Met de hand afwassen of de vaatwasser: wat is goedkoper (& zuiniger)?

Speciaal voor de mensheid en mezelf heb ik een onderzoekje gedaan. Gewoon omdat het kan en omdat ik nieuwsgierig was. Wat is energiezuiniger? Met de hand afwassen, of met de vaatwasser? Ik heb een vergelijkbare afwas gedaan op beide methodes en dankzij mijn absurd nauwkeurige uitleescapaciteit en cijfernerderigheid kan ik het vrij zeker bepalen!

De vaatwasser in dit onderzoek is een Bosch Serie6 SilencePlus, op het programma “Eco”. De vergelijking wordt aangegaan met de handwas. De CV-ketel die zorgt voor het warmwater is een Remeha Calenta 40C. De afstand tussen de ketel en het tappunt is 5,5 meter.

De vergelijking wordt gemaakt op 2 punten: totaal energieverbruik in kwh en in euro’s. Het totale energieverbruik is een rekensom: het betreft de hoeveelheid gas, vermenigvuldigt met de energieinhoud van een kuub gas. 1 kuub gas levert bij verbranding 9,8kwh aan warmte op.

De Vaatwasser

Zoals gezegd betreft het hier een Bosch Serie6 SilencePlus. Wij wassen de vaat altijd met het Eco-programma en krijgen daar eigenlijk alles mee schoon. Pannen doen we vaak met de hand, omdat ze lomp en groot zijn en dus niet zo goed passen. Maar ook praktisch: anders is de vaatwasser behoorlijk snel vol na het koken en dan moeten we de vaat laten staan tot de rest klaar is. En ik hou van een opgeruimde keuken.

Het gemeten verbruik over de wascyclus is 0,98kwh. De hoeveelheid verbruikt water is bij benadering 11 liter.
De kosten bedragen daarmee ongeveer 22 cent (0.226 EUR per kwh, dagtarief) voor de stroom en het water kost ongeveer een cent. Vergeef me de onnauwkeurigheid. In CO2 gemeten is 0,98 kwh ongeveer 0,4kg CO2.

Uiteraard is de hoeveelheid energie die je apparaat sterk afhankelijk van het apparaat en welk wasprogramma je kiest. Een hogere temperatuur leidt tot een hoger verbruik, ook al is de cyclus korter.

De Handwas

De hoeveelheid energie die je verbruikt met afwassen met de hand is vooral afhankelijk van hoeveel warm water je verbruikt (uiteraard) en hoe groot de afstand is tussen de CV-ketel en je tappunt. Immers, bij een afstand van 20 meter hebben we een verlies van warm water van ongeveer 5 liter.

Ik heb heel wat water verbruikt, maar helaas ging er ook iemand naar de WC tijdens de test…De hoeveelheid water heb ik dus NIET betrouwbaar kunnen aflezen. Maar, de hoeveelheid gas was 0,12m3.
0,12m3 gas levert 1,18 kwh verbruik op. In CO2 gemeten

Gas heeft echter een heel andere kostenpost dan elektriciteit: een m3 gas kost mij 0,778 EUR. De kosten bedragen derhalve 0,09 EUR. De CO2 uitstoot is 227 gram.

Conclusie: met de hand afwassen is goedkoper en zuiniger

Het afwassen met de hand is goedkoper dan met de vaatwasser. Het scheelt ongeveer 13 cent per keer, bijna 50 EUR per jaar. Dit met de kanttekening dat de afstand tussen mijn ketel en keuken zeer klein is: de ketel hangt in de bijkeuken naast de keuken. Als de ketel op zolder had gehangen zou er ongeveer 0,1m3 gas bij gekomen zijn: een quasi-verdubbeling.

Het was voor mij een verrassende uitkomst – ik had verwacht dat de vaatwasser met vlag en wimpel zou winnen. Maar dit is dus niet het geval. Evengoed gaan wij voor 5 tientjes per jaar niet met de hand afwassen…

Noot: ik reken met de hoge prijs van de dagstroom. Met de nachtstroom scheelt het 1 cent. Echter, de Geldsnor heeft een grote hoeveelheid zonnestroom. Mijn eigen kosten zijn feitelijk slechts 0.11 EUR per kwh, dus voor ons is de vaatwasser tóch voordeliger.

Kinderopvangtoeslag: niet te volgen

Zoals wellicht bekend heeft de Geldsnor alles redelijk op een rijtje staan. Aanpassingen in een situatie worden doorgaans snel doorgegeven en er zijn weinig verrassingen.

Zo ging het ook met het aanpassen van de kinderopvangtoeslag. We hebben immers een dochter gekregen in februari en vanaf het moment dat haar BSN bekend was hebben we haar aangemeld via Toeslagen.nl. Dat verliep zoals normaal: voorspoedig. Hier geen “toeslagenaffaire” en ik denk ook niet dat wij gesignaleerd staan. We kregen dan ook keurig een nieuwe berekening.

Tot op heden kregen wij voor 1 kind op de kinderopvang (2 dagen per week) en 1 op de buitenschoolse opvang (1x per week) 362 EUR per maand terug. En hoewel ik de rekenregels niet snapte, kwam de bevestiging dat we vanaf mei 971 EUR per maand zouden krijgen, met in totaal dan 9220 EUR per jaar. Dat is een groot bedrag, maar lieve lezers, daar staat ook een rekening tegenover van 19.000 EUR dit jaar. Onze netto toeslag is dus 48,5%. Maar dat terzijde.

Een en ander werd aangepast in de spreadsheets. Het leidde tot een cashflow-verschil, maar dat mag de pret niet drukken. Groot was dan ook mijn verbazing op 20 mei, de dag dat de kinderopvangtoeslag betaald wordt…Er bleek 1580 EUR gestort te zijn! Ik snap er helemaal niets meer van. Maar even goed in de gaten houden wat er in juni gestort wordt.

Lezersvraag: Lekkercryptisch, bitcoinenergieverbuik & klimaatramp

Zoals bekend ben ik geen voorstander van Bitcoin. Iets zonder intrinsieke waarde, wat geen rendement oplevert (anders dan koersvolatiliteit), wat niet om te smelten is tot juwelen of te gebruiken is als grondstof (zoals goud), wat je niet kunt eten of naar kunt kijken (een tulpenbol kun je nog in de grond vrotten), wat niet fungeert als betaalmiddel (vanwege de complexiteit) en waarvan de dagwaarde bepaald kan worden door 1 of 2 Twitteraars kan ik niet serieus nemen als “belegging”, hooguit als speculatie.

Het is ook geen vervanging van geld: iets wat zo volatiel is (koersstijgingen en dalingen van procenten tot tientallen procenten per dag) werkt niet. Als jij vandaag denkt dat het morgen stijgt, betaal je er niet mee. En als ik verwacht dat de waarde morgen daalt, dan accepteer ik het niet als betaling.

Dit nog los van de beperkte hoeveelheid Bitcoins die er zijn en de valse aanname van mensen dat schaarste zorgt voor waardevastheid…Diegene die dat bedacht heeft moet eens goed kijken naar de waardeontwikkeling van huizen als gevolg van schaarste…

Ook de belofte als “store of value” en “veilig voor rampen” is natuurlijke baarlijke nonsens: als Westerse banken en overheden grote betrouwbaarheidsproblemen zouden hebben, dan is het geld misschien niet je grootste zorg.
En iets wat op dag 1 is toegestaan en op dag 2 verboden kan zijn, is misschien niet zo’n goede Store of Value, los van de volatiliteit.
En een store of value voor tijdens rampen?
Ten eerste kun je er niet mee betalen (dus moet je toch omwisselen naar het zo, door Cryptofans gehaatte, “fiatgeld”).
Ten tweede moet je maar hópen dat die ramp die plaats kan vinden geen betrekking heeft op internet of elektriciteit en dat je de telefoon & computer niet kwijtraakt.

Doorgaans krijgen Bitcoin-criticasters het verwijt dat “we het niet begrijpen”, maar wordt het ook zelden uitgelegd wát we precies niet begrijpen. Het is een beetje als de waterstofdiscussie, waar de waterstofmaffia niet uitlegt hóe ze groene stroom gaan maken om de groene waterstof mee te maken en hoe het verdringingsprincipe er voor zorgt dat de CO2-uitstoot sterk stijgt. Maar dat is een ander verhaal.

Zelf begrijp ik het monetaire systeem denk ik vrij redelijk. Ik draai al een poosje mee in de bedrijfswereld en ben veel betrokken geweest bij “funding” vraagstukken in startups en heb ook een opleiding in die richting gevolgd aan een gerenommeerde universiteit. Gehele onwetendheid kan mij niet verweten worden.

Maar goed, dit stuk gaat niet over waarom Bitcoins (en andere cryptovaluta) onzinnig zijn. Mijn standpunt daarin lijkt me duidelijk en is vooral een herhaling van mezelf. Nee, gister kreeg ik een vraag van Diederik op mijn blogpost over “het einde van bitcoin?” Namelijk: wat vind ik van het artikel van Lekkercryptisch over het energieverbruik van bitcoin en het klimaat. Ben je er klaar voor?

Bitcoin: energie en klimaat

Ten eerste is klimaatverandering en dat de mens dit beïnvloedt een vaststaand feit. Wetenschapsontkenners kan ik niets mee, dus daar doe ik niets mee. Vooruit, klein dingetje dan: de temperatuur wordt al eeuwen nauwkeurig gemonitord en doormiddel van analyse en statistiek kun je bepalen hoe het er in het verleden uit zag. Ook kun je uit luchtbellen uit een ijsmassa bepalen hoe oud die lucht is en hoeveel CO2 het bevatte. En op basis van de exacte CO2-analyse kun je bepalen of dit afkomstig is van verbranding van fossiele brandstoffen of een natuurlijke oorzaak heeft. Hoe snel alles gaat is niet helemaal voorspelbaar maar voorlopig wijst alles er op dat we op de snelst wijzigende scenario’s zitten en dat het helemaal niet meevalt.

Onwetenden zullen stellen “ze kunnen het weer nog geen uur vooruit goed voorspellen, dus voorspellingen over jaren zijn onzin”. Natuurlijk…De beurskoers is ook moeilijk te voorspellen een uur vooruit, maar of de economie groeit of krimpt is al een stuk eenvoudiger. Juist omdat de kleine details er minder toe doen. Het maakt voor klimaatverandering namelijk niet uit of het in Amsterdam 20 of 21 graden is, of dat dit de waarde is voor Berlijn. Voor de weersverwachting wel. Overigens ontkent Lekkercryptisch dit probleem ook zéér zeker niet.

Goed, nu we dit uit de weg hebben geruimd gaan we in op het artikel/blogpost van Lekkercryptisch. Schuin & dikgedrukt komen de quotes van Lekkercryptisch, daaronder in gewone tekst mijn antwoord.

Miners hebben een sterke stimulans om de goedkoopste energie te zoeken. Dat is in toenemende mate energie die nu op geen enkele andere manier gebruikt kan worden. Denk aan afgefakkeld gas en waterkrachtoverschotten.

Ja, miners hebben een sterke stimulans om de goedkoopste energie te zoeken. Maar dat is niet het hele verhaal. De stimulans is de goedkoopste “total cost of ownership”. Het is dus niet alleen de elektriciteitsprijs, maar ook de prijs voor grond en infrastructuur. De prijs die men betaalt is niet alleen afhankelijk van welke middelen er ter beschikking staan, maar ook overheidsbeleid. Zo betalen in Nederland grootverbruikers aanzienlijk minder dan kleine verbruikers.
Maar nog interessanter: “het gebruik van waterkrachtoverschotten”. Diegene die dit geschreven heeft, heeft geen idee hoe een waterkrachtcentrale werkt. Als er geen vraag is naar elektriciteit, dan staan de schuiven en dus de turbines van een waterkrachtcentrale stil. Er is nooit een overschot aan waterkrachtutilisatie, hooguit aan capaciteit. Gezien waterkracht geen marginale kosten heeft (het duurste aan een stuwdam is de bouw, en niet het gebruik want de “brandstof”, het water, is gratis). Een waterkrachtcentrale is ook nog eens zeer goed te regelen. In principe zal in een stroomnetwerk de waterkracht altijd gebruikt worden. Wat er éxtra nodig is komt van een andere bron.

Miners werken steeds vaker samen met leveranciers van hernieuwbare energie om nieuwe duurzame projecten rendabel te maken en om schommelingen in vraag en aanbod op te vangen en zo het systeem te stabiliseren. Ze kunnen dan als potentieel winstgevende buffer dienen voor het elektriciteitsnet, als onderdeel van het business model van energieproducenten of -beheerders, omdat ze ogenblikkelijk aan en uitgezet worden.

Daar zou ik graag een bronvermelding bij zien. Want in principe klopt het: stroom verbruiken die anders door “curtailment” niet opgewekt zou worden, is geen verlies maar een ondersteuning van het verdienmodel voor die duurzame bronnen. Maar in de praktijk gebeurt dit helemaal niet: de meeste miners zitten in China en daar worden niet zoveel afspraken gemaakt met duurzame aanbieders. Het zal allicht vaker gebeuren dan eerder, want toen gebeurde het helemaal niet.

De essentie van het vraagstuk is of je bitcoin als censuurbestendig, neutraal, wereldwijd monetair netwerk waardevol vindt. Als je vindt van niet, dan is voor jou elke joule besteed aan bitcoin er eentje te veel. Maar wie bepaalt dan wat wel of geen verspilling is? Bitcoin, kerstverlichting, aquariums of Netflix kijken?

Touché, en het beste stuk uit het hele artikel. Maar het is natuurlijk niet neutraal (want een aantal “whale-accounts” heeft de meerderheid van de Bitcoins in handen), niet censuurbestedig (als mensen dit écht geloofden, waarom zou de koers van Bitcoin deze week zo sterk gereageerd hebben op een Chinees verbod op ondersteuning van financiële markten?). En monetair netwerk? Je moet het nog altijd inwisselen tegen echt geld om er mee te kunnen betalen in praktische zin.

Bitcoin is geboren in een wereld waarin zich al decennialang een klimaatramp aan het voltrekken was. Dát is het probleem, en dat wordt niet veroorzaakt, noch opgelost door (het uitschakelen van) bitcoin. Er is ruim voldoende stroom voor bitcoin om te gebruiken en zijn broeikasgasuitstoot is op wereldschaal beperkt; slechts 0,05 procent van het geheel.

Fair point. Het is niet de veroorzaker. Maar ook geen oplossing. Als je ziet welke middelen we in moeten zetten om die 0.05 procent te compenseren, dan hebben we het al over grote investeringen. Wereldwijd gebruiken we een ~160.000TWh energie per jaar (en dat maakt Bitcoin geen 0.05%, maar 0.075%). En recentelijk is de schatting geen 80-129TWh per jaar meer, maar reeds 129TWh, 7,5% hoger dan het eind van de bandbreedte genoemd door Lekkercryptisch.

De kern is daarom dat we voor alle energieverbruik over moeten stappen op duurzame, hernieuwbare energie. En er zijn sterke aanwijzingen dat bitcoin daarbij op verschillende manieren zou kunnen bijdragen en de transitie kan versnellen.

Ik kan niets anders dan het eerste stuk onderstrepen. Hoe Bitcoin daar aan kan bijdragen is mij een raadsel (niet helemaal, ik heb wel een idee: door het hogere energieverbruik is het verdienmodel van een energieleverancier anders, mede vanwege de mogelijkheid om ad hoc grote hoeveelheden stroom op te nemen of juist tijdelijk te stoppen met gebruik.)

  • Het is makkelijk te vervoeren.
  • Het is makkelijk op echtheid te controleren en niet te vervalsen.
  • Het is deelbaar in kleine stukjes.
  • Het verrot of verbrandt niet.
  • Het is schaars, overheid kan niet bijdrukken.
  • Het is oncensureerbaar, niemand is de baas.

Aj, val ik toch in mijn valkuil. Punt 1 & 2 zijn zondermeer waar. Deel 3: het is deelbaar in kleine stukjes, lijkt ook zo te zijn. 21 miljoen Bitcoins (het maximum) zijn ieder onder te verdelen in 100 miljoen stukjes. Dat lijken héle grote aantallen maar vertaalt zich naar maximaal 0,002625 bitcoin per persoon op aarde. 262.500 Satoshi’s dus. Dit brengt ook meteen een probleem met zich mee: schaarste heeft nog nooit in de historie van de wereld geleid tot waardevastheid en stabiliteit. Schaarste leidt tot oplopende prijzen.
Oncensureerbaar? Het kan verboden worden. Niemand de baas? Een aantal grote accounts houden de meerderheid en een Tweetje van Musk leidt tot grote volatiliteit. Dit kun je wijten aan een onvolwassen systeem, maar het bestaat al >10 jaar. Wanneer is het dan wél mainstream en volwassen?

Dat het zoeken naar bitcoins energie kost, zorgt er ook voor dat een grote of rijke partij niet zomaar de macht over het geldsysteem kan grijpen. Niet alleen zal het lastig zijn om voldoende elektriciteit in te kopen, ook het feit dat de zoektocht moeilijker wordt naarmate er meer computers meedoen werkt hem tegen.

Dit is een bekend fenomeen: if you can’t fix it, feature it! Het energieverbruik is dermate hoog dat het lastig is om voldoende in te kopen voor grote miners. Oké. Hoe zit het dan met het stabiliseren van het grid? Daar heb je MW’s vermogen voor nodig, honderden MW’s op zijn minst. En die zouden alleen draaien op het moment dat er een overschot is, maar het is lastig om anders de energie te kopen?

Een gevolg van dit lokale karakter van elektriciteitsproductie én de vraag ernaar, is dat het verbruik van de één niet ten koste gaat van het verbruik van de ander. Het is niet zo dat iemand in China beroofd wordt van elektriciteit, omdat het in IJsland of Nederland in bitcoin wordt gestoken en andersom.

Dat klopt. Tot op zekere hoogte. Dit voorbeeld klopt. Maar energie in Nederland gaat wel degelijk de grens over. En er bestaat ook zoiets als het uitschakelen van centrales. En de fossiele centrales zijn vanwege de hoge marginale kosten de eerste die uit gaan. Het Europese netwerk is vrijwel volledig met elkaar verbonden. IJsland als eiland niet. China als land wel, met UHVDC-kabels door het hele land om stroom vanuit de Himalaya en grote dammen naar het oosten te transporteren. En als er geen vraag is, dan gaan de schuiven van een dam dicht.

Een tweede gevolg is dat wereldwijd de prijs per kilowattuur sterk verschilt. In Nederland betaal je nu gemiddeld zo’n 22 eurocent, terwijl je in IJsland naar schatting slechts 2 cent betaalt voor dezelfde hoeveelheid stroom. Dat is een kwestie van vraag en aanbod. De vraag ligt in Nederland relatief hoog en in IJsland kampt men met overschotten.

Onwetendheid. Een consument betaalt in Nederland 22 eurocent in het piektarief. Een zakelijke grootverbruiker ongeveer 5. IJsland wordt vaker als voorbeeld genoemd, omdat de stroom hier hernieuwbaar is. Bitcoin-mining vindt er echter nauwelijks plaats. 65% wordt gemined in China. De nummer 2, de VS, levert 7%.

Zo’n overschot zie je bijvoorbeeld ook in Sichuan, een provincie in het midden van China. In die provincie zijn de laatste jaren zoveel waterkrachtcentrales gebouwd, dat er twee keer méér elektriciteit geproduceerd wordt dan het lokale stroomnet aankan. Wie daarvan graag gebruikmaken? Juist, bitcoinminers. Een win-winsituatie. De stroomproducent kan zijn elektriciteit kwijt en de miner kan zijn belangrijkste kostenpost omlaag krijgen, want als er meer elektriciteit beschikbaar is dan dat er vraag naar is, daalt de prijs.

Geïnstalleerde capaciteit mag niet verward worden met productie. Er kán 2x zoveel geproduceerd worden. Maar net als elders in de wereld geldt in China de wet van vraag en aanbod. Als er heel veel aanbod is, gaan de prijzen voor stroom naar beneden en wordt de productie minder lucratief. En net als in Nederland en Duitsland en andere landen kan de stroomprijs negatief worden: je betaalt om te leveren. Dus gaan de schuiven dicht. Het is bedrijfskundig een slechte investering geweest om deze dammen te bouwen. Maar het dan maar gebruiken voor bitcoin is niet direct een oplossing daarvoor. Beter kun je het transporteren naar andere gebieden en kolencentrales sluiten. Die “incentive” ontbreekt echter als je het lokaal gebruikt.

Een cruciaal verschil met andere industrieën is dat bitcoinminers relatief mobiel zijn. Hun apparatuur is goed te verplaatsen en het enige dat ze nodig hebben om te functioneren is internet, huisvesting en stroom.

Een Chinese bitcoinminer is niet dermate mobiel dat hij opeens naar IJsland kan verkassen. Exporttarieven, importtarieven, “opportunity cost” van de tijd om het te verschepen, vergunningen en dure huisvesting maken het theoretische plaatje toch anders.

Conclusie

Mijn conclusie is dat er een hoop geschreven wordt over theoretische mogelijkheden waarom het allemaal mee zou kunnen vallen en een vergelijking om het percentage energieverbruik op wereldschaal zo klein mogelijk te maken.
Het een kan echter niet zonder het ander: je kunt niet spreken van een substantiële impact op een energienetwerk als het relatief zo weinig verbruikt. Het is óf een grootverbruiker, of geen stabilisator van een netwerk. Ook kan het als “kleine speler” niet bijdragen aan een werkelijk verdienmodel voor groene energie. Theoretisch en zeer lokaal natuurlijk wel.

Het staat en valt, zoals de auteur van het artikel ook stelt, met de subjectiviteit of je het een zinvolle bezigheid vindt. Ik vind Bitcoins zinloos, en dus ieder energieverbruik er aan ook. Maar het staat mensen vrij om daar een andere mening op na te houden. En daarmee het verbruik te legitimeren. En óf ik krijg gelijk en het verdwijnt een keer (en daarmee ook het energieverbruik) of ik krijg geen gelijk en het wordt dermate groot dat het wel kan stabiliseren. Een win-win situatie in de dop dus.

Het vlees is zwak: we hebben een frituurpan gekocht (maar wát een investering!)

Wij zijn behoorlijk van het gezonde eten. Maar het vlees is zwak: af en toe eten we fastfood. Eerder gingen we daarvoor naar de snackbar, en we hebben pogingen gedaan om ovenfriet & snacks te maken. Maar dat is tóch minder lekker.

Maar met de groei van ons gezin lopen de kosten voor de snackbar ook behoorlijk op. In 2018 (het eerste jaar waarin we konden pinnen in de snackbar, het is tenslotte de 21e eeuw…) besteedden we gemiddeld iets minder dan 10 EUR per keer in de snackbar. Dat jaar zijn we er 23x geweest. De frequentie blijft vrij stabiel, maar de bestedingen lopen op tot iets boven de 16 EUR. De hoofdoorzaak? Onze kinderen eten als bootwerkers. Gelukkig ook gezonde dingen, maar ook in de frietzaak tellen ze inmiddels gewoon mee als 1 persoon. De frequentie van dit jaar is een extrapolatie: t/m week 19 waren we 9x in de snackbar geweest en dat maakt 25x op jaarbasis.

Maar goed: we hebben dus een frituurpan gekocht. Een dubbele frituurpan zelfs. Grappig genoeg kost deze frituurpan nú 67,95 maar vorige week toen ik ‘m kocht 59,95 EUR. Bijzonder. Het is een grote frituurpan, want we hebben een groot gezin.

We hebben de eerste basisbenodigdheden gekocht:

2,5kg friet: 1,99 EUR
4 kroketten: 1,49 EUR
6 liter frituurolie: 7,98 EUR
5 frikandellen: 1,49 EUR
20 kipnuggets: 1,99 EUR

Bovenstaande levert dus een “hit” op het boodschappenbudget op: het kostte 14,94 EUR. Maar dit moeten we nader bekijken. We eten per keer immers niet alles op en de olie gebruik je vaker. Het boekje (ja, ik heb voor het eerst in mijn leven een gebruiksaanwijzing gelezen!) laat zien dat je na 8-12x de olie moet verversen. Dat is gemiddeld dus 10x.
Maar, er gaat ook 5 liter in. Met 2,5kg friet doen we 2,5x, met kroketten 2x, frikandellen 5x en met de kipnuggets ook 5x. Een tabelletje leest makkelijker? Komt-ie dan!

Per keer frituren zijn we dus 2,902 EUR kwijt. En er moet nog elektriciteit in. Laten we aannemen dat we in totaal een half uur het volle vermogen nodig hebben. Het vermogen is 3.6KW, dus het verbruik in een half uur is 1.8kwh. Kosten: ~40 cent.

De totale kosten liggen daarmee op 3,30 EUR per keer. 13 EUR lager dan het gemiddelde van 2021 en 10 EUR lager dan het gemiddelde van 2020. De investering (59,95 EUR) is daarmee in 6x terugverdiend. Ik neem geen afschrijving mee zegt u? Dat klopt, immers met de besparing betaal ik het apparaat (die in de boekhouding al direct als kostenpost is meegenomen).

Mocht je een andere calculatiemethode willen gebruiken…Als het apparaat 5 jaar mee gaat en je frituurt 25x per jaar (zoals wij) en je gaat geen oliebollen bakken (dat doe ik dus wel), dan zijn de afschrijvingskosten 0,48 EUR per keer. Met de huidige prijs kom je op 0,54 EUR per keer aan afschrijving. En natuurlijk nog wat kosten voor het schoonmaken.

Career-blogging: kun je geld verdienen met je blog?

Om met de deur in huis te vallen, mocht je het je afvragen: ik heb geen enkele intentie om een carriere-blogger te worden. Ik heb teveel realiteitszin daarvoor en heb teveel tijd en moeite geïnvesteerd in mijn carriere en beroepskeuze om te kiezen voor een digitaal leven. Realiteitszin betekent in dit geval dat ik het op voorhand als niet plausibel vind om voldoende geld te verdienen met een blog: ik heb een groot gezin, een grote kinderopvang-rekening en een hypotheek. Maar ook zal het mij niet voldoende uitdaging bieden om het lang vol te houden. Ik blog om mijn gedachten te stroomlijnen en te spuien, en om daar eventueel feedback op te krijgen. Als ik daar iets aan overhoud (want zoals je wellicht opvalt staan er wel advertenties op deze site, al begrijp ik iedereen die een adblocker zoals Ghostery gebruikt volledig!) is dat mooi meegenomen, maar nimmer het doel.

Laten we beginnen met het antwoord: natuurlijk kun je geld verdienen met je blog. De vraag is of het een substantieel bedrag is. Ik onderscheid 3 categoriën:
1. Hobby-bloggers (zoals ik) waar de advertentie-inkomsten de hosting betalen.
2. Bijverdienste-bloggers: waar je een substantiële inkomstenstroom hebt (een paar honderd euro per maand) waardoor het een echte bijverdienste is, maar geen hoofdinkomen).
3. Carriere-blogging: het doel is een primair inkomen te vergaren. Dit zijn er maar weinig in Nederland, ongeacht het onderwerp. Er zijn er ongetwijfeld enkelen die zich voordoen als “categorie 3”-bloggers, maar die feitelijk de 1 of 2 niet overstijgen. Daar heb ik geen last van.

Wat levert een blog op?

Ongetwijfeld zijn er al duizenden posts zoals deze geschreven. Maar nog nooit door mij, dus doe ik het toch. Want ik heb daar zin in, en zit momenteel in een veel te lange, veel te saaie, Teams-call die echt helemaal nergens over gaat. Maar soms moet ik “Ja” en “Uhuh” zeggen.

Er zijn diverse inkomstenbronnen voor blogs:
1. Advertenties (meestal via AdSense)
2. Affiliate Marketing (bol.com links en dergelijke)
3. Sponsored Content (betaalde artikelen over een dienst of product)
4. Memberships -> hoef je niet aan te denken zolang je niet HEEL groot bent. Feitelijk kun je betwisten of het dan nog een “blog” is…

De inkomsten van iedere categorie worden bepaald door 2 dingen: hoeveel bezoekers je hebt (en hoeveel daarvan zijn uniek) en de “Click-Through Ratio” ofwel CTR. Dit wordt uitgedrukt doorgaans in RPM: Return Per Mille, ofwel hoeveel geld je krijgt per duizend impressies.

Advertentie-inkomsten

Vooral bij advertenties zie je dat hier een asynchrone relatie tussen zit: dagen met weinig bezoekers betalen onevenredig veel minder dan dagen met veel bezoekers. Het algorithme bepaald dat als er veel bezoekers zijn, de advertenties meer waard zijn: een hogere Cost Per Click, ofwel CPC. Sommige adverteerders hanteren criteria om te voorkomen dat hun advertenties op lage kwaliteits-pagina’s terecht komen (met weinig verkeer, doorgaans).
Helaas verhindert de “user policy” van advertentie-aanbieders om deze informatie openbaar te maken. Voor websites tot 2500 pageviews per maand schat ik de RPM op 0.30 tot 0.70 EUR en voor beter presterende websites (>30.000 pageviews per maand) hanteer ik 2 EUR. Ongetwijfeld zijn er websites die beter presteren, maar laten we zeggen dat ik dit kan onderbouwen zonder de user policies te overtreden.

Affilliate Marketing

Affilliate Marketing hangt af van de CTR én wat iemand uiteindelijk daar koopt. De opbrengsten schijnen groot te kunnen zijn. Maar eerlijk gezegd heb ik geen idee, want ik heb het nog nooit tot een succes kunnen maken.
Ten eerste heb je een goede CTR nodig: reken op maximaal 2% van de unieke bezoekers. Van hen koopt wellicht 1 op de 10 daadwerkelijk iets, voor gemiddeld 30 EUR. Het is maar een stelpost…Met 10.000 unieke bezoekers per maand hebben we het dus over 200 kliks, en 20 transacties. Dat levert de aanbieder 600 EUR omzet op. Het commissiepercentage ligt (afhankelijk van de categorie etc.) rond de 6%. In dit rekenvoorbeeld hebben we het dus over 36 EUR.

Sponsored Content

Gesponsorde artikelen zijn altijd een risicootje, vind ik zelf. Zo moet je (vind ik) achter de inhoud staan. Tot op heden heb ik nog nooit een gesponsord artikel geplaatst, maar eerlijk gezegd is de vraag me ook nog nooit gesteld. Ik heb een blogpost gevonden van Blogtrommel over wat je kunt vragen voor een gesponsord artikel. Het minimum is schijnbaar 50 EUR. Daar gaan we voor, vermeerderd met 10 EUR per 1000 unieke bezoekers per maand.

Oké. Dus wat levert een blog op?

Het mooie aan de inkomstenbronnen is dat het een het ander niet uitsluit. Je kunt prima én advertenties hebben én affiliate marketing én sponsored content plaatsen. Uiteraard heb ik een en ander geplot.

In bovenstaande grafiek zie je mooi hoe het kan werken met grote getallen. Dat zijn ook de plaatjes die je ziet en hoort van mensen: met honderdduizenden unieke bezoekers per maand kun je mooie bedragen verdienen. Althans, omzetten. De realiteit is nét iets anders. Vanaf meer dan 10.000 bezoekers per maand is het voor veel bloggers denk ik al redelijk succesvol. Velen halen dat niet en stoppen. Zeker als je uit bent op “makkelijk geld verdienen met een blogje” kom je van een koude kermis thuis.

The Valley of Death

Een bekend fenomeen bij startups is “the valley of death”. Dat is bij bloggers niet anders. Je hebt een goed idee, en maakt kosten. Maar gaandeweg moet je een keuze gaan maken: overstijgt mijn idee de hoeveelheid tijd die ik er aan kan en wil besteden? Want het verkrijgen van véél bezoekers kost véél tijd en inspanning. De kosten gaan ver voor de baten uit. Want hoewel je de inkomstengrafiek lineair kunt plotten is de tijdas heel anders. Feitelijk werkt het precies andersom dan met geld. Met geld is de eerste honderdduizend EUR een stuk lastiger dan het 2e miljoen. Maar bij een blog zijn de eerste honderdduizend bezoekers een stuk eenvoudiger dan een miljoen.

Voor een career-blogger moet je dus een keuze maken: kun je die hoeveelheid tijd er aan besteden? Is het onderwerp interessant genoeg om zoveel mensen te bereiken? En wat is een fatsoenlijk inkomen?

Als ik mijn huidige (fulltime) inkomen wil evenaren met omzet, dan heb ik met deze aannames bijna 300.000 bezoekers per maand nodig. Dat zijn er nogal wat!

Een voorbeeld uit de praktijk

Recentelijk presenteerde het bedrijf IEX Group zijn resultaten. IEX is een (internationale) website met beleggersinformatie. Al lang actief, gerenommeerd en bekend. Een “online provider van content”. Feitelijk een zeer uit de kluiten gewassen Blog (niet bedoeld als diskwalificatie). Zoals ze zelf claimen bereiken ze “2 miljoen beleggers in Nederland en België. Hun omzet is 4.1 miljoen EUR in het jaar 2020. (0.082 per bezoeker, let op, opent PDF met jaarverslag ;-)).
Zij hebben volgens dit verslag 2,5 miljoen unieke bezoekers per maand en 50 miljoen pageviews. In mijn “rekenmodel” zou dit uitkomen op een omzet van een kleine 1.4 miljoen EUR (0.028 per bezoeker).

Het is dus veilig te stellen dat er een flinke afwijking naar boven is: naarmate de website groter is, wordt er meer verdient. Zo behaald IEX een omzet van 2.9 miljoen EUR aan advertenties en 1.2 miljoen EUR aan betaalde content (abonnees). Er is dus een flinke hockeystick. Maar: zij hebben 18 mensen in dienst.

Wil je een categorie 3-blogger worden? Succes, sterkte en hard werken!

Het einde van Bitcoin en andere crypto’s?

Ik ben geen voorstander van crypto-currencies. Zelfs een heel groot tegenstander. Het lijkt haast op religie (waar ik wars van ben), maar er ontbreekt ook fundament en zelfs logica. Sommigen noemen Bitcoin een investering in de mensheid en het elektriciteitsverbruik wordt gebagatalliseerd. Je kúnt namelijk “minen” met groene stroom.

Daarbij vergeet men voor het gemak even het verdringingsprincipe. Zie het als iets te drinken pakken uit de koelkast. Een gles water is groene stroom, een fles cola is grijze stroom. Er zijn geen andere keuzes. Er is 2 liter beschikbaar (1 liter voor elk), voor een heel gezin. De eerste 5 personen pakken een glas water. Lekker, gezond! Intussen is de fles water leeg. De volgende moet (er is in dit voorbeeld geen kraan, bijdehandjes!) noodzakelijkerwijs de ongezonde(re) keuze maken: hij pakt cola.
Dát, lieve lezers, is het verdringingsprincipe. Pas als er geen cola meer staat in de koelkast en er méér water is, kan iedereen die keuze maken. Groene stroom gebruiken voor mining betekent automatisch meer grijze stroom voor andere toepassingen.

Dan hebben we nog het argument “store of value”. Mij lijkt het een piramidespel, een ongereguleerd piramidespel zelfs: het “pluggen” en manipuleren van crypto-koersen is, in tegenstelling tot beurskoersen, NIET verboden. Er is dus een grote influx aan nieuw kapitaal nodig om de koers stabiel te houden of te laten groeien.

Democratisering van rijkdom? Omdat de rijkste zoveel procent van de wereld het geld en de macht in handen hebben? Het schijnt dat dit bij Whale-accounts (de grote gebruikers van Bitcoin/houders van Bitcoin) nog exorbitanter is dan in de werkelijke wereld.

Bescherming tegen inflatie? Mwoah…Iets waar je niet mee kunt betalen is geen bescherming tegen wát dan ook. En iets wat zeer volatiel is, daar betaal je niet mee: als ik verwacht dat mijn geld morgen méér waard is, dan betaal ik je niet vandaag (zie daar de link met deflatie) en als jij verwacht dat het morgen mínder waard is, accepteer je het betaalmiddel niet (zie daar de link met inflatie, 1 van de gouden bitcoin-argumenten).

En als je het einde van de wereld verwacht is het wellicht niet handig om iets te kiezen wat afhankelijk is van een stroomvoorziening en internet. Bij een grote calamiteit is dat misschien niet voor handen en is een cash eurootje toch praktischer. Nog los van het belang van overheden om een stabiel banksysteem overeind te houden, een belang wat bij crypto-currencies niet bestaat.

En daar sla ik het bruggetje: er komt steeds meer regelgeving en wetgeving voor deze Tulpenbollenmania. Meest recent? China heeft handel en ondersteuning van Bitcoin (en andere crypto-currencies) verboden. Het lijkt dus niet meer mogelijk (al ben ik te weinig bekend met de details) om bitcoins te minen met de kolencentrales in China (wat een reden zou moeten zijn voor een koersstijging overigens, tenslotte blijft de gecreëerde schaarste in stand). Maar in ieder geval is het niet meer mogelijk om er mee te handelen – en dat in de op één na grootste of grootste economie ter wereld.

(in tegenstelling tot de meeste Bitcoin-plugging-blogs mag je hier gewoon reageren. Wel de nadruk op gewoon, dus met argumenten, zonder gescheld. Niet quatschen dat ik het niet begrijp, want dan kom je in het stukje religie. Ik “begrijp” het technische aspect van crypto’s vrij goed. Ik “geloof” alleen niet in de waarde er van. Dat staat los van de waarde van Blockchain als techniek.)

WOZ: bezwaar is gegrond verklaard

Na 3 maanden (goed werk heeft tijd nodig!) is mijn bezwaar tegen de WOZ-waarde gegrond verklaard. Feestje! Immers, midden februari heb ik te kennen gegeven aan de lokale overheid dat de waarde van mijn woning onjuist is.

En daar heb ik een beredenering aan toegevoegd. We hebben de woning in februari 2019 aangekocht voor iets meer dan 400.000 EUR. En daarna hebben we met eigen middelen de boel verbouwd. Dit betrof het verwijderen van de levensgevaarlijke houten schrootjes door de hele woning, het aanpassen van het elektranetwerk naar de 21 eeuw, het toevoegen van een auto-lader, het plaatsen van 32 zonnepanelen en een nieuwe badkamer. De overige verbouwingen hebben later plaats gevonden en zijn dus irrelevant.

Bovenstaande zou flink bij moeten dragen aan een stijging van de woningwaarde. Ten slotte heb je nu een veilig pand welke tevens energieneutraal is en volledig gemoderniseerd is naar de maatstaven van de 21e eeuw.

De omliggende woningen zijn allemaal gestegen met een ruime 6%, onze woning met bijna 20%. Dat is logisch: we hebben de woning vlak na de oude peildatum (immers januari 2019 = oude peildatum) gekocht voor een prijs die boven de WOZ-waarde lag op dat moment: namelijk 20%. Volgens de logica van de lokale overheid is onze woning van februari 2019 tot januari 2020 (11 maanden) niet in waarde gestegen.

En daar komt mijn redenering om de hoek: als mijn huis gekocht is voor 415.000 EUR in februari, dan gaat vrijwel de hele prijsstijging van 2019 over dát aankoopbedrag. De waarde ontwikkeling van de buren (vrij gelijkwaardige huizen) was zoals gezegd +6%. Voor 11 maanden voor het gemak dus 5.4%. Daarmee zou onze woning uitkomen op 437.410.

Daar bovenop hebben we voor 70.000 EUR verbouwd. Laten we zeggen dat iedere 2 euro een waarde toevoegd van 1 EUR….Dan komen we op 472.000 EUR.

En daar gaat het mis. De taxateur is er “van uit gegaan” dat ik een schrijffout heb gemaakt en 412.000 EUR bedoelde. En daarin gaat hij mee. Bizar, omdat deze waarde ónder de transactiewaarde van begin dat jaar ligt én omdat ik heb aangegeven dat de waarde HOGER moet zijn. Bovenstaande redenering is namelijk niet nieuw, maar hetzelfde als wat in mijn bezwaarschrift stond.

Enfin: wordt vervolgd…Er is inmiddels contact gelegd.

Voor mezelf beginnen: de scenario’s

Zo, sinds vrijdagavond is het wat rustig gebleven op mijn blog. De langste tijd dat ik niet geblogd heb, denk ik. Er is veel gebeurd, besproken en nagedacht. Zo zouden we mijn avontuur om voor mezelf te beginnen kunnen financieren met de verbouwing, door het geld dáárvoor te lenen en onze cash-reserves aan te wenden als buffer voor het eerste jaar.

Op basis van de feedback (zowel offline als online, dus dank voor iedere bijdrage in de comments!) werd de beslissing al snel: we gaan NIET lenen om te verbouwen. Dan maar geen nieuwe keuken!

Inmiddels heb ik diverse scenario’s uitgewerkt, met de voors & tegens van ieder scenario (op hoofdlijnen). Want er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden!

Recap: samenvatting van de situatie

Geldsnor is onderdeel van de “Founding Family” van een startup. Wij hebben onze eigen CEO aangetrokken, een “Angel Investor” bereid gevonden om te investeren in de startup (voor niet triviale bedragen) en meer moeilijke dingen. Uiteindelijk is de Founding Family een groepje mensen die bij een ander bedrijf al samenwerkten, maar dat bedrijf ging op de fles door diverse omstandigheden maar toch met name omdat de oude CEO al het geld uit de kas gestolen had en de FIOD op bezoek kreeg. Lang verhaal, gaan we niet verder op in.

Maar “wij” vonden de ontwikkelde techniek te mooi om te laten varen, en vandaar onze acties. Inmiddels zijn we enkele jaren verder en begint het bij mij te wringen. Ik heb op een rijtje gezet wáárom het wringt, en daar conclusies aan verbonden.

Enerzijds is het vakinhoudelijk: ik ben een “specialist” en geen manager. Mijn specialisme ligt in de richting van “technische commercie”: als slap lullen pudding was, ben ik Dr. Oetker. En daarbij heb ik een (door anderen gezegd en door mij geparafraseerd) talent om technisch complexe dingen te begrijpen maar te vertalen in Jip & Janneke-taal. En daaruit bestaat dus mijn werk. En daar wringt het dus ook precies: in een high-tech startup verandert er niet zoveel.
Dat klinkt gek: er verandert heel veel, dagelijks. Maar vaak op een detailniveau dat je niet deelt met de klant. Enerzijds omdat het vertrouwelijk is (nieuwe patenten ed.), anderzijds omdat men aanneemt dat iets al het geval is (performance bij extreme temperaturen, bijvoorbeeld). Je kunt dus niet na 1 jaar zeggen dat product X een temperatuur van Y overleeft: dat was in de eerste meeting al aangenomen. Feitelijk vertel je dus een aantal jaar vrijwel hetzelfde verhaal. Uiteraard is dit een korte samenvatting waarop een hoop aangevuld kan worden, maar dat doe ik niet. Sorry.

Anderzijds is het persoonlijk: we hebben een aantal “elementen” meegenomen uit de “oude firma”. Vertrouwelingen van onze Angel Investor. En een gezonde portie wantrouwen. Zo zijn we nu al jaren bezig met een aandelenconstructie voor de oprichters en blijkt dat er achter mijn rug om gesproken is met de Belastingdienst en of ik daar even een volmacht voor wil tekenen (met een datum in het verleden). In dat soort geneuzel heb ik geen zin. Ik hecht veel waarde aan integriteit, eerlijkheid en autonomie en dat is daar allemaal mee geschonden.

Ik wil dus vertrekken. Wat meteen een moeilijkheid met zich meebrengt voor mijn collega’s en de Angel: het vertrek van 1 van de oprichters leidt tot vragen die je mogelijkerwijs niet wilt beantwoorden. Niet zonder goed verhaal. En daarom zijn er diverse scenario’s.

Scenario 1: ontslag met Vaststellingsovereenkomst

In het eerste scenario zou ik vanwege de verstoorde arbeidsrelatie aansturen op een vaststellingsovereenkomst: men ontslaat mij, stelt mij vrij van werk en laat me voor mezelf beginnen. In het slechtste geval beland ik dan na een aantal maanden (opzegtermijn is 4 maanden voor hen, 2 voor mij) in de WW, waar ik met behoud van gedeeltelijke WW voor mezelf kan beginnen.

Nadelen:
Dit is een “moeilijk verhaal” om te verkopen (voor de werkgever), omdat zij moeten uitleggen bij een Due Diligence onderzoek wáárom dit zo gelopen is. Het is in die zin een vrij harde scheiding.

Voor mijzelf is het nadeel dat mijn inkomen aanzienlijk boven het maximum dagloon ligt. Eventuele WW is de eerste 3 maanden 75% van je laatst verdiende inkomen en daarna 70%. Maar dus wel gelimiteerd door het maximum dagloon/maandloon. Dat is 4858 EUR en de uitkeringen dus respectievelijk 3644 en 3401 EUR. Bruto. En omdat ik in dit scenario nog enkele maanden doorbetaald krijg voordat ik in de WW zou belanden, wordt dit gewoon belast op de hoogste schaal. In 8 maanden verdien ik namelijk 68000 EUR, dus in de negende maand ga ik daar overheen.
Dat zou dus een forse aderlating zijn en consequenties hebben. Geen onoverkomelijke overigens: met onze buffer zouden we het lang genoeg volhouden om hiervan te kunnen leven.

Maar: als je vanuit de WW voor jezelf begint, wordt je met 29% gekort. Kan nog steeds, maar de aderlating wordt iets groter…

Voordelen: Je bent er van af. Helemaal klaar, geen geneuzel en gezever en gezeik meer, geen bemoeienis met de oude firma. Niets. Iets met een schone lei.

Scenario 2: Parttime voor mezelf beginnen

In het tweede scenario zou ik enkele dagen voor mijn huidige werkgever blijven werken. Doordat ik ouderschapsverlof opneem ben ik nog steeds fulltime in dienst.

Nadelen:
Er moeten heel duidelijk afspraken gemaakt worden over wat ik wél doe en wat niet. De stoorzenders die mijn werkplezier nu vergallen moet ik uit de weg kunnen gaan (tot op zekere hoogte, het blijft ook werk & een professionele relatie en we hoeven geen vrienden te zijn). Maar ook bepaalde taken waar niet mijn kracht en toegevoegde waarde liggen, die moet ik lozen.

Voordelen:
Met 3 dagen werken ligt mijn inkomen nog steeds op een comfortabel niveau en hoeven we geen dingen te schrappen. We kunnen blijven sparen, aflossen en werken aan financiële vrijheid. Ergo: alles wat ik verdien met “voor mezelf werken” is dus extra.
Bovendien biedt een dergelijk scenario een hoop rust: ik hoef geen arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten, geen pensioen op te bouwen en mogelijk zelfs geen eigen auto te organiseren (ik heb immers een auto van de zaak op het moment).

Scenario 3: botweg vertrekken

Er is een derde scenario: simpelweg een andere baan zoeken en vertrekken. Maar dit scenario streep ik eigenlijk weg: ik wil juist mijn tijd zo vrij mogelijk indelen. Niet werken in vakantieperiodes bijvoorbeeld omdat ik de kindertijd van de 3 kleintjes graag zo veel mogelijk ervaar. Ook wil ik Lieftallige Echtgenote in de situatie brengen dat zij meer kan werken als ze dat wil. Zij doet leuk & nuttig werk.

Voor het bedrijf heeft dit het nadeel dat het een lastig te verkopen verhaal is. Het is wel iets waar ze niets over te zeggen zouden hebben en hun probleem heel duidelijk niet de mijne is. Alleen…Heb ik ik natuurlijk óók wat uit te leggen! Waarom vertrekt 1 van de “founding members” van een veelbelovende startup naar een ander bedrijf? Dit is potentieel beschadigend voor mijn carriere.

Scenario 4: Burn-out

Ik zit er sowieso niet zo ver vanaf, al is het dan eerder een bore-out. Maar hoewel dit een potentiële mogelijkheid is, gaat dit natuurlijk never-nooit-niet gebeuren. De slechtste remedie tegen verveling en gevoel van overbodigheid is “bankhangen”. Maar het zou wel kunnen. Maar het gaat niet gebeuren.

Wat gaat het worden?

Samen met onze CEO (die ik dus mede zelf heb aangetrokken) hebben we een plan gemaakt. Een plan waarbij ik een zeer concrete taak krijg en niet langer mooie powerpoints hoef te maken voor klanten. Sowieso een plan met een einddatum en strategisch belangrijk voor de missie van het bedrijf. En een plan dat parttime kan: mede omdat ik géén lid meer zal zijn van het MT en ik geen geneuzel meer heb over aandelen en dergelijke. Dat wordt opgelost middels een exit-bonus bij overname en niet via een aandelenconstructie. Belastingtechnisch wellicht minder voordelig, maar wel simpel en transparant. En daar hou ik van.

Het lijkt er dus op dat het Scenario 2 wordt, met de optie om dit om te buigen in een Scenario 2B: me in laten huren als consultant voor een bepaalde periode vanaf begin volgend jaar. Dat valt nu nog te bezien. Voorlopig lijk ik hiermee van mijn stoorzenders én nutteloos werk af te zijn. Of het echt mijn frustraties wegneemt gaan we meemaken.

Geen nieuwe keuken, wel zolder

We hebben, ondersteund door de reacties op dit blog, besloten om voorlopig geen nieuwe keuken te plaatsen. Al met al is dat toch 18.000€ die we als extra buffer aanhouden.

De zolderverbouwing gaat wel gewoon door: niet alleen heb ik de slaapkamer en mijn kantoor nodig. Maar ook zijn de opdrachten aan de aannemer al gegeven. Daar komen we dus niet onderuit.

Voor de wijze waarop ik voor mezelf begin werken weer drie scenario’s uit. Daarover later meer!

Bedankt voor alle reacties!

Financieren van de eigen onderneming -> met de verbouwing

Nogal een gekke kop he? Eigenlijk is het ook een gek idee. Kijk, ik wil voor mezelf beginnen (tenzij ik in de Comfortzone blijf). En ik heb een heleboel verbouwingen op stapel staan. Of tenminste, een heleboel: een zolderverbouwing en een nieuwe keuken.

Voor zowel de keuken als de zolderverbouwing hebben we gespaard en sparen we nog steeds. Elke maand gaat er ruim 1500 EUR naar een spaarrekening om dit soort dingen te betalen. Het geld staat dus gewoon klaar.
Maar, om voor mezelf te beginnen wil ik ook een jaar de ruimte hebben om het een en ander op te bouwen zonder verder risico’s te lopen. Het optuigen van een bedrijf en het aan de markt brengen van mijn diensten plus het betaald krijgen van de eerste facturen kost tijd. Contant geld is hiervoor een goede buffer. Maar dan moet ik dat contante geld natuurlijk niet in mijn huis stoppen.

En nu had ik een idee. Ik kan geld lenen, als persoonlijke lening, voor het starten van mijn eigen bedrijf. Dit zou ik doen op basis van mijn huidige inkomen en met de zekerheden die we nu hebben. Het lenen van geld als persoonlijke lening kost 3.9%. Dat is niet superveel. Maar nog altijd bijna 100 EUR per maand aan rente (bij 30.000 EUR lening).

Maar wat ik óók kan doen, is het afsluiten van de lening om de verbouwing mee te financieren. De keuken & zolder kosten bij elkaar namelijk ook bijna 30.000 EUR. Dan kan ik het geld wat we gereserveerd hadden voor de verbouwing gebruiken als buffer om voor mezelf te beginnen. En “en passant” is de rente van dit leningdeel aftrekbaar in Box 1 (en dus ~40% voordeliger) en in Box 3 (want er staat een lening tegenover).

Best een aardig idee toch? (Inmiddels zijn er knopen gehakt)

(hypotheek ophogen kan ook, maar dan moet ik langs een notaris. We hebben geen hogere inschrijving van de hypotheek bijvoorbeeld en dus moet de akte aangepast worden etc. Dan moet ik honderden EUR betalen aan een notaris én ben ik weken verder).