De afgelopen maanden heb ik ontzettend veel gelezen en geluisterd over financiële onafhankelijkheid, met name via Amerikaanse blogs, podcasts en boeken. Onlangs was ik aan het luisteren naar het boek “Choose FI: your Blueprint to financial independence” (via Storytel, ook via bol.com verkrijgbaar).
In dit boek wordt een groot aantal interessante dingen genoemd. Eentje neem ik hier over en pas deze vrijelijk iets aan naar “onze” situatie in Nederland. Het gaat over de fases van financiële onafhankelijkheid:
Fase 0: bereik de 0. Met 0 wordt hier bedoeld: 0 EUR netto waarde van al je bezittingen: woning, geld, beleggingen, pensioenrekeningen en dit soort dingen. Niet-verhandelbare dingen ( “waardevol antiek” en “kunst) telt niet mee. Tel hier je schulden vanaf: hypotheek, persoonlijke leningen, doorlopend krediet, studieschuld, creditcards en andere afbetalingen. Het resultaat is een getal, wat voor veel mensen negatief is in de jonge jaren van hun carriëre.
Fase 1: 6-cijferige waarde. Bereik je eerste honderdduizend EUR in nettowaarde. Dit is dezelfde optelsom. De gedachte hierachter is dat op het moment dat dit bedrag 100.000 EUR of meer is, de waardetoevoegingen relatief groot zijn vanuit passief vermogen. Ofwel: 100.000 EUR in een beleggingsportefeuille levert “passief” gemiddeld 7.000 EUR per jaar op aan nieuw vermogen. Zonder dat je er iets voor hebt hoeven doen.
Fase 2: 6-cijferige waarde, exclusief overwaarde van de woning. De overwaarde van je woning levert geen bijdrage aan je onafhankelijkheid. Je moet het verkopen om er bij te kunnen, zonder er iets voor terug te kopen. Geld in je stenen kopen geen boodschappen.
Fase 3: 6-cijferige waarde, exclusief pensioenrekeningen. Je pensioenrekeningen vertegenwoordigen een waarde (uitgaande van beschikbare-premieplannen). Maar die waarde levert pas iets op na je 62e: het eerste moment dat je er pensioen van mag aankopen. Het is dus heel belangrijk geld, het is veel geld. Maar het is ook “gesloten” geld.
Fase 4: 25x je minimale levenskosten. Als je minimaal 10.000 EUR nodig hebt om te overleven en niet je woning kwijt te raken door wanbetalingen, dan heb je 250.000 EUR nodig aan beleggingen/investeringen of ander passief inkomen om deze fase te bereiken. Dit is zonder vakanties, ontspanning of iets anders. Maar je bent wél financieel onafhankelijk.
Fase 5: 25x je verwachtte uitgavenpatroon. Hierin zitten ook vakanties, reizen, leuke dingen en alle noodzakelijkheden. Voldoet aan de regel van 25/4. Als je 30.000 EUR per jaar nodig hebt aan verwachtte uitgaven, dan is je FI-nummer 750.000 EUR.
Fase 6: 33x je verwachtte uitgavenpatroon, inclusief de leuke dingen. Voldoet aan de regel van 33/3. Als je 30.000 EUR per jaar nodig hebt aan verwachtte uitgaven, dan is je FI-nummber 990.000 EUR.
Wat doet het er toe?
Financiële onafhankelijkheid is een reis, en niet alleen een doel. Het doel is groot, en lijkt veraf. Door het in kleinere stukjes te knippen, weet ik waar ik aan toe ben. Momenteel zit ik tussen fase 1 en 2. De 100.000 EUR heb ik wel bereikt nu, maar een aanzienlijk deel hiervan zit nog in de overwaarde van de woning.
Door het op te knippen in fases kan ik ook makkelijker plannen naar de toekomst, en dingen helder krijgen. Zo bereiken we fase 2 over ongeveer een jaar, en fase 3 over ongeveer 3 jaar.
Je ziet ook een “split” tussen fase 3 en 4. T/m fase 3 gaat het om absolute bedragen. Daarna wordt het relatief. Je ziet in de latere fases dat het sneller zal gaan (er wordt immers nog passief én actief vermogen opgebouwd), maar het is daar ook veel afhankelijker van je gekozen levensstijl. Er zijn ongetwijfeld mensen die niet alleen de wereld rond willen reizen, maar ook een personal trainer, lattes op een terras en witte wijn sippen op een terrasje in de binnenstad weten te verheffen tot nieuwe kunst.