelling tot concurrenten als PepsiCo, Nestlé (de grootste boeven ter wereld wellicht), P&G etc.

Nu zijn er natuurlijk nog een hoop investeerders over die niet zo goed weten hoe de wereld werkt. Die gaan voor de korte termijn. Mensen zoals Terry Smith die het hebben over een “duurzaamheidsobsessie“. Terry Smith is een fossiel uit de oude investeringswereld. Het type “Gordon Gekko” met “Greed is good”.

Bijna 70 jaar oud en enkele van de grote holdings van Fundsmith zijn niet alleen Unilever maar ook PhilipMorris. Keurig gehedged (al noemen ze het geen hedging) met investeringen in de medische wereld zoals NovoNordisk en StrykerCorp. Duurzaamheid staat niet zo voorop, met overige investeringen in de bio-industrie (Idexx) en Estee Lauder en L’Oreal.

Uiteraard staat het iedereen vrij om te investeren zoals ze willen. Mijn ethos hoeft niet het ethos van iemand anders te zijn. Maar helaas zijn het wel dit soort investeringsvehikels die niet alleen hun eigen financiële stromingen bepalen, maar ook de publieke opinie. Zou het niet veel beter zijn voor zijn kinderen en kleinkinderen, en de generaties daarna, om te kijken naar duurzaamheid? Op “ROI” door de generaties heen, in plaats van alleen volgend jaar?

Blijft Unilever écht achter?

Een interessante vraag is of Unilever als concern echt achterblijft ten opzichte van de rest. Het korte antwoord is ja. Voor een langer antwoord moeten we even kijken naar een aantal factoren. De beurskoers is simpel: er is sprake van een stijging van 16% tov. het Covid-laag. Nestlé en P&G doen het met respectievelijk 34,3% en 62% stukken beter.

Unilever-grafiek van DeGiro website. Het Covid-dal is 40.29 EUR, huidige koers 46.765
Nestle-grafiek. Covid-dal was 90, huidig 120,88 (CHF).
P&G grafiek. Covid dal 97.70, huidig 158.29 USD

Dan hebben we nog dividend. Voor het hele jaar 2021 betaalde P&G 3.24 USD. Dat leverde ten opzichte van de laagst mogelijke koers een YoC op van 3,3%. Bij Nestlé was dit 2.75 CHF, goed voor 3%. Unilever deed hier 1,70 EUR. Dat is 4,2%.

Let op: dit is niet bedoeld als beleggingsadvies. Slechts om de eenzijdigheid te belichten. Immers, de kosten van een aandeel zijn één ding. Maar bepalen of een aandeel duur of goedkoop is, is een andere. Dit is een zeer arbitraire maatstaf. Immers ik kijk naar het dividend in 2021, ten opzichte van de laagste koers van 2020.

Dit spelletje kan ik herhalen met de hoogste koers van 2021. Dan scoort P&G 1,9%. Nestlé doet 2,1%. Unilever? 3,2%.

Het lijkt me dat Unilever weliswaar “underperformed” in de koers, maar dat dit niet betekent dat het rendement slechter is. De dividend-yield is namelijk veel hoger dan bij de directe concurrenten. Het aandeel is dus “minder duur”.

Unilever naar de toekomst

Persoonlijk denk ik dat Unilever een goed pad heeft ingeslagen naar de toekomst. Juist door vast te houden aan duurzame(re) principes, sluiten de merken goed aan bij de groeiende “awareness” dat we maar 1 planeet hebben. Ook het aansluiten bij politieke concepten of juist het vrij laten van zijn merken (Ben & Jerry’s en Israël) laat zien dat het merk de komende jaren minder gevoelig zal zijn voor die kant van de markt. Ik hou mijn aandelen Unilever.

(Disclaimer: dit is géén beleggingsadvies. Dit is mijn afkeer van fossielen als Terry Smith, onderbouwd met cijfers.)

Waarom je eigen huis, grondstoffen, crypto en edelmetalen geen beleggingen zijn

Regelmatig zie ik reclames voor diverse soorten beleggingen. Ik lees er uiteraard ook veel over. En heb een vrij uitgesproken mening: je eigen huis, grondstoffen, crypto-currency en edelmetalen zijn geen beleggingen. Althans, niet met een rendement. Uiteraard ga ik uitleggen waarom dit zo is.

Volgens de Van Dale is beleggen “(geld) aan iets besteden waarvan je hoopt dat het in waarde zal stijgen: zijn geld in aandelen beleggen

Leuk woord: hoopt. Dat is op zichzelf wel van toepassing bij bovenstaande categoriën. Er is de hoop dat het in waarde stijgt. Maar niet meer dan hoop. Het verhaal is wellicht iets genuanceerder, afhankelijk van welke categorie je pakt. Dus ik zal het verderop nuanceren. Maar eerst zal ik uit de doeken doen waarom dit geen beleggingen zijn, volgens mijn niet-zo-bescheiden mening.

In de crypto’s, edelmetalen en grondstoffen hebben we het feitelijk over een “zero-sum game”. Jouw winst is het verlies van een ander. En jouw verlies is voor de ander een winst. Er komt niet méér bij.

Voorbeeldje: iemand, laten we haar Letitia noemen, koopt 100kg staal op de termijnmarkt. Ze betaalde hiervoor 200 EUR. Meer mensen willen staal, en dus stijgt de prijs. Klaasje koopt deze 100kg staal en betaald 300 EUR aan Letitia. Letitia heeft 100 EUR winst. Klaasje staat op nul. Klaasje koopt deze grondstof niet om het zelf te gebruiken overigens: het wordt vastgehouden in de hoop dat het meer waard wordt. Totday deze “future” verloopt en Klaasje daadwerkelijk transport en opslag moet regelen overigens…Dan zit Klaasje opeens met 100kg staal te kijken.

In zijn totaliteit zit er nu 300 EUR in de markt. De grap van dit soort dingen is, al is dit ook geldig bij aandelen: Letitia verkoopt die 100kg staal omdat zij denkt dat dit het maximaal haalbare is! Als zij had gedacht dat het méér waard zou worden, dan had ze het niet verkocht. In zekere zin zijn het weddenschappen jegens een ander, en diegene die gelijk krijgt en op tijd koopt of verkoopt krijgt het geld.
(Let op: ik heb het hier over de handel in grondstoffen, crypto’s en edelmetalen. Niet over productie van staal (daar heb je staalbedrijven voor), koper, voedsel en goud. Daarvoor kun je investeren in de respectievelijke producenten.)

Een zero-sum-game dus: er wordt netto geen geld verdient. De markt kan gróter worden doordat er méér geld beschikbaar is. De prijs van alles stijgt dan, in de verwachting dat het allemaal meer waard wordt. En er stroomt nog meer geld binnen. Zo kan de 100kg staal wellicht miljoenen waard worden! Iedereen wil het hebben.

Goed: geen beleggingen dus

En daar zit de crux van “vraag en aanbod”. Als niemand de 100kg wil verkopen, stijgt de prijs. Stel dat deze is opgelopen tot 1 miljoen EUR per kilogram: dan is de markt 100 miljoen EUR waard. Totdat iedereen besluit het in één keer te verkopen. De prijs keldert. De eerste paar honderd gram is wellicht een miljoen per kilo waard. Maar het aanbod overstijgt al snel de vraag en de prijs moet dalen. Je snapt het idee: de hele markt is helemaal geen 100 miljoen waard.

Iets soortgelijks zie je bij aandelen. Een man als Elon Musk wordt gesteld de rijkste man op aarde te zijn, vanwege zijn grote hoeveelheid aandelen in Tesla. Wat vaak vergeten wordt, is dat dit niet zo is. Hij heeft ze wel, maar het verkopen er van maakt automatisch zijn andere aandelen veel minder waard. Nog los van de vraag wat een verkoop doet met het vertrouwen van anderen in het merk: het veranderen van vraag en aanbod heeft een negatief modererende invloed op de koers. Die zal dus dalen. Dit principe is op álles van toepassing, ook de woningmarkt in Nederland.

Sterker nog: het omgekeerde is nu het geval. Mensen kunnen geen nieuwe woning vinden, waardoor er minder te koop komen, waardoor minder mensen een woning weten te vinden en er minder te koop komen. En de woningen die te koop komen, worden snel verkocht en met hoge biedingen. Het omslaan van die balans gebeurt niet zo maar: bij een stijgende rente zul je zien dat niet de woningwaarde daalt. Niemand wil zijn woning verkopen in tijden van stijgende rente (afhankelijk van de stijgingssnelheid). Nee, je zult zien dat de woningmarkt verder op slot gaat. Het aanbod wordt nog kleiner en men blijft zitten waar men zit.

Verschil met aandelen en andere asset-classes

Voordat ik veel te ver afdwaal (excuses, dat heb ik al gedaan), terug naar het onderwerp. Crypto’s, edelmetalen, grondstoffen en je eigen woning zijn geen beleggingen. Ook hier is het een zero-sum game, waarbij de som groter LIJKT te worden door het bovengenoemde verschijnsel. Feit is dat deze producten wellicht een zogenoemde “store of value” zijn.

Goud is vaak een toevluchtsoord voor “beleggers” omdat dit inflatie-onafhankelijk zou zijn. Ook de bitcoin-fans zijn er van overtuigd dat Bitcoin een inflatie-hedge is. (Ironisch genoeg, toen recentelijk de inflatie omhoog spoot in de VS en de rente verhoogd werd, klapte juist de Bitcoin in elkaar met een sterke daling, terwijl de dollar aan kracht won).

De prijzen van deze goederen worden bepaald door wat anderen er voor geven. Ik hoor je nu denken: dat is bij aandelen óók zo. Maar luister: dat is niet zo. Een bitcoin, of een kilo goud, of een kilo koper blijft een bitcoin, een kilo goud of een kilo koper. Slechts wat iemand anders dáár voor wil betalen bepaald de prijs.

Bij een aandeel is het totaal anders: jij wil iets betalen voor een onderdeel van een bedrijf, omdat dit bedrijf geld genereert. En daarmee wordt jouw aandeel meer waard: koersstijgingen zijn het gevolg van (op korte termijn) speculatie over toekomstige cashflow en op lange termijn het gevolg van het succes van het bedrijf. Het uitbetalen van dividend is voorts een “de-risking” strategie. Je onttrekt geld aan het bedrijf: dit komt uit het eigen vermogen. En daar zit een groot verschil: dit werkt niet bij grondstoffen, crypto’s en edelmetalen. Die kun je alleen verkopen, maar genereren zélf geen geld. Het is slechts onderdeel van de zero-sum game. Terwijl je aandeel het gevolg is van bedrijfsstrategie en wat klanten willen kopen bij het bedrijf.

En de eigen woning dan? Welnu: je eigen woning is een goede inflatie-hedge en verschaft goedkoop onderdak. Maar het betaald geen dividend en je kunt de overwaarde enkel verzilveren door het te verkopen. Daar heb je dus weinig aan als “vermogensopbouw”, omdat je altijd ergens zal moeten wonen.

Crowdfunding via Lendahand – interessant of niet?

Recentelijk heb ik een account aangemaakt bij Lendahand. Ik zag best wel wat positieve reviews, onder andere bij Betering. Ik heb me goed ingelezen en het concept bevalt me wel.

Het is geld uitlenen aan mensen in ontwikkelingslanden die daar “hun ding” van kunnen doen, via het middel “crowdfunding”. Er zijn tot nu toe bijna 2900 projecten gefinancierd. Velen hiervan hebben een duurzaam karakter en persoonlijk vind ik het ook wel fijn dat deze mensen niet naar een bank hoeven om tegen een hoger rentepercentage geld te lenen.

Dit is een stijl die me wel aanstaat. Het risico kan ik me veroorloven: ik zou niet meer dan “spielerei”-geld er op in zetten. Dat is geld wat ik eerder inzette op pennystocks en later gedeeltelijk getransfereerd heb naar Corekees. Dit financier ik uit het stukje “zakgeld” wat wij onszelf betalen. Al ons inkomen komt binnen op 1 rekening en een deel daarvan gaat weer naar onze persoonlijke rekeningen. Daarvan kunnen we doen wat we willen en is er dus nooit gezeur en gezever over kleding, gadgets, reisjes of mijn hobby-investeringen.

Waar ik me echter een beetje op verkeken heb: het (zeer!!!) beperkte aantal projecten wat er beschikbaar is op Lendahand. Niet meer dan een handje vol (pun intended). Of eigenlijk op dit moment maar 3 projecten.

In alle 3 de projecten heb ik nu wat geld geïnvesteerd. Gewoon om te kijken hoe het bevalt. In totaal heb ik 200 EUR geïnvesteerd, maar dankzij de kortingscode op de site van Betering hoefde ik maar 175 EUR te betalen. Mijn “exposure” is dus slechts 175 EUR en dat is goed te overzien. Nu ik zelf meedoe, heb ik ook een kortingscode. Feel free (na een gedegen eigen onderzoek!) om hier gebruik van te maken bij het afrekenen: 3EAA-WP7U-REFW

Het ene project kent een maandelijkse terugbetaling, het andere 6-maandelijks wat de standaard schijnt te zijn. Het derde project heeft een langere terugbetaling, dwz. pas na 12 maanden beginnen zij terug te betalen.
Ik ben vooral benieuwd welke nieuwe projecten er in de loop van de tijd nog bij komen. Ik ben namelijk met name geïnteresseerd in duurzaamheidsprojecten in ontwikkelingslanden.

Zin & onzin van technische analyse

Onlangs zat ik op een vliegveld in Canada en had ik alle tijd van de wereld. Ik kwam een bericht tegen over Shell met de titel “Shell in verse upswing“. BIj het lezen van de titel weet je het al: dit gaat over het specifieke vakgebied “technische analyse” van de aandelenmarkt.

Dit is een specifiek vakgebied, waar vooral rekenkundig het een en ander gedaan wordt. Sleutelwoorden zijn “kortetermijn-uptrend”, “weerstand”, “bodemvorming”, “correctie”,”steun”, “upswing” en vele meer. Je krijgt dan paragrafen als de volgende:

Thans is het van belang om vast te stellen dat de eerder ingezette correctie vanaf de €21,38-zone opdroogt en plaats mag maken voor een verse upswing.

Hoe kom ik tot die wijsheid? Welnu, ik zie een groene steunstreep op €19,20, nipt boven de 50%-Fibolijn en ruim boven een opkrullende SMA-lijn. Mogelijk dat vandaag de derde witte candle wordt geplaatst met de swingteller op +1 en de RSI net boven de 50-lijn.

Die combinatie leidt tot een positieve groene DBS-indicator, die hiermee de Up-status op het Dashboard aangeeft. Het is de eerste groene staaf in hopelijk een hele serie tot €21+ aan toe, want dat is het koersdoel van de huidige upswing.

Jargon om het moeilijk te maken

Bovenstaande is een hoop moeilijke taal om heel interessant te klinken. Het gelinkte artikel probeert dan ook zichzelf een authoriteit aan te meten door het complex te maken. Hierdoor lijkt het heel wat. Als je beter leest, zie je eigenlijk dat het klinkklare nonsens is.
Er staat feitelijk:
“Het is belangrijk dat de eerder ingezette daling vanaf de top op 21,38 niet verder gaat dan het niveau waar deze zich nu bevindt. Vanaf hier gaat de koers weer omhoog.
Dit komt omdat de koers daalde tot ongever 19,20 EUR. Dit ligt ruim boven het oplopende “lopende gemiddelde”, die uiteraard gestegen is doordat de koers de afgelopen dagen gestegen is (Let op: hier ontbreekt de definitie van hoe lang dit lopende gemiddelde is). Als de koers verder zou dalen, of gelijk zou blijven, dan daalt het lopende gemiddelde weer (en is het dus einde “opkrullende SMA-lijn”, wat een oplopend “simple moving average” is).
De “witte candle” betekent niets meer dan een stijgende koers op die dag. De “swingteller” is door de auteur zelf “uitgevonden”. De “RSI” is de relatieve sterkte die het marktsentiment meet. De koersen blijven stijgen, hopelijk gedurende een langere tijd want anders kun je nooit een hoger niveau halen.

Achtergrond technische analyse en het nut

Technische analyse wordt gebracht als iets wat enige voorspellende waarde heeft. Men gaat uit van weerstanden (pieken) en steunen (dalen). Een weerstand is een hoger niveau, en gaat er vanuit dat vanuit de psychologie men niet snel koopt boven de eerdere top – en juist winstnemingen doet waardoor de koers niet verder stijgt. Daarboven is het een “uitbraak uit de trend”. Een steun wordt gevormd op een lager niveau, en gaat er vanuit dat daaronder “de markt” zal denken dat de koers niet verder zal dalen en dus een goed instapmoment is.

Technische analyse heeft echter geen enkele voorspellende waarde. In de aandelenmarkt werkt het vrij simpel: als je verwacht dat een bedrijf over 5 jaar X-miljard waard is, dan is dat defacto de waarde van vandaag. De koers zal dan al stijgen. Dit heeft met technische analyse niets te maken. Ook is bekend dat mensen juist bij oplopende koersen (vooral als ze snel stijgen) aandelen bijkopen. En bij snel dalende koersen hun verlies proberen te beperken door te verkopen. Irrationeel gedrag, wat niet te voorspellen is met allerlei (zelf bedachte) indicatoren.

Er is nog nooit een definitieve studie gepresenteerd (voor zover ik weet en heb kunnen vinden) waarbij technische analyse een lager risico of hogere opbrengst genereerde. Technische analyse is vooral een leuke verklaring, achteraf, over wat een koers gedaan heeft. Het is een “handel”-indicator en geen beleggingsindicator.

Conclusie over de zin van technische analyse

Dat gezegd hebbende: er valt natuurlijk wel iets te zeggen over steun en weerstand niveau’s. Als ik zelf met stop/loss zou werken en met automatische orders, dan zou ik deze waarschijnlijk instellen op de steun en weerstandniveau’s. Zelf gebruik ik technische analyse tot op zekere hoogte: los van de actuele beurskoers zegt het mij iets over het niveau van de prijs. Is de prijs hoog of laag, in vergelijking met eerdere perioden.
Het is wat mij betreft zeer nuttig voor bodemvorming, omdat op de bodem waarschijnlijk meer mensen bijkopen (en daarmee defacto de bodem vormgeven).

Ik zou nooit de verkoop van mijn aandelen baseren op de technische analyse. Los van de rest, houdt het geen enkel rekening met dividenden. Er zijn voldoende aandelen die qua koerswinst matig tot slecht presteren, maar wel degelijk veel dividend betalen. Een koersdaling van enkele van mijn aandelen zou ik nooit gebruiken als verkoopargument. Pas als dit gepaard gaat met slecht management, slechte economische vooruitzichten en achterblijvend dividend is er een reden om te verkopen. Een ander argument kan natuurlijk “balancering van het portfolio” zijn. Zo hebben wij aan het begin van de zomer een deel van onze Shell aandelen verkocht en hier andere aandelen van gekocht.

Corekees: mijn update na 1 jaar bomenplanten

Het is vandaag exact 1 jaar geleden dat ik begonnen ben met het beleggen in bomen. Via Corekees, naar aanleiding van een blog van SVMV (die overigens reeds 9 maanden inactief is als blogger, maar wel een gedegen onderzoek heeft gedaan naar de juridische structuur). Disclaimer: ik heb geen enkele band met Corekees en dit is géén gesponsord artikel!

Corekees is een stichting, die op vroeger ontboste gebieden opnieuw bomen plant. De pongamiaboom om exact te zijn. Deze bomen groeien snel en levert peulvruchten die veel olie bevatten. De boom is extreem tolerant voor bodemsoorten, grondwaterstanden en kan zelfs groeien met zijn wortels in zout water staan. Ze is tolerant voor droogte maar prefereert forse regenval. Na een relatief gedegen onderzoek vanuit mijn kant, inclusief het napluizen van wetenschappelijke publicaties (1 & 2, bijvoorbeeld)omtrent deze boom, heb ik besloten dat het een steekhoudend verhaal is.

Critici zullen eenvoudig kunnen zeggen dat er een grote waarschuwing op de website staat: je belegt buiten AFM toezicht. Dit vind ik niet zo spannend: de reden dat er geen AFM toezicht is, is vanwege het feit dat er geen vergunningsplicht/prospectusplicht is. Dit verklaart ook het maximum aantal bomen op jaarbasis: 250.000 stuks. Bij dergelijke initiatieven is het plafond (om onder de vergunningsplicht te blijven) namelijk 5 miljoen euro op jaarbasis. En een obligatie (wat het feitelijk is) kost 20 EUR.

Na enkele jaren (3 a 4) draagt de boom vruchten en begint de productie, en ook de betaling van de obligatie. Productie wil zeggen dat er bonen afkomen, die verwerkt worden tot biobrandstof. De overblijvende pulp wordt verwerkt tot meststoffen. Tegelijkertijd wordt er grond opnieuw bebost (uiteraard) en dit houdt grond en voedingsstoffen vast. En een boom bestaat voor een groot deel uit koolstof: ongeveer 44kg per jaar voor deze bomen wordt vastgelegd (gemiddeld over de groeitijd).
Inmiddels heb ik er 64, wat volgens de rekenmodellen 2.816kg CO2 per jaar vastlegt. In 20 jaar is dat ongeveer 56 ton.

De bomen zijn nu 1 jaar oud en groeien in de volle grond, na enkele maanden onder schaduwdoeken opgepot te zijn. Nu hopen op goede jaren: voldoende regen, die gestaag valt.

Toekomstige voortgang

Momenteel is Corekees bezig met het introduceren van een nieuw platform. Geen idee wat het gaat worden, wel dat het is uitgesteld: oorspronkelijk zou dit midden oktober worden gelanceerd en nu staat er “begin november”. Tenzij ze op 4 november live zijn gegaan (want ik schrijf dit blogbericht op de 4e), is het momenteel nog niet live. Dat betekent ook dat ik in oktober en november (tot nu toe) nog geen nieuwe bomen heb kunnen kopen.

Ik hoop op functionaliteit als het opkopen & verkopen van huidige obligaties. Ik zou best een aantal bomen willen overnemen van anderen, als die acuut geld nodig hebben en dus willen verkopen. Anderzijds zou het ook mooi zijn als er andere “groene” initiatieven op het platform verhandeld kunnen worden. Dat is afwachten.

ABP, wat doe je nu?

Vorige week kwam in het nieuws dat het ABP, schijnbaar Nederlands grootste pensioenfonds, uit Shell stapt in een poging om te vergroenen. Een op papier begrijpelijke stap, al hebben ze eerder in het jaar juist hun belang uitgebreid.

En ik begrijp er geen barst van. De vaste lezers zullen inmiddels wel weten dat ik een soort energie-fanaticus ben, die zo bewust mogelijk leeft, zonder te stoppen met leven. Noem me hypocriet, met 3 kinderen.

Maar zoals gezegd, ik snap er niets van. Het ABP is een pensioenfonds. De taak van een pensioenfonds is een langetermijn-visie om de pensioenen van ambtenaren als ze stoppen met “werken” (sorry, ik kon het niet laten ;-)) te garanderen. Rendement is dus een zeer belangrijk criterium. Maar ook de lange termijn: tientallen jaren, als het al niet tot 2100 gaat.

En juist dáárom snap ik er niets van. Het zit (volgens mij namelijk als volgt:
De gevestigde fossiele bedrijven financieren hun toekomstige bedrijfsactiviteiten niet vanuit de aandelenposities die gehouden worden. Die worden voor het grootste deel verhandeld tussen Pietje en Klaasje, zonder enige tussenkomst van Shell.

Shell financiert zijn nieuwe activiteiten uit de cashflow die gegenereerd worden door “winst”. Winst tussen aanhalingstekens. Er is immers winst die geen cash is, en er zijn verliezen die geen geld kosten. Dit noemen we afschrijvingen. Zo boekte Shell vorig jaar een groot verlies, omdat ze gelegenheid zagen om bedrijfsonderdelen lager in te schatten qua waarde: een afschrijving op papier. Er is geen euro voor overgemaakt naar een andere bankrekening.

Onderliggend was er zelfs een sterke positieve cashflow. Met cash doet een bedrijf een aantal dingen. Uiteraard zijn bedrijfsmodel financieren (personeelskosten, inkoop, onderhoud), toekomstige winsten veiligstellen (investeringen, die je later weer afschrijft en de cashflow toekomstig mede daardoor vergroten) en uitbetalen als dividend. Uiteraard wordt er ook een stuk in reserve gehouden.

Door het houden van aandelen ontvangt het ABP ieder kwartaal dividend. Mooi voor de pensionado’s en goed voor de dekkingsgraad. Het verkopen van het belang betekent geen dividend (van Shell). Is dat slim? Weet ik niet, mogelijk krijgen ze elders een beter rendement.
Maar om het andere doel te bereiken, een “groener” portfolio? Nee. Zeker niet. Je maakt nu in één keer een draai die veel aandacht vestigt en vraagt. Het beïnvloedt echter op geen enkele manier het beleid van Shell: het geld van ABP hebben ze niet nodig (zie bovenstaande uitleg). En tegelijkertijd heeft het ABP geen inspraak meer in het beleid. En juist dáármee kun je vergroeningen teweeg brengen. Gebruik je stem om alternatieven op te zetten. Immers, de vraag naar olie en gas wordt niet minder – dus om de wereld echt te vergroenen moet je zorgen dat er geen olie en gas meer gebruikt wordt.

Als ik bij het ABP verantwoordelijk was voor de centen, had ik dus het volgende gedaan:

  1. Herinvesteer het dividend in andere bedrijven dan Shell. Hiermee onttrek je wél kapitaal aan het bedrijf (anders dan bij de verkoop van aandelen, waarbij het kapitaal simpelweg naar een ander gaat).
  2. En zorg dat dit bedrijven zijn die een alternatief vormen voor de klanten van Shell. Dit is breed: verpakkingsmaterialen (anders dan plastic, wat gemaakt wordt van olie en gas), vervoer (elektrisch ipv. fossiel of waterstof), PV-installaties, windturbines etc.
  3. Houd je stem in de aandeelhoudersvergadering. Hiermee kun je de koers bepalen en voorkomen dat er bedrijfsonderdelen worden afgestoten aan bedrijven die het allemaal niets interesseert. Immers, het afstoten van een bedrijfsonderdeel of het verkopen van een olieveld aan een ander is geen oplossing voor de wereld. Alleen voor de score van het bedrijf wat rapporteert…

Ik vrees echter dat we weinig kunnen verwachten van visieloze pensioenfondsen, die trots zijn dat ze zelfs in 2020 “belangen in steenkool” hebben verkocht.

Waarom ik zeer sceptisch ben over beursgangen in het algemeen en die van Coolblue in het bijzonder

Vandaag een blogpost met wat meer diepgaande gedachten dan de laatste paar: beursgangen. Recentelijk kwam in het nieuws dat Coolblue zijn beursgang uitstelt. Dit vanwege moeilijke marktomstandigheden en meer wollig geneuzel zonder substantie. Een schapenverhaaltje, dus eigenlijk. En ik hou niet van wollig geneuzel. Wel van schapen.

Eerst de disclaimer: ik ben geen beleggingsadviseur, alles is mijn persoonlijke mening, ik heb geen banden met het bedrijf anders dan dat ik er zelf regelmatig iets koop etc.

Maar Coolblue en een beursgang. Waarom sta ik daar sceptisch tegenover? Vrij simpel gezegd en wellicht ietwat kort-door-de-bocht: Coolblue is niets meer dan een dozenschuiver zonder onderhandelingspositie in een kleine markt die geteisterd wordt door grote concurrentie en weinig toegevoegde waarde zonder Unique Selling Position (USP), behalve wat leuke woordgrapjes.

Een dozenschuiver, omdat dit is wat zij doen: ze kopen elektronica en verkopen dit door, met een marge. Dat heet “handel”. Wat je bij hen kunt kopen, kun je overal kopen tegen soortgelijke prijzen en doorgaans met gelijkwaardige service. De prijzen zijn zeer transparant – en dat leidt tot concurrentie en vice versa. Legitieme business, dat handelen. Maar je verandert niets aan het product. Jouw opgehangen TV is gewoon een (bijvoorbeeld) LG Oled en je vrienden interesseert het pas waar het vandaan komt als “jouw partij” goedkoper is dan de hunne en op tijd leverde.

Pas als je een zeer sterke merkidentiteit hebt, kun je een grotere marge bedingen. Voorbeelden zijn Apple & Tesla: een Apple telefoon kost niets meer om te produceren dan een andere telefoon, maar mensen zijn bereid om te betalen voor het merk en de beleving. Die is gebouwd op goede producten met een goede user interface (volgens de fans). Er is dus een grote schare aan trouwe Apple-kopers, en de tegenhanger de Apple-haters. Dat vind Apple prima, want het maakt fans haast religieus. Een soortgelijk verschijnsel zie je bij Tesla. Dit is geen waardeoordeel, dit is spijkerharde supergoede marketing en merkenbouwen. Het is een groot compliment, wat ik zelf als “marketeer” graag geef.

Terug naar Coolblue: de gemiddelde consument zal het een rotzorg zijn waar ze hun elektronica kopen. Het zijn geen sterk wederkerende aankopen voor het gros en de selectie zal veelal op prijs zijn. Vooropgesteld dat een aantal “qualifiers” zijn vervuld: een betrouwbare partij met een naam. Dat is direct een probleem voor Coolblue: je kunt dezelfde producten kopen via Bol.com, Amazon, Wehkamp, Expert, MediaMarkt enzovoorts.

Mijn volgende argument in het korte statement was een gebrek aan onderhandelingspositie. Coolblue is actief op de Nederlandse markt, met al zijn 17 miljoen inwoners. Toegegeven, ook in België en Duitsland. Maar in Duitsland pas een jaartje. Duitsland is sexy, als marketeer, want er wonen 85 miljoen mensen van wie een aanzienlijk deel welvarend. Maar ook sterk digibeet (betalen doen Duitsers met name “Bar”, ofwel cash, 4G-ontvangst is er vaker niet dan wel en ook in breedband liggen ze nog ettelijke jaren achter) en reeds “bezet” door Amazon. Amazon heeft Nederland links laten liggen omdat we te klein zijn, maar heeft zich wel volop in de Duitse, Franse, Italiaanse, Spaanse en Engelse kant geworpen.

Wil je daar tegen vechten? Dat kan alleen als Amazon dat toestaat – want hun slagkracht is oneindig groter. Zij hebben wél een onderhandelingspositie tegenover hun leveranciers, en anders maken ze het product zelf wel. Dus ik ben vrij sceptisch over het Duitse avontuurtje.

Voorts heeft Coolblue een enorm tekort aan personeel – doorgaans niet handig als je snel wilt uitbreiden. Amazon heeft zijn personeel al en heeft zich recentelijk meer op de Nederlandse markt gericht. Daarbij zijn Amazon & Bol.com “platforms” waarop ook andere verkopers zijn aangesloten. Coolblue is een “one-trick-pony”.

Ergo: ik snap wel dat ze hun beursgang uitstellen en zelf zou ik het niet eens overwogen hebben. Maar dat komt wellicht door mijn scepsis over beursgangen in het algemeen:

Beursgangen in het algemeen

Een beursgang is van nature ontzettend paradoxaal: de eigenaar van het bedrijf wil dat jij deeltjes van het bedrijf koopt. Tegen een prijs die zij het in eerste instantie waard vinden: de inschrijvingsprijs. Maar hier zit de paradox: zij vinden het X-waard. Maar jij zult het alleen kopen als je denkt dat het in de komende tijd X+ wordt. Maar als de eigenaar dat zou verwachten, waarom is een beursgang dan uberhaupt ter sprake gekomen? Waren er geen andere manieren om aan kapitaal te komen? Of vloeit het kapitaal rechtstreeks in de zakken van de verkopende partij.

Met andere woorden: gaat jouw geld naar de bankrekening van het bedrijf (als “agio-reserve” of anderszins kapitaal versterking) of staat er in de prospectus dat de middelen dienen om schulden af te lossen (bij voorkeur aan de huidige eigenaar) of hun aandelenpakket over te nemen? In dat laatste geval ziet de onderneming 0 EUR op zijn bankrekening bijkomen, in het andere geval gaat het wel eerst naar de bankrekening en daarna naar een schuldeiser.
Dat is uiteraard legitiem, maar wel een heel andere reden om een bedrijf naar de beurs te brengen.

Beursgangen in het verleden hebben zelden geleid tot duurzame stijgingen van de koers. In zeer veel gevallen ligt de koers na een jaar handelen aanzienlijk onder de IPO-prijs (de openingsprijs). En dat is logisch: het bedrijf waar jij aandelen in gekocht hebt, heeft net zijn hele hut schoongemaakt en de gevel vervangen met wat mooie powerpoints over “growth potential”. En dat reeds ingeprijsd in de IPO (staat overigens voor “initial public offering”).

Om die reden schrijf ik in zijn algemeenheid nooit in op IPO’s. En ik koop ook geen aandelen in bedrijven met een te kleine toegevoegde waarde die makkelijk gekopieerd kan worden en zwaar bevochten is.

Mijn “Green Energy Tracker”

Onlangs kreeg ik de vraag van Mr. Groeigeld, welke Green Energy Tracker ik gebruik. Dit naar aanleiding van mijn bericht over oplopende dividenden en het feit dat ik alle dividenden van mijn Shell-aandelen gebruik om deze tracker aan te kopen.

Welnu: iShares Global Clean Energy UCITS ETF USD. Dit is dus een tracker van Blackrock en kan ik via DeGiro kopen zonder transactiekosten. Een nadeel is dat deze op de Xetra-beurs staat en je daar dus jaarlijks 2.50 EUR aansluitkosten op betaald. Echter, dat valt in het niet bij de transactiekosten. Want ik beleg (op dit moment) alleen de dividenden hierin en dat zet natuurlijk geen enorme zoden aan de dijk: enige winst zou zomaar opgegeten worden door transactiekosten. En de aansluitkosten op een andere beurs zijn ongeacht de transacties of grootte van de portefeuille.

Year-to-date doet dit fonds het verschrikkelijk: -24%. Ik sta nog op “0” dit jaar met dit fonds: vrijwel de gehele daling vond plaats in de eerste 2 maanden van dit jaar.
Het fonds heeft een kostenniveau van 0.65% en dividend wordt uitgekeerd (en dus niet automatisch opnieuw geïnvesteerd). Het fonds is genoteerd in principe in dollars, wat een deel van het negatieve rendement verklaart.

Welke bedrijven zitten er in? Is het dus wel “echt clean energy”?

Er zitten een aantal grote, bekende bedrijven in. Bekend tenminste als je bekend bent met de markt: Vestas (producent van windturbines), Orsted (uitbater van windparken), SolarEdge (omvormers voor PV-systemen), Xinyi (PV-producent), Siemens Gamesa (concurrent van Vestas) en nog een kleine 80 andere. Dit zijn met name energie-leveranciers van alternatieve energie en bedrijven die werken aan slimme (opslag)systemen zoals Enphase.

Voor mij tellen deze bedrijven mee als actieve leden van de energietransitie: ENEL bijvoorbeeld (Italiaanse producent van elektriciteit) heeft zijn footprint in 3 jaar zien dalen van 411 gram CO2 per kwh naar 296 gram. Een spectaculaire daling!
Het zullen ook bedrijven zijn waar het, zeker bij de producenten, cash regent. Hoge prijzen voor energie levert immers veel winst op bij bedrijven die geen marginale kosten hebben om energie te produceren. Ik heb dus wel hoop dat het hier ook de goede kant op gaat de komende maanden.

Dividend knalt het dak uit!

In een zeldzaam moment van briljantie toeval hebben wij vorig jaar een pakket aandelen opgepikt. Zo ongeveer op het dieptepunt van wat uiteindelijk een flits-dip bleek te zijn: het begin van de pandemie. In zéér korte tijd donderde de hele aandelenmarkt in elkaar. Midden februari 2020 stond de AEX rond de 629 punten, wat destijds behoorlijk hoog was. Een maand later, op 18 maart, waren hier nog 404 punten van over: -35.7% in 4 weken.

In die periode hebben wij een aantal aankopen gedaan. We hebben gekeken naar wat we “altijd nodig” hebben: energie, banken, eten en bier. We hebben bedrijven gezocht met sterke balansen, waarbij de koersen extreem zwaar naar beneden zijn gedrukt.

En zo hadden we wat mazzeltjes: ING en Shell hebben we opgepikt tegen, achteraf, bodemprijzen. Bij ING staat onze Gemiddelde Aankoop Koers (GAK) op 4.56. Niet ver van de absolute bodem van 4.30. Tot nu toe staat dit aandeel op +164%.

Shell hadden we aangekocht op de laagste prijs tot dan toe, 11.43 EUR. Dit koerst inmiddels 71% boven de bodem.
Andere aankopen waren Unilever (41 EUR), Ahold (22.56), Heineken (84.3) en in een later stadium BAM (gekocht in februari 2021, voor 2.17).

Heineken is tot nu toe de enige die onder de 10% is blijven steken. We hadden naar ons eigen lijstje moeten kijken en toch voor een bier-aandeel moeten gaan ipv. Heineken. Die kochten we vlak voor de heropening van de horeca in 2020. Sindsien is het aandeel gestegen met 8,25% en heeft het 1,16% dividend opgeleverd (afgezet tegen de kosten).

Maar de anderen…Man o man!

Dividend-on-cost

Bovenstaande is tóch een lekker plaatje. De reden waarom ik kijk naar “dividend on cost” is simpel: dat zijn de kosten die ik heb gemaakt en dus het rendement vormen op mijn inleg. De huidige koers is voor mijn dividendrendement totaal niet interessant.

ING springt er bovenuit. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat dit rendement inclusief een “aankondiging” is, die plaats zou vinden na 30 september en het uitgestelde dividend van 2019 zou betreffen. Dit is voorlopig uitgerekend op 0.45 per aandeel. Je begrijpt dat op een GAK van 4.56 EUR dit een behoorlijk percentage is.

De relevantie van dividend-yield

De relevantie van dividend-yield is voor mij tweezijdig: enerzijds levert het cash op, wat opnieuw wordt belegd. Zo worden de dividenden van Shell gestoken in Green Energy-trackers. Ik hou van ironie.
Anderzijds is het een stukje “risicomanagement”. Hoe hoger het in het verleden uitgekeerde rendement, des te lager is het risico. Ik zie het op die manier als een stukje schuld afbetaling. Ik heb geld in de ING gestoken, en met het rendement wordt het risico op mijn ingebrachte kapitaal steeds iets kleiner. Na enkele jaren is er geen enkel risico meer; er is meer dividend betaald dan de oorspronkelijke inleg was.

Daarna (en ook tijdens) is het altijd een spelletje van “opportunity costs”. Kan ik elders een hoger rendement krijgen, bij een gelijke of betere maatschappelijke impact. Of een vergelijkbaar rendement, met een betere maatschappelijke impact?

De reden dat ik voor deze bedrijven heb gekozen is ook gelegen in het feit dat ik van al deze bedrijven producten afneem: bier (Brand is een merk van Heineken), eten & verzorging (bepaalde producten van Unilever), eten en andere artikelen (Albert Heijn & Bol), brandstof (áls ik tank, uitsluitend bij Shell) en bankproducten (mijn hypotheek en betaalrekening lopen bij ING).

Corekees; 40 bomen reeds, wat levert het op?

Ik ben lekker vrij en de kinderen zijn op BSO / kinderopvang. Ik ben dus heerlijk de hele dag bezig geweest met weinig. Honden uitlaten, beetje stofzuigen, wat blogs klaarzetten en wat dingen uitzoeken voor mijn nieuwe avontuur. Maar ik heb ook flink in de tuin gewerkt. En toen dacht ik opeens aan “mijn boompjes in Paraguay”.

Al vanaf november investeer ik in obligaties van Corekees. Het principe is vrij simpel: ze planten bomen (in Paraguay, op land wat niet recent ontbost is maar al tientallen jaren geleden). De Paraguyaanse overheid voert grootschalige herbebossingscampagnes uit, en veel boeren werken daar aan mee. Corekees verkoopt obligaties (1 obligatie = 1 boom) en plant die bomen bij veeboeren in de grond.

De boeren hebben een belang om de bomen te laten staan: ze leveren geld op. Er groeien noten aan en die noten leveren olie. En wat er overblijft van de noten is krachtvoer voor het vee. Mooi circulair.

Maar inmiddels zit ik dus op 40 bomen. Helemaal niet slecht! Zeker niet als je bedenkt dat ik er 5 heb “gekregen” doordat iemand anders mijn referral code heeft opgegeven (Helaas werkt corekees niet meer met referral codes, april 2022). En daar ben ik blij mee!

Wat levert dit nu op?

Ten eerste levert het een aanzienlijke CO2-reductie op. De bomen groeien en schijnen gemiddeld 44kg per jaar aan CO2 op te nemen. Laat dit een 10% er naast zitten, dan komen we op 40kg. Per jaar. Mijn 40 bomen compenseren dus reeds 1600kg CO2 per jaar. Dat is een aardige hoeveelheid: ongeveer 40% van de CO2 uitstoot van ons huishouden in 2020 voor de categoriën elektriciteit, verwarming en mobiliteit.

Maar natuurlijk ook geld. En laten we er geen doekjes om winden: als het geen geld opleverde had ik het niet gedaan. Zo simpel is het. En dat hebben ze bij Corekees dan ook goed begrepen.

Bron: Corekees’ obligatievoorwaarden

Als ik bovenstaande tabel in een grafiekje plot, dan zie je een mooie piek ontstaan. Ik kies er voor (in deze grafiek) om 20 jaar lang in te leggen in de bomen. Door het uitbetalingsschema in bovenstaande tabel ligt de piek in 2042 met 3970 USD op jaarbasis. Daarna loopt het iets terug, want de eerste obligaties zijn dan inmiddels verlopen.

Maar er is ook geld geïnvesteerd uiteraard. Dus hebben we meer nodig om een duidelijk beeld te krijgen: de cumulatieve betalingen & de cumulatieve inleg. Voor die gelegenheid heb ik een grafiek met 2 assen gemaakt en is de jaarlijkse uitbetaling in kolommen weergegeven:

Vanaf 2038 is de totale uitbetaling groter dan de totale inleg. Vanaf 2030 echter is de jaarlijkse uitbetaling groter dan de jaarlijkse inleg. En dat vind ik een vrij overzichtelijk resultaat. Op deze manier heb ik een passief inkomen vanaf 2030 welke groter is dan 1200 EUR per jaar (en wat gelijk is aan de inleg) en dat groeit. Vanaf 2040 stopt de inleg (in dit scenario) en bedragen de jaarlijkse betalingen meerdere duizenden dollars per jaar tot het jaar 2060. Dit is allemaal niet geheel toevallig: in 2040 ben ik 55 en dan vind ik dit een mooie passieve inkomstenbron.

Ik vind het een mooi initiatief en ik hoop er iets aan over te houden. Ik zie geen alarmbelletjes rondom het hele gebeuren en wat ik er van kan nagaan vind ik een knap staaltje “derisken”. Doe mee, als je wilt. Of niet, als je niet wilt. Als je wel wil: vergeet m’n referral code niet :-).

(en nee, dit is géén advertorial! De eerste substantiële uitbetaling van de obligaties verwacht ik in 2026 (iets meer dan 300 USD in dat jaar). Mocht er iets geks gebeuren dan (of in de tussentijd), dan zal ik het melden)