Terugverdientijd van de bakfiets

Ik heb al eerder geschreven over mijn bakfiets. Bijvoorbeeld over het ophalen met de bakfiets, en de bakfietsvakantie.

Maar ik heb nog niet eerder uitgerekend wat de bakfiets me oplevert: hoe vaak moet ik de kinderen ophalen met de bakfiets, om deze terug te verdienen?

Al eerder schreef ik:

“De auto waar ik ze mee ophaal heeft een “opportunity cost” van 5.6ct per km. Deze niet gebruiken is bij 6km dus ongeveer 35 cent. Maar het scheelt ook elektriciteit: ongeveer 1.2kwh op deze afstand. Niet zó spannend. Maar toch weer 25 cent. “

Dit leidt tot de korte conclusie dat het ophalen van de kinderen (op de kinderopvang) 0.60 EUR per dag oplevert. En dat volgens de meest pessimistische berekening, namelijk enkel de opportunity cost & lage energiekosten.

De bakfiets heeft 300 EUR gekost en is uiteraard niet elektrisch. Pure spierkracht :-). Met 0.60 EUR per dag betekent dit 500 dagen. De kinderen gaan overigens maar 2 dagen per week naar de opvang…Dat duurt dus al snel 250 weken, ofwel 5 jaar (en tegen die tijd gaan ze niet meer naar de opvang).

Maar: op donderdag haal ik ze op bij opa & oma, en die wonen verder weg. Dat is maar liefst 11 km (retour). Bij elkaar dus al gauw 1 EUR. Daarbij haal ik ook de boodschappen van de boerderij-winkel met de bakfiets: 3km, 20 cent.

Al met al:
2x Meisjes ophalen kinderopvang: 1.20 EUR
1x meisjes ophalen Opa & Oma: 1 EUR
1x per week boodschappen bij boerderijwinkel: 0.20 EUR
Totaal: 2.40 EUR per week

In de winter gaan we vaker met de auto, zeker nu de kleinste nog echt klein is, maar ook omdat het dan te donker is. Er is geen fietspad naar de kinderopvang, dus dat vind ik in het donker gewoon te gevaarlijk. Maar ik schat dat ik toch wel aan de 35 weken per jaar kom dat ik alles met de bakfiets doe. Da’s toch 84 EUR per jaar (en heel wat “work-out!”). Vroeger kon je daar bijna een volle tank benzine van kopen!

Zwemdiploma gehaald

Het was me het weekendje wel hoor! Flinke storm, maar hier geen enkele schade. Zaterdagavond opnieuw winderig, en ook gisteravond een aardige puist wind, een beetje onweer en wat hagel.

Maar het belangrijkste: Zoon heeft zijn zwemdiploma gehaald in het weekend. En daar zijn we om meerdere redenen erg blij mee.

Ten eerste omdat hij in de laatste weken dus geen corona heeft opgelopen – wat enkele van zijn vriendjes en vriendinnetjes wel hadden. Maar ook: we hebben hem de eerste maanden van de zwemles eigenlijk altijd huilend naar binnen gebracht. Hij vond het zo spannend, de lol van zwemmen was er zo ontzettend af.

Maar nu heeft hij het gehaald – en hoe! Alles perfect uitgevoerd: instructies goed opgevolgd (bij pion op rug draaien, naar beneden zakken en weer omhoog komen, dat soort dingen) en het koppie boven water gehouden als het moest. Ik heb heel wat kindjes toch tot de mond onder water zien gaan. Maar bij hem was daar geen sprake van.

Nu gaan we meteen door voor zwemdiploma B. Gas op die lolly!

Opvoeden, het is toch best een dingetje

Mijn kinderen zijn mijn alles. Zielsveel hou ik van ze – en pas nu ik zelf vader ben van meerdere kinderen kan ik mijn eigen ouders geloven toen ze vroeger zeiden “we houden van jullie allemaal even veel, alleen anders”.

Mijn zoon is inmiddels 6, Oudste Dochter 3 en Baby is 10 maanden. Schatten. Bijdehand, precies als hun vader. Geïnteresseerd in alles, en soms in helemaal niets. Zoals kinderen horen te zijn, denk ik.

Wij zijn denk ik niet streng thuis. Maar wel heel duidelijk en (helaas voor hen) ongelooflijk consequent. Een “Nee” van ons is nog nóóit een “ja” geworden. Ook weten wij (vrouw en ik) heel goed van elkaar wat wel of niet zou mogen en is het dus vrij moeilijk om ons tegen elkaar uit te spelen. Dit weten ze, en afgezien van de normale peuter & kleuterdriftbuitjes is er vrij weinig te beleven op opvoedkundig gebied.

Ook hebben we vrij duidelijke regels (nu ik ze uitschrijf klinkt het wel streng). Twee maal per week mag er televisie gekeken worden na school. Niet vaker. Lolly’s worden hier niet gegeten (nooit, onder geen beding, geen uitzondering, wil ik een lolly in hun mond zien). Telefoons zijn van ons, en daar mogen géén kinderen aan zitten. Hetzelfde geldt voor onze laptop (die meestal sowieso in mijn kantoor ligt, al mogen ze daar wel komen). Verder mag vrijwel alles: rommel maken (wel opruimen), iets in elkaar knutselen, kleuren, kleien, schilderen, boekjes lezen, in de modder spelen, of zoals gister met een vriendinnetje jezelf schminken op de BSO met lippenstift en oogschaduw. Door elkaar gemengd. Met glitters. En ja, in vijf minuten douchen ben je dan niet klaar…Gelukkig was Geldsnor weer een keer op reis en kreeg ik alleen de foto’s. Mijn vrouw het werk.

Maar soms is opvoeden gewoon lastig. Vooral als iets buiten je macht ligt, of moet liggen. Zo heeft mijn zoon een vriendje in de klas. Ik vind het een vreselijk kind. Althans, ik vind de gedragingen vervelend. Grote mond, brutaal: wij willen snoep! Mogen we nog een snoepje?
Maar ook druk en luidruchtig (en ik heb een hekel aan geluid, zeker als ik het niet kan plaatsen en geacht wordt te werken!). Ze spreken wel eens samen af. En ik heb het kindje ook al wel eens naar huis gebracht. Het kind had me tot wanhoop gedreven, en het laatste wat je wil is boos worden op het kind van een ander. Dus heb ik een einde gemaakt aan de speelafspraak. Vandaag (ik schrijf dit op donderdagmiddag) wilden ze weer afspreken. Bij ons thuis. Gezien ik net een paar dagen weer op reis ben geweest en allerhande dossiers moest uittikken, zag ik dit niet zitten. Toen was het idee om alleen in de speeltuin te gaan spelen. Dát gaat dus niet gebeuren. Ze zitten in groep 1 en 2 (respectievelijk, klassen zitten hier bij elkaar). En een kind van 4 en 6 gaan NIET alleen in de speeltuin spelen, tussen de scooterjeugd, voetballende middelbare schoolscholieren en Pokémon-muppets.

Het idee ontstond om dan maar bij Kind te gaan spelen. Pfff…De vorige keer kreeg hij daar (in 2 uur tijd) een zakje chips (dat mag in het weekend, op zaterdagavond, als je “lang opblijft!”), chocola en een zakje snoep. Oeps! Bij ons krijgen ze één snoepje en wat te drinken. Niet meer. Geen twee, geen drie, geen chips en geen chocola. Althans: hij had daar een hele reep gekregen.

Ik betrap me er ook op dat ik heel goed moet nadenken over mijn eigen vooroordelen. Laten we zeggen dat de kinderen “Engelse” namen hebben. Dat de vader de keren dat ik er kwam onderuitgezakt op de bank hing, met een BMI ruim boven de 35, een petje achterstevoren en iets vettigs te eten, waarvan de helft in zijn baard hing. Ze hebben ook een type hond wat mij niet aanstaat, een volstrekt niet-onderhouden tuin (al valt er wel wat te zeggen voor gras van 40cm en onkruid, dat is in ieder geval leuk voor de vogeltjes).

Dat maakt deze mensen echter niet minder, of ons beter. Maar daar moet ik wel heel bewust over nadenken. Mogelijk vinden zij ons een stelletje rijke lui, snobbistisch en superieur. Mogelijk ook niet: laat ik dat vooral niet invullen voor hen. Wellicht heeft die vader gewoon ploegendienst en zit ie wat te relaxen.

Dus waarom wil ik dat ze niet spelen? Ik heb voor mezelf nu de conclusie getrokken dat dit een combinatie is van het veel te drukke kind & de volstrekt andere regels dan bij ons thuis (als in diagonaal tegenovergesteld parallel universum).

Maar lastig vind ik het wel. De kinderen moeten hun eigen weg vinden. Maar ik wil ze wel het juiste pad insturen. Te direct sturen werkt echter zéker niet. Geen sturing geven vind ik ook niets. Ze zullen er vanzelf wel achterkomen. Hopelijk.

De dood: wat is de invloed op je financiën?

Vergeef me deze wat macabere titel. En tegenstrijdig, tegelijkertijd. Immers, als je zelf bent overleden, heb je niet zoveel meer aan je financiën. En nee, er is niemand overleden die ik ken. Maar het is wél belangrijk om over na te denken: wat gebeurt er als ik zou sterven?

Uiteraard heb ik alles vastgelegd in testamenten. Leuk en aardig dát het geregeld is. En ook wát er geregeld is. Alleen is dat een zogenaamde “kwalitatieve omschrijving”. Het beantwoord dus niet meer dan de vraag wat er geregeld is. Niet wat de invloed daarvan is.

Wat is er allemaal geregeld, als ik overlijd?

In ons testament staat dat alle bezittingen en schulden overgaan op de langstlevende van ons: in dit geval mijn Lieftallige Echtgenote. Als zij ook overlijdt, vervalt alles aan de kinderen. Het voogdijschap gaat naar onze Beste Vriendin, tevens woonachtig in hetzelfde dorp. De financiële bewindvoering gaat in eerste instantie naar Schoonmoeder, alvorens naar Schoonvader, Vader en Moeder zal gaan (allen in volgorde van eventuele aanwezigheid op deze aardbol).
Als we met z’n allen ten onder gaan, dan vervalt onze hele erfenis aan ouders (mits aanwezig), en anders aan de broertjes van Lieftallige Echtgenote. Mijn broer en zussen zijn zeer nadrukkelijk uitgesloten van enige erfenis.

Voor de rest van dit blogpostje gaan we uit van de situatie dat ik overlijd. De rest van de scenario’s blijft achterwege tenzij anders genoemd.
Los van het testament, zal ook mijn arbeidsovereenkomst komen te vervallen, alsmede het recht op de lease-auto. Tevens zal in principe onze private-lease auto geretourneerd moeten worden.
Maar, we hebben ook een overlijdensrisico-verzekering. Rare naam, het risico op overlijden is immers 100%. Maar het zal wel het overlijdensrisico op een bepaald moment zijn. De overlijdensrisico-verzekering is belangrijk: die is alleen van toepassing op mijn overlijden. Als mijn Lieftallige Echtgenote overlijdt heb ik botte pech: ik kan de lasten in mijn eentje eenvoudig opbrengen. Andersom niet per se.

Kwantitatief: wat zou het allemaal inhouden?

De hypotheek van Huize Geldsnor is 48% aflossingsvrij en 52% annuïtair. Die verhouding wordt natuurlijk steeds iets anders. Momenteel bedraagt de schuld minder dan 400.000 EUR.
Mijn overlijdensrisicoverzekering is hypotheek gerelateerd en dekt 375.000 EUR. Met andere woorden: als ik overlijd keert deze verzekering maximaal 375.000 EUR ten behoeve van de aflossing van de hypotheek. Ergo: Lieftallige Echtgenote blijft achter met een vrijwel afbetaalde woning.

Natuurlijk hebben we ook nog het geval “nabestaandenpensioen”. Als ik zou overlijden krijgt zowel echtgenote als ieder van de kinderen jaarlijks een bedrag.

Voor Lieftallige Echtgenote is dit: 37.000 EUR per jaar (tot ze pensioengerechtigde leeftijd bereikt, daarna 21.000 EUR).
Voor de kinderen: 4105 EUR per jaar, per kind tot ze 18 zijn.

Beide bedragen zijn van toepassing voor zo lang ik werk. Als ik niet meer werk voor mijn werkgever, dan wordt het aanzienlijk minder. Dat is een risico om rekening mee te houden: ontslag nemen zonder reeds een goed lopend bedrijf of andere baan te hebben is zeer risicovol. Mijn nabestaandenpensioen is namelijk opgebouwd op basis van risico: als ik wissel vervalt het (en moet je dus zorgen dat je een equivalent opbouwt).

Een uitvaartverzekering heb ik niet. Vrouwlief ook niet. We hebben voldoende achter de hand om dit zelf te betalen, of eventuele achterblijvers dit te laten betalen.

Wel heb ik nog een persoonlijke schuld: de studieschuld. Die betalen we uiteraard zo traag mogelijk af: de rente is 0.0% en voor onze hypotheek is het volstrekt irrelevant. Het zou wel een positieve cashflow opleveren. Maar dan moet ik wel eerst die 10.500 EUR neerleggen, en daar kunnen we nuttiger dingen mee doen. Dus zo lang die rente op 0 staat (of onder de 2%), dan hou ik de studieschuld zo lang mogelijk vast. Het is tevens een mooi stukje “ballast” in Box 3: ons eigen vermogen wordt er lager van. Het lijkt me de meest ideale schuld die je kunt bedenken.
Maar goed: stel ik overlijd. Watskeburt met de studieschuld? Die vervalt. Die wordt niet verhaald op partners of andere erfgenamen.

Conclusie: goed geregeld

Uiteraard hoop ik dat mijn nabestaanden hier nooit over na hoeven te denken. Er is dan al genoeg geregel en, naar ik aanneem, enig verdriet. Maar ik ben blij dat ze de financiële vrijheid hebben om dan geen hypotheek meer te hebben.

Ze bespaart per maand:
1130 EUR op de hypotheek
13,86 EUR op de overlijdensrisico-verzekering (immers, een dode hoeft geen premie te betalen)
150 EUR op “mijn zakgeld”
89,25 EUR op mijn ziektekostenverzekering
200 EUR aan eten
665 EUR aan de auto (maar moet er wel ergens 1 van terug zien te halen).
Totaal: 2248,11 EUR

Qua inkomsten gaat ze er natuurlijk wel op achteruit.
Ten eerste vervalt mijn inkomen (wat op fulltime basis zo’n 4800 EUR netto per maand is). Dit zakt naar 3000 EUR bruto per maand. Omdat dit inkomsten zijn, wordt het bij haar inkomen opgeteld en valt ze in de hoogste belastingcategorie. Ze houdt er dus maar 2000 EUR van over.
Ten tweede: omdat ik er niet meer zou zijn, vervalt de inkomensafhankelijk combinatiekorting. Hoge inkomens op 1 persoon worden zwaarder belast dan 2 gelijke inkomens.

Al met al zal het geen vetpot zijn, maar komen ze er toch nog begenadigd vanaf. Zeker als je bedenkt dat de kinderen ook nog eens 12.000 EUR per jaar hebben om stuk te slaan…

Tot zover dit lugubere begin van het weekend.

Is 639€ duur voor levenslange herinneringen?

Afgelopen weekend zijn wij, de familie Snor, naar de Efteling geweest. Inclusief hotelovernachting en twee dagen toegang tot het park.

De kosten? 639€, bestaande uit 405€ voor hotel en park, 85€ voor het hondenpension, en de rest aan eten en drinken ter plaatse. 150€ dus voor 2x lunchen en 2x avondeten. Al met al heel veel geld. Oorspronkelijk zouden we deze week met de caravan op vakantie gaan, maar vanwege de plaatsing van de keuken doen we dit niet.

De vraag is nu: is dit duur? Op het eerste gezicht zou ik zeker concluderen dat we knettergek zijn. Het past nauwelijks bij de fire gedachte. Maar anderzijds: het zijn herinneringen voor het leven, zeker voor de oudste (bijna 6) en mogelijk voor mijn dochter (3).

In dat kader geplaatst is het niet zo duur. Dit vergeten ze niet meer, en wij ook niet. Het is ook een relatief duurzame bezigheid: het is consumptie van een service, er is geen product voor gemaakt (los van het eten).

Een andere vraag is ook: is het eerlijk om een 2daagse activiteit te vergelijken met bijvoorbeeld een week vakantie? Dat had mogelijk net zoveel geld gekost, maar was wellicht goedkoper ervaren omdat de vakantie langer duurt. Maar is dat het juiste criterium? En als dat het juiste criterium is, hoe kijk je dan aan tegen uit eten gaan en concerten?

In ieder geval hebben wij collectief genoten!

Fietsvakantie: veel lol voor weinig geld

Vroeger gingen wij altijd kamperen met het hele gezin. Écht kamperen, in een tent. Later in een vouwwagen. Ik heb hier fantastische herinneringen aan. Het heerlijke buiten zijn, altijd frisse lucht en het geluid van wind en regen op de tent: heerlijk. Het makkelijk vrienden maken op de camping, de wereld om je heen ontdekken. Voelen dat je leeft.

Dit hebben wij later als volwassenen voortgezet: vakantie is kamperen, bij voorkeur in een tent. De kleine ongemakken hebben hun charme en horen bij de ervaring. Een beetje weinig ruimte om om te kleden. De zoektocht naar de kleding, soms wat klammige kou of een hete tent. Afgewisseld met een wit wijntje voor de tent, boekje lezen en flinke trektochten maken in de bergen.

Deze ervaringen wil ik meegeven aan de kinderen. Om praktische redenen verblijven we dit jaar in een huisje op Landal (3000 EUR voor 2 weken…) in Nederland. Maar volgend jaar gaan we zeker weer kamperen. Hotels vind ik afschuwelijk: voor mijn werk verblijf ik veel te vaak in hotels. Veel te veel herrie, andere mensen die ik niet wil zien of horen, ontbijtzalen en verplicht uit eten. Gruwel, hel, werk. Ook een vakantieappartement grenst behoorlijk aan mijn beeld van het einde. Ik wil niet onder hetzelfde dak zitten als andere mensen. Gek misschien, in een tent of caravan hoor je immers veel meer van anderen. Maar het gevoel is anders.

Afgelopen week ben ik met de 2 oudste kinderen (2 en 5) op fietsvakantie geweest – Lieftallige Echtgenote & Baby bleven thuis. Ik heb een bakfiets met een aanhangfiets en daar hebben wij alle spullen geknoopt. Een tent, stoeltjes, benzinebrander, luchtbed, slaapzakken, wat te eten & snoepen, kleren. Het totaalgewicht was voor 3 personen, de fiets etc. meer dan 200kg. Zonder elektrische ondersteuning zijn we op pad geweest in onze omgeving: 3x 20km. Qua afstand stelde het natuurlijk niets voor, maar toch voelde ik mijn benen behoorlijk zondagavond: inclusief een frietje halen bij de snackbar in het dorp had ik 28km met de bakfiets in de benen. Aan het aantal verbrande caloriën te zien stond dit gelijk aan meer dan 100km op de racefiets. En dat met flinke tegenwind.

Maar goed, aangekomen op de camping, tentje opgezet en luchtbed opgeblazen. De kinderen hebben de hele dag gespeeld en zijn ontzettend moe in slaap gevallen. De volgende dag door, naar de volgende camping. En dinsdagochtend heb ik de kinderen op laten halen (het was geen weer voor kinderen op de fiets, stormachtige wind & regen) en ben ik teruggefietst (dat was al het plan, 3 dagen / 2 nachten).

Dit alles was voor hen een onvergetelijke ervaring en het begin van meer “avonturen”. Ze hebben genoten en we gaan dit zeker vaker doen. Hopelijk dan met beter weer!
De kosten? 15 EUR per nacht op de camping. Eten bij de snackbar was 15 EUR en de rest hebben we bij de supermarkt gehaald (en zijn dus geen “extra” kosten). Behoorlijk goedkoop!

De fiets & aanhangfiets. Achter de zwarte blokken zitten mijn kinderen.

Nachtmerrie van iedere ouder: dochter van de trap gevallen

Het leven hangt aan elkaar vast van clichés. Met de goede reden dat clichés vaak kloppen – vergeef me dit cliché. Op het moment dat je vader (of moeder) wordt krijg je er een heel setje nieuwe clichés bij. Eén van die clichés is dat je van ieder kind evenveel houdt, maar alleen anders. Dit kon ik me niet voorstellen, voordat ik kinderen kreeg. Ik dacht dat het prietpraat was van mijn ouders, politiek correct geneuzel. Nu heb ik er 3 en kan ik bevestigen dat dit werkelijk zo is. Dat maakt Sophie’s Choice ook zo verschrikkelijk.

Andere clichés zijn “kleine kinderen, kleine zorgen. Grote kinderen grote zorgen” (daar moet ik nog meer ervaring mee krijgen: de oudste is pas 5,5) en “De pijn van je kinderen doet meer pijn dan je eigen pijn”.

Die laatste kan ik ten volste bevestigen. Al jaren, want kinderen hebben vaker pijn. Ik bedoel dan geen dingetjes als een geschaafde knie. Niet zeuren, niet aanstellen, kusje erop en gaan. Maar de kinderen zijn natuurlijk wel eens ziek geweest en kunnen niet zo goed aangeven waar het pijn doet.

Maar afgelopen maandagmiddag gebeurde “het”. Mijn grootste angst. Je bent zó voorzichtig, maar (let op, cliché!) een ongeluk zit in een verrekes klein hoekje. We hebben een kelderkast in de keuken. 4 tredes naar beneden. Geïnspireerd door blogger Opnieuw Begonnen was ik op zoek naar de piepers om lekker verse ovenfriet te maken. De kelderdeur was noodzakelijkerwijs open (want anders kan ik er niet) en ik hoor achter me rommeldebommeldestommel. Ik draai me om, als door de bliksem getroffen. Met een enorme vloek (en je moet weten, ik vloek echt zelden. Zelfs een klap op mijn vinger met een hamer brengt me nog niet bij de lichaamsdelen) geef ik uiting aan mijn angst. Ik zie in een slowmotion mijn dochter de laatste tree raken, of net niet. Dat weet ik niet. Ze is met haar loopfietsje de hoek om gecrossd en het keldertrapje afgedonderd. Mijn armen schieten in een reflex naar haar benen. Die zijn namelijk het dichtste bij. Ik trek haar omhoog. Volgens mij heeft ze de vloer niet geraakt met haar hoofd.

Mijn hartslag zit in mijn keel. Maar de knop gaat snel om. Ik ben in een ver verleden getraind voor noodsituaties. Ik verman mezelf, trek haar tegen me aan. Ze begon gelukkig al direct heel erg hard te huilen. Mijn beperkte medische kennis geeft aan dat dit een buitengewoon positief signaal is. Ze grijpt naar haar arm, maar het boeit me nog niet zo op dat moment. Ademhaling, check (huilen zonder ademhaling is niet mogelijk). Bloedsomloop in orde. Geen verlies van bewustzijn geweest. Top. Op naar de minder vitale functies. Er is geen bloed te zien: geen uitwendige verwondingen. Geen vreemde standen van lichaamsdelen: geen ernstige inwendige verwondingen. De klap was te klein om inwendige bloedingen te veroorzaken groter dan een blauwe plek.

Oké. Meest getroffen lichaamsdeel: rechterarm en schouder. Alle botjes zitten waar ze horen. De gewrichten werken. Mooi. Lang leve K3, we kunnen gewoon de liedjes meedoen en op een speelse manier alles checken.
Een uurtje later geeft ze aan dat ze pijn heeft aan haar arm. Ik bel toch de huisarts, want haarscheurtjes kan ik niet zien. Hoezeer mijn zoon me ook een superheld vind, ik heb geen röntgenogen. Ik heb 2 dingen ook niet gedaan: niet getrokken aan de handjes en niet geduwd.

Huisarts gebeld: ik kon meteen terecht. Shit! Ik bedoel, top! Maar wel een logistieke uitdaging. Ik was de enige volwassene in huis en moest dus met 3 kinderen naar de huisarts, waarvan er 1 pijn heeft, de ander een flesje moest en nouja, mijn zoon had geen zin. Die had ik vrij snel “gesensibiliseerd”, om maar een modewoord te gebruiken.

Lang verhaal: het is goedgekomen. Ze heeft niets gebroken of gekneusd, zelfs geen blauwe plekken. Ik ben me absoluut rot geschrokken. Op het moment dat ik wist dat het goed was kon ik de emoties pas toelaten. Totaal irrationeel: want je weet dan al dat het goed is. Maar ik was zó geschrokken dat het er echt nog wel even inzat. Ik kon even niet praten zonder emotioneel te worden. Maar gelukkig is alles dus helemaal prima.

Wát een slechte ouders zijn wij!

Wij zijn echt monumentale prutsers in het ouderschap op sommige gebieden. Uiteraard bieden we de kinderen een warm nest, eten, drinken, liefde, gezelschap en leuke dingen om te doen. Maar op sommige gebieden zijn we zo georganiseerd als Hugo De Jonge met z’n aanpak van de coronacrisis: het is niet best!

Vorig jaar, de vrijdag dat de zomervakantie begon, werden we gebeld door de school. Zoon stond te wachten (gelukkig met een vriendin van ons), of we wel wisten dat de school om 12 uur uit was. Nee, dat wisten wij zeker niet…Stond in Ouderportaal. Tsja. Gemist, dus.

Zo hebben we vaker iets gemist: laatst nog stond ik op Goede Vrijdag op het schoolplein met Zoon, en hadden we volledig gemist dat het een studiedag was en de school dicht was. Maar ook hadden we een keertje een speciale schoollunch gemist, een lunch waarbij ze iets “lekkers” mee mochten nemen. Gelukkig had hij een plakje ontbijtkoek mee, was zijn eigen commentaar.

Onlangs ook een foutje gemaakt met de meivakantie. Ik heb ouderschapsverlof, maar het blijkt dat het geen vakantie is in de week van Koningsdag. Tsjonge. Totaal gemist. Kon ik de boel weer verzetten. Maar nog veel erger? We zijn er dit weekend achter gekomen dat we onze zomervakantie verkeerd geboekt hebben! Wij hadden de vakantie geboekt op basis van de schoolvakantiedata van de regio Zuid. Maar, wij wonen in de omgeving van Nijmegen. En Nijmegen heeft van oudsher een ander vakantieregime vanwege de Vierdaagse, ook al gaat die dit jaar niet door. Resultaat: onze zoon heeft geen vakantie tijdens onze vakantie en we hebben dus 1 week vakantie geannuleerd…

En we weten het. Ik weet het. We hebben een agenda. Een kalender. We schrijven het doorgaans ook gewoon op. Maar letten er niet altijd op. Prutsers!

SVB kan weer gaan rekenen want BSO gaat open

De Sociale VerzekeringsBank (SVB) kan weer gaan rekenen want de BuitenSchoolse Opvang (BSO) gaat weer open!
“Vanwege het coronavirus was de kinderopvang in Nederland van 16 december 2020 tot en met 7 februari 2021 gesloten. De buitenschoolse opvang (BSO) is tot en met 18 april 2021 gesloten. “ (SVB)

De kinderopvang was lange tijd gesloten vanwege de coronacrisis, maar ook de BSO was gesloten. Uitzondering zijn kinderen van vitale beroepen. In principe mochten mijn kinderen dus naar de opvang, maar wij hebben het zo georganiseerd dat dit niet nodig is. De overheid heeft gevraagd om contracten niet op te zeggen, want dan zouden deze organisaties massaal failliet gaan en die heb je niet 1-2-3 weer opgestart.

Enfin, we hebben onze opvangcontracten dus niet aangepast en de rekening doorbetaald. De overheid betaalt deze rekening. Gedeeltelijk krijg je toeslag, het andere deel is “eigen bijdrage”. In ons geval is die eigen bijdrage een dikke 700 EUR per maand. En die krijgen we dus terug! In de eerste lockdown was dit goed voor 1250 EUR voor ons gezin. In dit geval? Moeilijk te bepalen.

Van 16 december tot 7 februari was alles dicht, ook de kinderopvang. Dat is 7,5 week. Een korte rekensom leert mij dat onze jaarlijkse eigen bijdrage ongeveer 8400 EUR is. 7,5 week is daarmee 1211 EUR. De BSO is nog eens 2 maanden langer dicht gebleven, maar dat is vrijwel letterlijk tientjeswerk. Onze zoon gaat namelijk maar 1 dag per week en de kosten zijn 200 EUR per maand. Daarvan krijgen we, omdat dit als “tweede kind” telt een vrij groot deel terug via de kinderopvangtoeslag. Op basis van ons verzamelinkomen (bruto) ongeveer 80% (voor het eerste kind 33.3%). 80% wil zeggen dat de vergoeding voor de BSO nog 20% per maand is, ofwel 40 EUR per maand.

40 EUR per maand vanaf 7 februari t/m 18 april is nog eens 10 weken. Ik bespaar je de rekensom, maar het is ongeveer 90 EUR. Al met al kunnen we dus nog ~1211 EUR + 90 EUR tegemoet zien: 1300 EUR.
Uiteraard is dit een sigaar uit eigen doos, immers de rekeningen over die periode hebben we gewoon betaald en bedragen een veelvoud hiervan. Maar het is natuurlijk toch ook gewoon een financiële meevaller.
Wanneer ze dit gaan betalen? Ik verwacht ergens in juni, op zijn vroegst. Want eerder heeft de SVB aangegeven pas over te gaan tot het uitwerken wanneer de BSO weer open zou gaan.

Luiers: wat kosten & wat is een goede aanbieding?

Luiers zijn duur. Als vader van 3 kinderen die allemaal nog in de luiers zitten kan ik hier volop over meepraten. En uiteraard heb ik uitgerekend hoeveel ze kosten. Mijn zoon heeft alleen nog een luier ’s nachts, mijn dochter van 2 zit inmiddels in maat 5 en de jongste zit in maat 1.

Bij luiers zijn 2 dingen relevant: de prijs per stuk en of ze prettig zijn. Zo gebruiken we voor de oudste 2 in de nacht altijd luierbroekjes: die kunnen ze namelijk zelf aantrekken en sluiten net iets beter. Ook de pasvorm is van toepassing (en slaat dus op “zijn ze prettig”). Zo zitten sommige luiers gewoon niet zo goed bij jongetjes omdat, laten we zeggen, de standaarddeviatie van de exacte plaslocatie radicaal anders is dan meisjes.

Pampers lekken minder door (is onze ervaring) bij jongetjes dan andere merken. Overdag is dat niet zo’n probleem omdat de luier vaker verschoond wordt dan dat ze vol zitten. De opvangcapaciteit is namelijk zelden het probleem, maar als er in geplast is wil je ze toch een schone aan doen.

Bij de allerkleinsten geldt dat je de luiers wel heel vaak verwisseld: onze ervaring is 8-12 keer per dag. Soms iets minder vaak, soms 3x in 5 minuten.

Het gaat dus om de prijs per stuk

Vrijwel alle merken hanteren dezelfde prijs per verpakking; alleen zitten er meer of minder in. Er is dus maar 1 objectieve manier om luiers (en dus aanbiedingen) te vergelijken en dat is per stuk. Wij rekenen altijd alle luiers terug naar prijs per stuk, tot 4 cijfers achter de komma (maar dan wel gerekend in EUR). 10,86 cent bijvoorbeeld ofwel 0,1086 EUR. Bij groter verbruik telt dat ook mee.
Maar staar je niet uitsluitend blind op de stuksprijs! Luier 0 bijvoorbeeld is irrelevant qua kosten. Wát? Irrelevante kosten. Snorretje toch, wat zeg je nu? Jep. Irrelevant. Totaal onbelangrijk. Niet interessant. Who cares! Je gebruikt hooguit 1 pak van maat 0 voordat je door hebt dat je al vrij snel over kunt stappen naar maat 1. Hierop zijn uitzonderingen, want er zijn kinderen die heel lang klein zijn en in couveuses liggen en dergelijke. Maar maat 1 begint vanaf 2kg…Vanaf 3kg zitten ze “goed”. Of een maatje 0 nu dus 10 cent of 15 cent kost, maakt het verschil niet.

Maar maat 3,4 en 5 dragen ze maanden, zo niet jaren. Maat 5 bijvoorbeeld is van 9 tot 15kg. En daar doen ze ~ een jaar over, misschien zelfs meer. Dan zijn aanbiedingen opeens relevant. Want zowel het verbruik per dag is nog hoog, alsmede de tijdsduur die ze met dezelfde maat doen. Je loopt dus niet het risico dat ze er opeens uitgegroeid zijn en de luiers niet meer passen.

De prijzen variëren enorm. Maar je wilt weten wat een goede aanbieding is. Daarom heb ik een heel eenvoudig grafiekje gemaakt. Op de verticale as de kosten per stuk en op de horizontale as de maat. Ik heb dit relatief eenvoudig gehouden: je hebt ook nog 4+, 4 Maxi, 5+ etc.

Ook zijn dit alleen de “normale” luiers. Geen broekjes, bijvoorbeeld. En let op: het is voor de grootst mogelijke verpakking. Je koopt luiers (als je slim bent) nooit per pak, maar altijd als grootverbruiker. Het verschil in maat 4 bij Zwitsal luiers is 61% tussen een losse verpakking en een maandbox. In een maandbox zitten er 186.

Zoals je hier boven ziet zijn de luiers van Kruidvat veruit het goedkoopst. En die van Pampers veruit het duurst. De luiers worden vrijwel allemaal duurder als ze groter worden, wat logisch is omdat de factor “materiaal” toeneemt en de dominate factor is. Kruidvat is het goedkoopst, maar het verschil is relatief klein. Omdat luiers vaak in de aanbieding zijn kan het zeker voorkomen dat de luiers van Etos of Zwitsal goedkoper zijn. Zo kopen wij vaak Zwitsal in de aanbieding, via Bol.com. Ze zijn dan namelijk per stuk goedkoper, én we zijn aandeelhouder van zowel Unilever (Zwitsal) als Ahold-Delhaize (bol.com).

Luiers: kosten per maand

De kosten per maand zijn natuurlijk uiteenlopend. Met behulp van bovenstaande grafiek heb ik de doorgaans goedkoopste (Kruidvat) luiers vergeleken met de duurste (Pampers) en dit vermenigvuldigt met het aantal luiers per dag (indicatief) dat je gebruikt en het aantal dagen per maand (uitgaande van 30 dagen in een maand)

Waar het eerst om een centenkwestie lijkt te gaan, wordt het nu plotseling relevant. Je snapt dat wij hier vrij kien op zijn! Onze kosten per maand bedragen ongeveer 66 EUR. Zouden we uitsluitend Pampers gebruiken, dan komen we op 126 EUR per maand. 50 EUR verschil, of 600 EUR per jaar. Autsj!