Al eerder heb ik het verzoek gekregen om een berekening te maken voor bovenstaand onderwerp. Wat is nu goedkoper, een grondwaterpomp of water uit de kraan om de tuin te beregenen. Dat is natuurlijk vrij eenvoudig uit te rekenen, en dus doe ik het. Zelf hebben wij géén grondwaterput en het grootste deel van de tuin beregen ik hemelaal nooit. Om een doodsimpele reden: gras overleeft het wel (en een gazon hoef je dus niet te sproeien). De rest van de tuin krijgt water uit de regentonnen en een deel van de tuin ligt iets verdiept en daar komen de hemelwaterafvoeren in uit. Daar is het dus vrijwel altijd nat (of in ieder geval natter).
Maar soms is de regenton leeg. Dat speelde vooral in juni, toen het een maand lang simpelweg droog was. Om de beukenhaag te behouden heeft die wel regelmatig water gehad. Het is immers zonde om deze dood te laten gaan en beuken houden niet zo van droogte. Als ze ouder zijn kunnen ze er aardig tegen, maar deze haag is vorig jaar aangeplant.
Los van de kosten valt er nog wel meer te zeggen over beregenen: zo zou je kunnen stellen dat het zonde is om dit met kraanwater te doen. Het is immers goed drinkwater, en daar is een hoop energie ingestoken om dit te maken. En dat is ook waar (en daarom gebruiken wij weinig water).
Maar je kunt ook een ander standpunt innemen: grondwateronttrekking van particulieren gebeurd “niet-transparant”. Het wordt simpelweg niet gemonitord. Maar het heeft wél effect op de grondwaterspiegel. Beregenen met kraanwater is wellicht zonde, maar in ieder geval wordt dit geregistreerd. Het geeft dus een beter inzicht met wat er allemaal gebeurd met het grondwater. Enfin:
De Business case: pompen of verzuipen
Om deze berekening te maken heb ik wat aannames moeten doen. Zo heb ik geleerd dat een beetje grondwaterpomp minimaal 100 EUR kost en een WHOPPING! 3.000 liter water of meer per uur oplevert. Daar staat dan bij “geschikt voor tuin tot 100m2”. Met andere woorden: Geldsnor zou er niets aan hebben, maar een beetje stadsmens misschien nog wel.
Dit type pompen heeft een vermogen van 800W. Ik ga uit van 1x per week beregenen, 3 uur lang. 9.000 liter water dus en een verbruik van 2.4kwh per week. Dit in de hele zomerperiode: van mei t/m september. Voor het gemak dus 20 weken.
In 20 weken valt het elektriciteitsverbruik wel mee. 48kwh valt in de marge en kost je hooguit 2 tientjes. De pomp zelf gaat wellicht 10 jaar mee; de afschrijving van de pomp is per jaar dus nog een keer een tientje. In zijn totaliteit kost het beregenen met grondwater een kleine 30 EUR per jaar.
Water uit de kraan kost ongeveer 1,25 EUR per m3. Voor 30 EUR kun je dus 24.000 liter water kopen. Met hetzelfde sproeiregiment heb je echter 180 m3 per jaar nodig en dat kost al snel 200 EUR.
Zuiver in de verbruikskosten en als je héél véél water oppompt, is een waterpomp dus goedkoper. Maar: hierbij hou ik geen rekening met alle leuke gadgets die je kunt kopen. Leidingen, aansluitmateriaal, een aansturingscomputer. En ook het slaan van een grondwaterput (rond de 400 EUR voor 7 meter) is niet meegenomen.
Al met al: een jaartje of 2-3 voordat de grondwaterpomp is terugverdiend. Mits je 9.000 liter water sproeit op je tuin, per week.
Is 9000 liter veel?
Dan komen we bij een andere vraag: is dat een beetje een gangbaar volume? Dat wil ik wel even in perspectief plaatsen. 9000 liter, op een oppervlakte van 100m2, is gelijk aan 90mm neerslag. Als je dit 20 weken lang zou doen, dan heb je 1800mm “neerslag” toegevoegd aan je tuin. In Nederland valt tussen de 800-1000mm neerslag per jaar (enigszins afhankelijk van de regio). Met andere woorden: 1x per week 9m3 water in je tuintje dumpen is totaal overbodige nonsens, tenzij je een kwekerij met tropische planten hebt. Voor alle andere mensen volstaat het gietertje om te voorkomen dat je planten kapot gaan bij droogte.
Dat noemen wij “Darwinistisch tuinieren”. Dat wat het hier niet overleefd, hoort hier niet…
(noot: een paar tegeltjes wippen is ook erg goed voor de grond, evenals deze bedekt houden met beplanting)
Begin september is het tijd om onze waterstanden door te geven. Dit doen we al zo lang als dat we in dit dorp wonen en dat is inmiddels al ruim 12 jaar. In die tijd zijn we weliswaar verhuisd, maar dat heeft geen invloed op ons waterverbruik. Immers, de grootste invloed op ons waterverbruik is het aantal personen in ons huishouden en de tuin. En onze tuin is nagenoeg net zo groot als onze vorige tuin.
Maar goed: het waterverbruik dus. We hebben de afgelopen 12 maanden aanzienlijk minder water verbruikt dan vorige jaren. -7,75% en daarmee zijn we terug op het niveau van 2017. Dat vind ik een aardige prestatie. In die tussenliggende jaren is ons gezin namelijk wel gegroeid van 3 naar 5 personen.
Ons gemiddelde waterverbruik is teruggelopen tot 65 liter per persoon per dag. Met de gemiddelde waardes die ik kan vinden (die sterk beïnvloedt worden door gezinsgrootte, waarbij grote gezinnen véél efficiënter zijn dan kleine gezinnen per persoon), ben ik niet ontevreden.
Zeker als je bedenkt dat we in juni een zwembad hebben gevuld (4000 liter) en toen ook af en toe de voortuin beregend hebben om de beukenhaag te redden. De rest van de zomer was dit niet meer nodig… En als je bedenkt dat we vorig jaar 2 weken langer op vakantie waren dan dit jaar (en dat is toch 4% van een jaar), dan is het helemaal wel redelijk!
Tegelijkertijd zal er weinig ruimte zijn voor verbetering. We werken af en toe thuis, maar hebben ook meer was. Er wordt tegenwoordig gevoetbald, getennist en de kleren worden steeds groter (omdat die sprinkhanenplaag maar blijft groeien en er passen minder kleren met maat 134 in de wasmachine dan van 110 of 96…).
Op naar een nieuw “waterjaar”, waarbij ik het in ieder geval niet al te ver wil laten oplopen…
Althans, bijna. De laatste zes maanden van het jaar hebben namelijk meer dagen dan de eerste zes maanden. Maar de eerste zes maanden van 2023 liggen achter ons.
Het waren voor mij turbulente, drukke maar heel leuke maanden. Maanden waarin we een nieuwe bank kochten, een cargobike (passen 3 kinderen op), het contract voor de auto verlengden en triple glas voor beneden bestelden. Dit laatste wordt aankomende week geplaatst.
Ook zijn we al 2x met de caravan weggeweest en allebei op een soort vriendenweekend geweest. Heerlijk!
Het belangrijkste: de kinderen zitten goed in hun vel en we hebben dus veel leuke en nuttige dingen gedaan. Elle dag ga ik met extreem veel plezier aan het werk. Ik geniet er van. Complexe problemen, overleg met collega’s in levende lijve: fantastisch.
Het tweede halfjaar belooft nog beter te worden. We hebben maar liefst 3 vakanties gepland (zomer, herfst en kerst) en bouwen dus vooral herinneringen en ervaringen.
Nu moet ik de heg gaan snoeien en afvoeren. Daar voel ik me vaak slecht over. Is dat gek? Het liefst heb ik de heg zo groot en hoog mogelijk, om zoveel mogelijk groen te hebben. Maar Lieftallige Echtgenote heeft bepaald dat ik het moet doen.
Ik salueer, buig, schuifel achteruit naar de deur. Klap de hakken tegen elkaar, draai om en ga aan de slag.
Toevallig schreef ik exact een jaar geleden (voor de snelle rekenaars: 15 juni 2022 dus) een blogpost over het buitenhouden van de warmte. Nu is het toevallig weer actueel. Toegegeven: het is al langer actueel dan alleen vandaag. En de ergste hitte hebben we wellicht al gehad. In mijn regio is het al iedere dag boven de 20C geweest in de maand juni en hebben we al 8 zomerse dagen en 3 tropische dagen gehad.
Het is dus wel zaak om de warmte buiten te houden. Maar hoe doe je dat effectief? Met natte lakens, gordijnen dicht etc? Ik geef wat tips en tricks. En ik geef meteen grif toe: de airco draait hier in huis al een aantal dagen volop. We willen namelijk ’s nachts de ramen liever niet open zetten om te luchten. Hoe effectief dat ook is: de hooikoorts is vreselijk dit jaar! Hieronder een integrale kopie van het bericht vorig jaar. Met wat kleine aanpassingen.
Warmte buiten houden: licht
Let hier op de vraagstelling: de warmte uit het huis houden. En dat geeft al een gedeelte van de clue weg: je moet de warmte uit het huis zien te houden. Warmte bestaat uit verschillende componenten. Of eigenlijk: het zonlicht bestaat uit verschillende componenten die allemaal iets toevoegen aan de warmte. Veel mensen denken dat alleen infrarood-straling (IR) warmte is. Dat is pertinent onjuist. IR is het onzichtbare deel van de zonnestraling die wel energie oplevert, maar niet zichtbaar is. Zonlicht valt uiteen in een spectrum: de kortste golven zijn UV-C-B-A, waarbij UV-C volledig door de atmosfeer tegengehouden wordt. UV-B voor het grootste deel en UV-A het minst. Deze laatste 2 laten je verbranden. Bemerk hierbij: glas filtert alle UV-B en vrijwel 100% van de UV-A.
Het ultra-violette zonlicht bevat ongeveer 3% van de energie. De volgende 47% wordt geleverd door het zichtbare licht (wat uiteenvalt als een regenboog). Slechts 50% is infrarood. Met andere woorden: ook het buitenhouden van zichtbaar licht is héél belangrijk.
Dit kan op verschillende manieren. Het meest effectief is zonwering. Dit houdt effectief het licht tegen. Feitelijk wil je 2 dingen doen: je wilt voorkomen dat het directe licht naar binnen valt en de ruimte opwarmt. Maar ook wil je het grootste deel van het licht gereflecteert wordt. Helaas betekent dit een zo-wit-mogelijke stof. Maar ook een dikke stof: anders valt er alsnog véél diffus licht doorheen. En diffuus licht bevat net zoveel energie.
Als je dus zonwering hebt (ongeacht kleur of soort): gebruik deze!
Hetzelfde geldt voor rolluiken: als je deze hebt, gebruik ze dan. Rolluiken zijn de perfecte zonwering, omdat ze helemaal géén licht doorlaten. Het wordt er wel donker van in huis – maar dat is precies de bedoeling uiteraard. En als je er niet bent, maakt dit weinig uit.
Warmte buiten houden: beplanting
Beplanting is zeer effectief in het buitenhouden van warmte. Planten verdampen water en daardoor koelen ze de omgeving. Maar niet alleen dat: ze geven natuurlijk ook schaduw en ze houden de bodem koel.
Dit laatste is niet onbelangrijk voor de nachten: je wilt dat het maximaal afkoelt rondom je huis voor de nachtventilatie (komt verderop). Ook wil je dat de muren koel blijven, om zgn. hittedoorslag te voorkomen. Je muren en stoepen nemen ongelooflijk veel warmte op, en die warmte wordt uitgestraald. Naar buiten, waardoor de omgevingslucht warmer is. Maar ook naar binnen, waardoor het veel moeilijker is de woning af te koelen als de warmte er eenmaal in zit.
Zelf hebben we hier een redelijke oplossing voor. Er staan een aantal boompjes voor het huis die de vroege ochtendzon uit de slaapkamers van de meisjes houdt (zij slapen aan de oostzijde) en uit de woonkamer. Na verloop van tijd draait de zon, en wordt de inschijnhoek naar binnentoe zo klein dat er nauwelijks nog zonlicht direct binnenkomt.
Ook is de tuin volledig beplant, behalve de oprit. Die ligt dan weer aan de noordkant van het huis en warmt dus sowieso minder op. De tuin aan de zijkant van het huis is ook volledig beplant. Daar liggen de wadi’s van de voortuin en de achtertuin: hier verdampt veel vocht dankzij de zeer groot-bladerige planten die er staan. Tussen de wadi’s staat een grote beukenhaag. 3 meter breed, 4 meter hoog, 2 meter diep. Dat is heel wat plant-oppervlak die daar de muren koel houdt.
De achterkant van het huis is moeilijker. Hier staan 2 boompjes nabij het terras wat aan de woning grenst. Deze geven niet heel veel schaduw. Dit is pal op het westen en de avondzon is hier flink aanwezig. De muur van de garage ligt op het zuiden, evenals de muur van de bijkeuken. De achtergevel ligt (logischerwijs) op het westen. En door het terras is het hier warm. Het huis is een meter of 7 breed hier en het bestraatte oppervlak dus een dikke 25m2. De muren zijn ongeveer 60m2 en het is dus een beetje een bakoven. Hier willen we de komende jaren nog wel meer mee doen. Maar er is dus geen vaste zonwering of beplanting om de warmte op te nemen. Ook het krokante grasveld helpt niet mee…
Maar ik heb geen zonwering of rolluiken!
Als je geen zonwering of rolluiken hebt, dan ben je nu een beetje laat: zoals wij met de achtertuin. Maar er zijn andere methodes. Onze openslaande tuindeuren liggen op het westen en zijn dus een grote bron van hitte. Hier hangen wij bij warme dagen een wit laken voor. Dit voorkomt heel veel lichtinval en dus warmte.
Ook staat er een hele grote parasol op het terras. Dit voorkomt dat de stenen en de muren teveel opwarmen. Ik zie mensen ook wel eens parasols voor het raam zetten. Slim! (Dit hebben wij dit jaar ook gedaan!)
Ventilatie: ’s ochtends en ’s nachts
Het belangrijkste bij hitte: alles gesloten houden. Want het is niet alleen het zonlicht wat je huis opwarmt. Ook de buitenlucht is warm en warmte de woning dus op. Ook dit geeft een hint: je kunt blijven ventileren tot het moment dat het binnen koeler is dan buiten. Vanaf dat moment sluit je alles hermetisch af. Als je niet thuis bent: hou de ramen gesloten.
Doe dit tot (laat) in de avond. Het kan tot middernacht op hete dagen boven de 25C zijn. Een raam openen heeft dan nog geen zin. In de zomer werk ik vaak volgens een zomerschema. De dag begint dan rond 5 uur ’s ochtends. Ik zet de achterdeur open, en de tuindeuren. De koele lucht kan dan naar binnenstromen en de warmte kan er uit. Deze deuren blijven open, totdat het buiten weer warmer is dan binnen. De dakramen op zolder gaan vervolgens wagenwijd open, en ik zet iets voor de gangdeur: de dakramen zorgen voor een schoorsteeneffect. Dit is ontzettend krachtig en zorgt voor véél verse lucht en een enorm effectieve manier om warmte er uit te krijgen.
Stop niet met ventileren als je denkt dat de temperatuur is bereikt en je het fris krijgt. De muren en vloeren bevatten heel veel warmte. Zodra je stopt met ventileren zal de temperatuur weer oplopen.
Wat moet je vooral niet doen met hitte?
Er zijn ook wel wat tips te bedenken wat je niet moet doen. Het gebruik van mobiele airco’s is af te raden. Waarom? Deze voegen meer warmte toe aan de woning dan ze er uit halen. Deze werken vaak met losse, niet-geïsoleerde slangen. Het briesje is verkoelend, maar de woning wordt warmer.
Hetzelfde geldt voor natte lappen. Ja, de verdamping van het water kost heel veel energie en de ruimte koelt dus iets af. Maar de luchtvochtigheid loopt ook op, waardoor de gevoelstemperatuur stijgt. Je huid nat deppen is effectiever.
Ook het sluiten van gordijnen is maar matig effectief. Het voorkomt weliswaar lokale opwarming, maar de warmte ís al door het glas heen gekomen. En zit dus in de woning. Gordijnen houden dit niet tegen. Met een beetje pech moet je zelfs verlichting aan doen om nog wat te kunnen zien.
En de airco gebruiken dan?
Airco’s zijn bewezen effectief. Zelf heb ik airco op alle verdiepingen van de woning. Als ik wil, dan heb ik de hele woning permanent koel en de hitte zó buiten. Lang leve de (split-unit) airco. Ze hebben alleen één nadeel: ze verbruiken een hoop elektriciteit. Minder dan de meeste mensen denken, maar meer dan ik noodzakelijk vind. Pas als de woning boven de 27C komt gaat hier de airco aan (en dat is dus al enkele dagen het geval geweest). Tot die tijd is het met blote voeten en nachtventilatie heel aardig vol te houden. Ook aan warmte wen je tenslotte.
Al veel mensen hebben er over geschreven, waaronder de Boodschappenbudget-blogster Aaf. En eerder dit jaar had ik hier zelf al over geschreven. Toen verwachtte ik nog dat het boodschappenbudget terug zou lopen tot 600 in de maand maart. Maar dat bleek niet zo te zijn. Integendeel. Maart eindigde niet op de genoemde 600 EUR, maar op iets meer dan 900 EUR. Autsj!
Het lijkt er op dat ook wij niet inflatie-veilig zijn. Niet verbazingwekkend natuurlijk: het wordt gewoon allemaal duurder en we zitten duidelijk in een loonspiraal. Die overigens aan mij voorbij gaat voorlopig (CAO loopt tot 2024!). Maar Lieftallige Echtgenote profiteert dan weer wel.
Ons boodschappenbudget
Enfin: de boodschappen. Dat is bij ons een categorie die we “levensonderhoud” noemen. Dit omvat meer dan alleen het eten. Het omvat ook de luiers en persoonlijke verzorgingsmiddelen. Onze boodschappen waren al een poosje min of meer stabiel. Maar niet meer.
Iedere maand budgetteren wij 700 EUR voor dit potje “levensonderhoud”. Dit voor ons gezin van 5 (3 kinderen en 2 volwassenen). Dit budget was zoals gezegd min of meer stabiel. De kinderen gaan steeds meer eten, maar er gebruikt er nog maar eentje luiers.
Metingen over één maand zijn relatief weinigzeggend bij boodschappen. Wij doen altijd op dezelfde dag boodschappen en dus is een maand met 5 vrijdagen (in ons geval) altijd duurder dan met 4. Dus heb ik gekeken naar de eerste 5 maanden van ieder jaar sinds 2018. Ik kan best verder terug in de tijd, maar dat heeft relatief weinig zin: toen hadden we maar één kind en voor 2015 nul.
Dit effect zie je overigens ook wel terug tussen 2018 en 2019. Mijn oudste dochter (tweede kind) is van eind 2018. En telde dus in 2018 nog niet mee in de eerste maanden. De eerste 5 maanden van 2018 spendeerden we gemiddeld 475.20 EUR per maand aan boodschappen. De jaren daarna bleef dit stabiel: tussen de 665 en 711 EUR.
Tot dit jaar…Want we knallen nu door de 800 EUR grens heen, gemiddeld.
Natuurlijk kan daar nog best iets vanaf. Er zitten altijd indicentele uitgaven. Zo hadden we dit jaar een barbeque in de vakantie, en mijn schoonzus en zwager hebben hun tikkie niet betaald. Daar kan ik over gaan miepen (dat scheelt namelijk al gauw een tientje gemiddeld op deze maanden). Maar ik vermoed dat ze niet zo breed zitten. Dus ik miep er niet over. Uiteindelijk zijn dat ook niet de dingen waar het in zit. Het zit eerder in het brood (waar de kinderen ook aanzienlijk méér van zijn gaan eten) wat bijna 4 EUR per brood kost. Of de stervensdure koffie (die we ook nauwelijks nog drinken) en natuurlijk het feit dat alles veel duurder is geworden.
Ik schat dan ook niet in dat het anders gaat worden de komende maanden. We blijven een beetje opletten, maar gaan niet enorm bezuinigen op het moment. Het is wat het is.
In Huize Geldsnor houden we van alles bij, uiteraard. Wat er in komt aan geld, wat er uit gaat en wat er dus overblijft. En wat we daar mee doen. Maar ook ons energieverbruik, energieopbrengst en CO2-emissies als gevolg van verwarmen, elektriciteitsverbruik en vervoer. Verder houden we natuurlijk ook grip op de ventilatie: is het niet té vochtig in huis (of is het huis niet te koud). Maar de CO2-concentratie in huis hield ik nog niet bij. Grotendeels vond ik dit een hype, en de CO2-meters waren in de corona-periode ook niet aan te slepen.
Maar recentelijk hebben we toch een CO2-meter gekocht. Hier ga ik geen statistieken van bijhouden, maar ik vind het toch prettig om te weten of we voldoende verse lucht binnenkrijgen. Want soms zijn wij helaas gedwongen om de ramen dicht te houden: de achterbuurman heeft een hobby en dat is het opstoken van alles wat hij tegenkomt. Soms doet hij dit overdag, soms midden in de nacht: er is geen peil op te trekken. Dus zijn de ramen vaker dicht dan open.
Klein puntje van irritatie is dat wel, maar er is slechts beperkte handelingsruimte voor de politie. Zelf langs de deur gaan bood onvoldoende soelaas. Te horen aan zijn nare hoestje is dit echter iets van tijdelijke aard. Vergeef mijn zwartgalligheid… Nog een klein puntje van irritatie: het is CO2. Geen Co2. Co is de wetenschappelijke afkorting voor Cobalt. Een belangrijk element, maar het heeft niets te maken met koolstofdioxide (C van koolstof, O van Oxygen ofwel zuurstof dus “oxide” en 2 van “di”-oxide). Goed, breed gezien wel, want Cobalt wordt (helaas) veel gebruikt in accu’s en daarmee kun je energie opslaan en je eigen geproduceerde stroom opslaan. Maar dat is zelfs voor mij vergezocht.
Anyway: in de ochtend is het keurig rond de 450 ppm of daar onder. Je merkt wel dat dit stiekem snel oploopt als je thuis bent. Waardes rond de 1000 zie je snel. Schijnbaar moet je boven de 1200 écht gaan ventileren. Als in éxtra ventileren. Dat doen we dan ook keurig. De lakmoesproef volgt bij het vieren van een verjaardag deze week. Is onze natuurlijke ventilatie afdoende om de lucht binnen “gezond” te houden? Ons huis is helaas niet ingericht met mechanische ventilatie met warmte-terugwinning (WTW) en we “moeten” het dus hebben van ventilatie via de roosters. Uiteraard hebben we op de badkamer wél mechanische ventilatie (zonder WTW), maar die werkt op een vochtsensor. Voor dit doel hebben we daar dus weinig aan…
Heb jij een CO2-meter? Of hoe hou jij in de gaten of de luchtkwaliteit goed genoeg is?
Het kan snel gaan. Nog niet zo lang geleden schreef ik: en toen was ik werkloos. Een wereld aan acties lag open. Zo ook de ondoorgrondelijke wereld van het UWV. Nog nooit ben ik werkloos geweest in mijn leven, en met het UWV heb ik alleen van doen gehad in een faillissement van een werkgever. Maar nu moest ik een uitkering aanvragen. Dat wilde ik niet per se, maar het is wel verstandig. Ik heb er recht op, maar hoop van het recht geen gebruik te hoeven maken.
Tsjonge, wat een ondoorgrondelijkheid! In de eerste plaats werd berekend door de site van het UWV wat mijn uitkering zou zijn. Dit gebaseerd op inkomen en parttime percentage. Ik werkte immers parttime. Er kwam een melding met de waarschuwing dat ik wellicht minder uitkering zou ontvangen dan het sociale minimum. Na enkele vragen over het inkomen van mijn partner bleek dat niet het geval ;-). Maar iets later kreeg ik een brief: mijn uitkering is gebaseerd op het dagloon. Dus het maandloon wordt omgerekend naar een dagloon. Prima, dit was 320 EUR per dag (volgens het UWV). Maar omdat ik in het verleden meer verdiende, werd dit dagloon verhoogd tot 390 EUR per dag. Om vervolgens af te sluiten dat dit boven het maximumdagloon ligt (rond de 250 EUR). Ergo: dan hoef je het ook niet te verhogen, want het eerste lag al bóven het maximumdagloon…
Anyway: ik heb gister een aanbieding gekregen van een nieuwe werkgever. We zijn nu aan het kijken wanneer ik kan beginnen en wat ik allemaal moet regelen. Want het heeft natuurlijk een grote impact op het gezin: niet langer werk ik primair vanuit huis, maar zal ik ook veel op (een) kantoor zijn. Dat heb ik gemist, maar betekent wel het een en ander voor BuitenSchoolse Opvang (BSO) en toeslagen. Het belangrijkse is: hebben ze plek voor de kinderen. Dan kan ik daarop mijn werkmomenten (op kantoor) afstemmen.
Het zal in ieder geval fors aanpassen worden voor ons allemaal. Niet langer hele dagen vanuit huis werken, maar gewoon meedraaien in de maatschappij. Lekker!
Laat ik 1 ding vooropstellen: Lieftallige Echtgenote is fantastisch. Ze is lief, leuk, gezellig en bloedmooi. Geldsnor is een gelukzak! Maar er is één ding waar ze echt vreselijk slecht in is: de vaatwasser inruimen.
Meermaals zegt ze dat dit apparaat vol zit. Geldsnor loopt naar de vaatwasser. Ik geloof er niets van. En inderdaad: met speels gemak kan er nog een hele maaltijd bij (qua afwas).
Pannen die schots en scheef staan. Bakjes met tussenruimte. De vuilste dingen bovenaan: echt geen idee hoe ze het doet. Inmiddels is het mijn taak geworden om deze volgestouwd te krijgen. Alles heeft zijn plek, en door sommige dingen er uit te laten (zoals 7liter pannen of ovenschalen) past er simpelweg meer in.
Enfin, zij zal claimen dat ik niet kan poetsen 🙂 Hoe zit het bij jou?
Zaterdag, 21 januari. We zitten aan de lunch als oudste dochter vol enthousiasme de tuin in wijst. Kijk! Een eekhoorn!
En waarachtig: een bruin beestje rent door de tuin en springt met speels gemak tegen een muur, klimt omhoog en rent over de schutting de heg in.
Lieverd. Dat is geen eekhoorn. Het is een rat. Een volwassen, bruine rat. Nog niet eerder heb ik hier ratten gezien. We hebben geen buren die kippen houden. Maar helaas heb ik de torenvalk ook al een poos niet gezien. Wellicht buren die veel vogels voeren? In ieder geval: er lopen nu regelmatig ratten door de tuin. Of het iedere keer dezelfde is of niet, weet ik niet.
Ik heb wel een val gekocht. Tegen de principes, maar natuurlijke vijanden zijn op kleine schaal niet in staat om een rattenplaag te voorkomen. Gif gebruik ik niet. Mechanisch dood maken is dus eigenlijk de enige optie. Benieuwd of ik er van de week een paar kan vangen. Anders wordt het toch de buks…
Laten we 1 ding voorop stellen, voordat je verder leest: mijn vrouw, aka Lieftallige Echtgenote, is fantastisch. Bloedmooi, lief, slim en soms zelfs grappig. Ze voldoet ook niet aan de meeste clichés; het is niet zo dat ze een gat in haar hand heeft of geld uitgeeft als water. Het is geen luxe-poppetje, maar een hardwerkende zelfstandige vrouw.
Maar ze heeft wel een tic. Een tic die alle vrouwen hebben die ik ken, en die ze allemaal zelf in stand houden. Namelijk het kopen van non-functionele kleding (van haar eigen geld, gelukkig). We kennen natuurlijk allemaal de kleding met gaten overal, en soms zelfs gaten met kleding er omheen.
Daar doen wij niet aan, ook al heb ik wel zgn. “klusbroeken” die vaak met jaloerse blikken gevolgd worden door de GenZ-gastjes die in de bouwmarkt werken. Je ziet ze denken: waar koopt die gozer die broeken met die gaten, die verfvlekken! En dat stucwerk er in! Fantastisch, wat een artistieke vrijheid!
Maar Lieftallige Echtgenote had laatst iets anders. En ik snap er helemaal niets van. Ik lag op de grond van het lachen, ik kwam niet meer bij. Niet zozeer van het kledingstuk op zichzelf. Maar de uitleg eromheen.
Ze had een jas gekocht. Een korte jas, omdat die makkelijker uit te trekken is in de auto. Want ze heeft nu een lange jas, maar dat is toch wel onhandig. Huh? Maar lieverd, dan doe je de jas toch uit voordat je in de auto stapt? Aan het eind van de straat is de auto warm! Maar nee, dat was geen valide argument. Wat ik er van vond. Nou, het staat best aardig. Past goed bij de Foute Party, of leuk voor carnaval. Hmmz. Ze ging nog wel een vriendin vragen voor een second opinion. Prima schat… Een dag later. Ze heeft ‘m weer aan. Loopt rond. Ja, het zit wel lekker. Maar ik zeg: wat heb je nu aan een dikke jas, die kort is? Serieus: een dikke jas, daar kan ik me wat bij voorstellen (al loop ik vrijwel altijd zonder jas). Maar als de jas zó kort is dat de koude er zo onderdoor komt, dan kan de jas net zo goed dun zijn. Of afwezig. Het moet natuurlijk wel een beetje aansluiten, althans om functioneel te zijn.
Na de Second Opinion heeft ze besloten de jas toch terug te brengen. Ook al was deze afgeprijsd van 139 EUR naar 49 EUR. Ik heb er in ieder geval veel plezier van gehad, al was het maar kort…