Iedere maand, kwartaal en jaar komt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met cijfers over de inflatie van de afgelopen periode, in vergelijking met een andere periode. Als de prijzen stijgen (en je dus minder kunt kopen), dan spreek je van inflatie. Als je met dezelfde euro meer spullen kunt kopen, is er sprake van deflatie.
Uiteraard hangt hier een hele methodiek aan vast, die nodig is om van maand tot maand te kunnen vergelijken maar ook met andere landen. Deze methodiek is complex, en uitgebreid.
“De afdelingen zijn onderverdeeld in groepen, klassen en subklassen. In totaal omvat de CPI 14 afdelingen, 50 groepen, 87 klassen en 187 subklassen. De weging telt op tot 100 000 punten. De gemiddelde omvang van een groep is 2 000 weegpunten, van een klasse is dat 1 149 weegpunten en van een subklasse 535. Een subklasse omvat dus gemiddeld minder dan 0,6 procent van de bestedingen.” (CBS CPI – Achtergrond jaarlijkse basisverlegging 2020)

Sommige categoriën gebruik je niet
In bovenstaande taartgrafiek staan alle categoriën. Er staat ook uitgelegd in het rapport hoe werkt etc. Een aantal categoriën gebruik je natuurlijk niet maandelijks (stoffering, huishoudelijke apparaten, kleding & schoenen, restaurants & hotels). En anderen maar zeer sporadisch.
Voor ons persoonlijk geldt: wij drinken geen alcohol en we roken niet. Enige prijsontwikkeling hierin wordt wel meegenomen door de het CBS, maar heeft geen enkele invloed op ons (2681 van de 100.000 punten)
Exact hetzelfde geldt bij ons voor elektriciteit (we wekken >100% van onze elektriciteit zelf op) en brandstof: we rijden voornamelijk in de lease-auto en de andere auto rijdt ook elektrisch (op onze eigen stroom).
Voor anderen gelden andere maatstaven: een vegetariër wordt niet beïnvloed door prijsstijgingen in de categorie vlees (de grootste waarde binnen “voeding”) , maar de persoonlijke inflatie wordt meer bepaald door het stukje “groenten”. Maar ook koffie telt bijvoorbeeld 4x zo zwaar mee als thee (285 vs. 47 punten, tov. de 100.000 die genoemd zijn).
Inflatie van woonlasten & vervoer
Voor woonlasten heeft het CBS een bijzondere methodiek: voor huurders geldt een andere waarde dan voor woningeigenaren. Namelijk 7287 punten versus 13.987 punten voor woningeigenaren. De inflatie voor woningeigenaren telt dus zwaarder dan voor huurders. Dat vind ik niet alleen vreemd, maar ook gewoon “fout”. Mijn hypotheek staat voor tientallen jaren vast. Rekenen met een “toegerekende huur” is een methodiek, maar het verandert op geen enkele manier mijn uitgaven. Het toerekenen van meer of minder huur aan mijn eigen woning doet dus niets aan de woonlasten.
Iets soortgelijks geldt (in mijn geval) voor elektriciteit. 1295/100.000 punten zit in “elektriciteit” en nog eens 2300 in gas. Voor zuinige gebruikers heeft de inflatie op deze posten dus veel minder invloed.
In ons geval geldt ook nog eens dat we elektrisch autorijden (en voornamelijk met de zakelijke auto). Er is dus geen sprake van “inflatie” voor ons van deze kostenpost.
Conclusie
De conclusie is voor mij helder: “de” inflatie bestaat niet. Inflatie is zeer persoonlijk en afhankelijk van je eigen omstandigheden. Des te meer je consumeert uit categoriën waar veel prijsstijgingen in plaatsvinden, des te groter je blootstelling aan inflatie. Minder blootstelling aan inflaterende categoriën geeft een veel lagere inflatie.
Voor de populatie als geheel zal de inflatie correct zijn. Maar je kunt het niet toepassen op je eigen situatie.
Hoi Geldsnor, goed en duidelijk hoe je dit beschrijft. Ik denk al jaren dat die inflatie voor mij niet zo spannend is. Ik verdien een behoorlijk salaris en geeft niet veel uit waardoor ik iedere maand een flink deel kan sparen. Inflatie is pas merkbaar wanneer je een krappe beurs hebt en er dus echt rekening mee moet houden bij het doen van je boodschappen en dan inderdaad met name bij bepaalde boodschappen.
Ik zou haast zo ver gaan als “inflatie is een keuze”. Zeker wanneer je gedeeltelijk je eigen eten verbouwd (dat doe ik niet, overigens), dan heb je nog minder last van inflatie. En verder wordt je huis niet duurder als je er blijft wonen, goedkoper zelfs als je aflost. In die zin is inflatie hetzelfde als BMI: het zegt weinig over een individu zelf, maar het maakt wel uit voor de “populatie” als geheel.
En ik ben volledig met je eens: vooral als je maar nét uitkomt is het belangrijk om in de gaten te houden. 1 EUR over of 1 EUR tekort per maand is na 10 jaar een behoorlijk gat!