De zin & onzin van index-beleggen

Geldsnor!

Index-beleggen is het toverwoord wat je veelt tegenkomt in de wereld van beleggers. Het staat synoniem voor diversificatie, lage kosten en een gemiddeld betere prestatie dan professionele geldbeheerders.

Index-beleggen betekent namelijk zoveel als het volgen van een index: een samenstelling van geselecteerde fondsen zoals we dit bijvoorbeeld kennen als de AEX-index, AMX, S&P 500, Dow Jones Index etc. Deze indices zijn vaak indicatief voor de stand van de economie als geheel, althans dat wordt vaak gedacht.

Exchange-Traded Funds: passief & actief beheerd

Op de beurs kun je zogenaamde “Exchange-Traded Funds” (ETF’s) kopen. Deze ETF’s zijn zo samengesteld dat zij bepaalde indices of markten volgen. Er zijn actief beheerde ETF’s en passief. Bij actieve ETF’s is er een fondsmanager die bepaald welke aandelen er voor hoeveel geld gekocht moeten worden op welk moment. Deze fondsmanager is kundig & vaardig, maar heeft geen glazen bol én kost geld.

Een passief beheerd fonds heeft geen fondsmanager die keuzes maakt: het fonds volgt een index. Wat de fondsmanager moet doen, is zorgen dat de ETF gevuld is met dezelfde verhouding aandelen als de gevolgde index. Dit is eenvoudig en volledig te beheersen met computers. Gevolg; de kosten zijn erg laag (vaak lager dan 0.1%).

<

Opbouw van een index

Het volgen van een index is vaak synoniem met “diversificatie”: het spreiden van de risico’s door meerdere aandelen te hebben van diverse bedrijven. Gaat het goed met de een, en slechter met de ander: weinig aan de hand. Het verlies van de een wordt gecompenseerd door de ander.

De praktijk is iets weerbarstiger: indices zijn “weighted” indices. Dit houdt in dat bedrijven met een grotere marktwaarde een grotere weging hebben in een index. Laten we de AEX-index nemen. Dit is een samenstelling van de 25 grootste bedrijven van Nederland, gemeten naar marktkapitalisatie. Momenteel is de AEX opgebouwd uit:
ASML
Unilever
Shell
RELX (Reed Elsevier)
Philips
Prosus
Ahold
ING
Adyen
Heineken
DSM
Akzo Nobel
Unibail-Rodamco-Westfield
Just Eat Takeaway
KPN
NN
Galapagos
ArcelorMittal
Aegon
ASMI
Randstad
IMCD
ABN AMRO
ASR

De bovenstaande samenstelling is geldig vanaf 23 maart 2023. Ziet er divers uit toch? Chippers (ASML & ASMI), Financials (ABN, ASR, Aegon, NN, ING, Adyen), Chemie (DSM, Akzo, IMCD), Industrie & Energie (ArcelorMittal, Shell), Gezondheidszorg (Philips, Galapagos), consumentengoederen/diensten (Prosus, Just Eat Takeaway, Ahold, Heineken, Unilever) en informatievoorziening (RELX & Wolters Kluwer). Vreemde eenden in de bijt: Randstad (zakelijke dienstverlening) & Unibail-Westfield-Rodamco (vastgoed)

Helaas is het aanbod niet zo divers als je denkt. Dit is de weging in percentages, per aandeel in een pie-chart. 55% van de index wordt bepaald door de 5 grootste bedrijven. De 5 kleinsten doen bij elkaar 3.37%.

Een zelfde pie-chart kan ik maken per (mijn eigen bepaalde) indeling. Waarom eigen bepaald? Laten we zeggen dat de omschrijvingen van de aandelenclassificaties van Euronext (uitbater van de beurs) te wensen overlaat. Zo worden Randstad & RELX genoemd als industrieel bedrijven.

AEX per sector

De indeling per sector laat schijnbaar een ander beeld zien: de AEX-index is zeer sterk gericht op consumentengoederen. Unilever, Ahold, Heineken, Just Eat Takeaway en in mindere mate Prosus (Prosus is een investeringsfonds in met name Chinese consumenten-bedrijven zoals Tencent, Alibaba ed). Feit blijft dat als ASML een slechte dag heeft, de overige bedrijven (met name de “kleintjes”) een heel goede dag moeten hebben.

Dus is het nou zin of onzin, om in indexen te beleggen

In vergelijking met beheerde fondsen presteren volgens de geleerden en de data de passieve fondsen beter. Vanuit die optiek is het beter om in index-fondsen te beleggen dan in beheerde fondsen.

Zelf beleg ik niet in index-fondsen. Dit vanwege het gebrek aan diversificatie: ik spreid liever zelf. Dit kan me uiteraard duur komen te staan, want ik weet het niet beter dan de markt gemiddeld. Ik volg derhalve ook wel de markt: mijn diversificatie verloopt via 10 aandelen, met allemaal een min of meer gelijke weging in mijn portefeuille.

Dit heeft consequenties voor kosten. Stel, je belegt iedere maand 1000 EUR, in de helft van de geselecteerde fondsen, de volgende maand in de andere. De transactiekosten bedragen ongeveer 11 EUR per maand, ofwel 132 EUR per jaar. Op 12.000 EUR geïnvesteerd vermogen betekent dit in het eerste jaar een “managementfee” van 1.1%. Na 10 jaar, bij een rendement van 5%, zijn de beheerskosten ongeveer 0.8%.
Dat is uiteraard veel hoger dan de passief belegde fondsen, maar ik kan wel een betere spreiding verkrijgen. Tegen een hoger risico. Is dat het waard?
Heel eerlijk gezegd: het geeft mij een goed gevoel. Ik weet dat het me geld kost. En ik zal in de toekomst wellicht anders overwegen. Het is geen “done deal”. Ik kom er op terug!

Snor

De Geldsnor, kortweg "De Snor", is een blogger die zich ergens in het midden van zijn 30-ers bevindt. Getrouwd, meerdere kinderen, werkzaam in een boven-modale functie ontdekte hij in oktober van 2019 Het Begrip: Mr. Money Mustache. Nadat hij ALLES gelezen heeft wat MMM gepost heeft, kwam het idee om zelf te bloggen: wat is er in Nederland bereikbaar, in hoeverre wijkt onze positie af van de Amerikaanse mogelijkheden? En wat schetste zijn verbazing: ondanks het feit dat MMM een begrip is, een legende, 1 van de Grote Grondleggers van FIRE, was de website "Geldsnor.nl" nog beschikbaar. Deze naam is een geuzentitel, een eerbetoon zo u blieft.