Inflatie gaat er aankomen. En hárd!

Hoewel ik reeds eerder gemeld heb dat inflatie vrijwel zuiver persoonlijk is, is er momenteel wel iets aan de hand. “Men” ziet dit nog niet. Maar het staat te gebeuren.
Want wat is er nu aan de hand? Het gros van de mensen heeft niets te lijden (op financieel vlak) van de corona-crisis. De inkomsten lopen door en zijn vaak zelfs nog groter. In veel gevallen dekt immers de reiskostenvergoeding niet de werkelijk gemaakte kosten en gezinnen met kinderen hebben veel geld teruggekregen (afhankelijk van het inkomen) omdat de kinderopvang en buitenschoolse opvang dicht was.

Aan de andere kant was het schier onmogelijk om geld uit te geven. Natuurlijk zijn er veel verbouwingen gedaan aan huizen, maar dit zijn voornamelijk naar voren getrokken klussen en maar weinig écht extra werk. Maar het kopen van kleding en schoenen was vaak niet mogelijk en veel gelegenheden waarvoor men kleding koopt zijn geannuleerd: geen bruiloften, recepties, feestjes, of als belangrijkste: geen impulsaankopen door “even te gaan shoppen”.

Ook de bestedingen in restaurants en aan vakanties en entertainment zijn bijzonder laag. Het gevolg: honderden miljaren euro’s staan te wachten op spaarrekeningen. De meeste mensen hebben niets extra afgelost of geïnvesteerd, uit angst voor slechtere tijden.

De gevolgen laten zich raden

Ondertussen lopen de grondstofprijzen op. Niet zozeer de olieprijzen, maar bijvoorbeeld future-contracten voor rijst, graan en maïs. Dit zijn bepalende gewassen voor voedselprijzen.
Maar ook de capaciteiten in bepaalde industriën zijn teruggeschroefd. Shell verkoopt of sluit een aantal raffinaderijen bijvoorbeeld vanwege de lage vraag. Reisorganisaties gaan failliet, restaurants en cafés zijn dicht en zullen niet allemaal opnieuw openen. Heel veel ook wel: de steunmaatregelen zijn ongekend, maar zullen uiteindelijk door ons betaald moeten worden. In veel gemeenten stijgen dan ook de gemeentelijke belastingen omdat bijvoorbeeld de toeristenbelasting wegvalt. Het is wachten tot de rijksoverheid hetzelfde doet met loonbelastingen en winstbelastingen.

In het derde kwartaal wordt alles beter: dan is er veel gevaccineerd en kan de wereld weer open. We gaan mássaal ons geld weer uitgeven in de economie. Maar wel in een economie die iets nauwer is opgezet. Er zijn minder restaurants om uit te kiezen, terwijl meer mensen uit eten willen. Er zijn minder reisorganisaties om minder hotels mee vol te boeken: met meer mensen. Er zijn minder vliegtuigen beschikbaar omdat nu eenmaal niet direct alle stewardessen en piloten weer opgeroepen zullen en kunnen worden.

En de belangrijkste wetmatigheid van economie is de wet van vraag en aanbod. Bij een aanbod wat groter is dan de vraag dalen de prijzen. Wanneer de vraag groter is dan het aanbod, stijgen de prijzen. Dit laatste gaat er (dat is mijn verwachting) hoe dan ook gebeuren in een aantal sectoren. Bijkomend nadeel is het verband met prijselasticiteit.

Prijselasticiteit wil zeggen hoe gevoelig men is voor het stijgen van de prijs. Als je brood 10% duurder wordt, zul je wellicht nog steeds brood eten. Maar er is een moment waarop je op zoek gaat naar alternatieven. Die daardoor ook een prijswijziging meemaken, en dat maakt het geheel tamelijk complex en moeilijk te voorspellen.

Maar wat nu als restaurants hun prijzen met 30% verhogen? Je bent zó lang niet uit eten geweest, nu kan het toch wel? Uiteraard is dat een persoonlijke keuze, maar het prijsopdrijvende effect kan wel eens heel groot zijn.

Tot op zekere hoogte kun je je hiertegen wapenen: je kunt er immers voor kiezen om niet uit eten te gaan, of op een andere manier je vakantie in te vullen of geen theaters te bezoeken. Maar we gunnen de mensen toch ook wel iets?

Helaas heeft inflatie een sterk “self-fulfilling” karakter. Een hogere inflatie leidt tot hogere kosten en tot hogere looneisen van vakbonden, in verband met die gestegen kosten. Die zijn daardoor makkelijker op te brengen, waardoor er méér ruimte is voor prijsverhogingen. Ook de mensen die geen inflatie-correctie hebben (zoals veel gepensioneerden, door de lage rentestanden) worden hiervan de dupe. En veel overheden (en veel bedrijven) passen inflatiecorrectie toe op hun prijzen en kosten. Zelfs als de kosten niet werkelijk gestegen zijn – en dat leidt weer tot inflatie…

Op langere termijn overigens betekent inflatie doorgaans ook hogere rente en het relatief goedkoper worden van schulden…

Zonnepanelen in de praktijk: opbrengst in de winter

In diverse media lees en hoor ik zo nu en dan dat zonnepanelen in de winter niets opleveren. Gevoelsmatig klopt dit: de daglengte is kort en een relatief groot deel van die daglengte is schemering. Ook staat de zon laag boven de horizon. En tot overmaat van ramp is het ook nog eens vaak bewolkt in de wintermaanden!

Maar er zit ook een positieve kant aan de winter. Zonnepanelen zijn bij lagere temperaturen veel efficiënter dan bij hoge temperaturen. In de zomer halen mijn panelen vaak niet het maximale vermogen, waar ze dit eind februari wel doen. Dit is ook te zien aan het “specifiek vermogen”. Dit is een berekening van de maximale opbrengst van een dag uit de respectievelijke maand, gedeeld door het vermogen van de installatie. Zo is mijn “record” in een januari maand 25,645kwh op 1 dag, en mijn installatie heeft een vermogen van 9,6KW. Het specifieke vermogen is hiermee 2,67.

Je ziet duidelijk dat de maand oktober flink achterblijft. Dit komt onder andere door het feit dat we nog geen écht zonnige oktoberdagen hebben gehad sinds we deze installatie hebben, maar ook omdat we in oktober meer schaduwwerking hebben dan in de wintermaanden. De bomen die er voor staan hebben namelijk nog blad in oktober, maar eind november meestal niet meer.

Uiteraard zie je in bovenstaande een duidelijk dip van de winter. Dit patroon is nóg sterker als je alle maximale maandopbrengsten bij elkaar zet. Het patroon is dan versterkt omdat niet alleen de pieken lager zijn: ook de dalen zijn lager.

Van daaruit beredeneert men vaak dat zonnepanelen in de winter niets opleveren. Een gedachtengang die je met bovenstaande cijfers best zou kunnen onderbouwen.

Maar het levert nog steeds aanzienlijk op!

Je kunt de grafieken ook anders zien. Namelijk, dat de zonnepanelen nog steeds aardig wat opleveren! De somberste maand tot nu toe was december 2020 met 175kwh productie. Op jaarbasis zou dit exact 2100kwh zijn. In euro’s is dat ongeveer 480 EUR. Met een aanschafprijs van ongeveer 9750 EUR resulteert dat in een rendement van bijna 5%.

Voor een ieder die de ruimte heeft om zonnepanelen te plaatsen: ik raad het je van harte aan. Zelfs zonder salderingsregeling en met donkere wintermaanden is het rendement aanzienlijk groter dan wat je veilig kunt realiseren op andere manieren en met andere beleggingen.

Update Augustus 2022: in de winter leveren zonnepanelen alleen al in de slechtste maand, december, 175 EUR op (1EUR per kwh). In de gehele winter (periode van lage opbrengst, november-januari) is de opbrengst ruim 650kwh gemiddeld. Hoewel dit slechts 6-7% van de totale jaaropbrengst is, is dit aanzienlijk minder dan “niets”. Bovendien is het percentage eigen verbruik, en dus de belasting op het netwerk, vrijwel 100%.

Kortingsacties en de invloed op klanttevredenheid

Wij zijn als gezin een vrij trouwe klant bij Landal. Het zijn mooie, ruim opgezette parken en hoewel een bungalowpark vrij dichtbij mijn oude definitie van “hel op aarde” komt, zijn die van Landal best te pruimen. De kinderen vinden Bollo leuk (een mens in een berenpak die dansjes doet) en de huisjes die we tot nu toe hebben gehad zijn best prima.

Inmiddels hebben we meen ik 5 verschillende parken gehad, en ook al geboekt voor aankomende zomer. Wel zo praktisch, niet te ver weg met 3 kleine kinderen (de jongste is dan 7 maanden) en 2 honden.

Afgelopen weekend kreeg ik een mailtje binnen: zoveel EUR korting voor verblijf dan en dan, etc. Mijn korting zou 100 EUR zijn. Uiteraard heb ik even gebeld met de klantenservice: of dit nog van toepassing kan zijn op mijn boeking.

Het antwoord was een, niet volledig onverwachts, “Nee meneer, op bestaande boekingen kunnen we dat niet toepassen. U heeft gekozen voor zekerheid in uw boeking en daar kunnen we die korting nu niet op toepassen”.

Mijn antwoord is vrij simpel: u kunt het wel, maar wilt het niet. Maar wat is nu het probleem? Immers, zonder die mail had ik die korting óók niet gehad.

En dat is wat er misgaat bij dit soort acties. Hoe moeilijk is het om een nieuwsbrief met kortingen zó op te stellen dat iemand die reeds geboekt heeft voor die kortingsperiode niet te adresseren? Immers, ook bij Landal weten ze 2 dingen: de psychologie van de klant, en de klantacquisitiekosten.

Deze 100 EUR korting zou normaal een deel zijn van de acquisitiekosten van een nieuwe boeking. Het is geen verlies, slechts minder marge (en ja, dat ís anders). De acquisitiekosten voor een nieuwe klant zijn veel hoger dan voor bestaande klanten.

Een direct gevolg is dat ik mij als “vaste klant” nu onheus bejegend voel én dat ik de volgende keer gewoon veel langer wacht met boeken. Blijkbaar loont dit. Uiteraard loop ik dan het risico dat het vol zit, maar er zijn voldoende alternatieven om dit risico af te dekken. Beide gevoelens zijn bekend in de psychologie van de klant. En zeer eenvoudig te voorkomen: zorg dat je bestaande klanten die reeds in de genoemde periode geboekt hebben, deze nieuwsbrief NIET krijgen! Dit voorkomt ontevreden klanten en dat je medewerkers deze personen aan de telefoon krijgen.

Wat kost een koude winter?

Een update naar de situatie van 2022 is hier te vinden: Wat kost een koude winter (update)

Al tientallen jaren hebben we geen echt koude winter meer gehad. Nee, lieve mensen, ook eerder deze eeuw niet. Overigens zijn er diverse klassificaties voor een koude winter: je kunt kiezen voor het Hellmann-getal, het vorstgetal of de gemiddelde temperatuur.
Het Hellmann-getal is de som van de negatieve daggemiddelden met weglating van het min-teken. Dus een gemiddelde temperatuur van -4 op een dag levert een Hellmann-bijdrage van 4 punten op.

Voor het vorstgetal is het simpeler: het is de optelsom van alle negatieve temperaturen, zowel maximum als minimumtemperatuur. Een minimum van -6 en een maximum van +3 levert zodoende 6 punten op. Als het maximum -2 was, zouden het er 8 zijn. Het vorstgetal wordt gemeten van november t/m maart, evenals het Hellmanngetal.

Enfin, de waardes deze eeuw tot nu toe:

Gem. Temp. (C)HellmannVorstgetal
20206.40.15.7
20195.212.117.3
20183.834.144.4
20173.736.051.7
20166.49.621.5
20154.17.819.1
20146.00.02.9
20132.973.298.3
20124.188.498.2
20112.280.6103.1
20101.194.7119.2
20092.156.570.7
20085.120.328.1
20076.64.88.2
20062.831.552.3
20053.732.451.6
20044.116.332.7
20032.480.1100.3
20024.721.640.2
20014.027.738.6
20005.03.613.7

Volgens diverse media en mijn schoonmoeder waren de winters van 2010-2011-2012 “streng” of koud. Welnu…Ik wil hier wel een plaatje van plotten.

Allereerst een plaatje van de gehaalde Hellmann- en vorstgetallen vanaf het jaar 2000 t/m 2020. Dit heb ik afgezet tegen de gemiddeldes van de periode 1902-2020 en alles is geldig voor De Bilt. Het koudere cluster van winters tussen 2009 en 2013 valt wel op, maar komt zoals je ziet nauwelijks uit boven het gemiddelde van de afgelopen ruim 100 jaar.

Om dit te illustreren heb ik hetzelfde plaatje gemaakt, maar nu met als aparte lijn het gemiddelde van de 10 koudste winters sinds 1902:

Wellicht plaatst dit de “Strenge winters” van 2009-2013 wat in perspectief…

Hellmann & vorstgetal doen er niet toe

Dat gezegd hebbende: het Hellmanngetal en het vorstgetal doen niet ter zake. We stoken niet tegen een paar vorstperiodes of dagen, maar een hele winter lang. Het is dus veel relevanter om te weten wat de gemiddelde temperatuur doet in een winter.

De koudste winters scoren ruim negatief. Het gemiddelde sinds 1902 is 2.9C. Het gemiddelde sinds 2000 is ruim 4.1C! Het KNMI werkt echter met klimaatperiodes van 30 jaar en de norm van 1991-2020 was 3.9C.

Goed. Wat hebben we hier nu aan? We hebben een stukje historisch perspectief: deze eeuw heeft volgens geen enkele maatstaf een strenge winter gehad, slechts enkele normale en één winter die kouder was dan normaal (maar dat is niet hetzelfde als streng): 2010.

Om te bepalen wat een strenge winter kost, ga ik uit van het gemiddelde van de koudste 10 winters sinds 1902. Die winters waren gemiddeld -1.15C. De koudste uit de top10 is 1963 (-3), de nummer 10 is 1956 met +0.2C.

Verder hebben we het begrip “graaddagen” nodig. Dit is de temperatuur waaronder men normaliter begint te stoken. In dit geval neem ik 18C als uitgangspunt. Met een gemiddelde temperatuur van -1.15C zou onze “strenge winter” dus 19.15 graaddagen tellen.

Ook heb ik de 10 zachtste winters uitgerekend. Deze komen op gemiddeld 5.83 graden binnen. Dit heeft een flinke uitwerking op het aantal graaddagen. In een zachte winter kom je op ongeveer 1100 graaddagen, in een strenge winter op 1723. Een verschil van 56%. Fors!

Maar uiteraard hangt het gasverbruik af van de mate van isolatie, grootte van de woning en het gebruik van de woning af. Ik heb daarom 3 scenario’s. Een huis met goede isolatie en daarmee een verbruik van 0.2m3 gas per graaddag, matig met 0.4 en slecht met 0.6m3/graaddag.
En dan krijg je onderstaande grafiek:

Dat is het verbruik in m3 gas per winter. Dit heeft natuurlijk een flinke financiële consequentie. In een goed geïsoleerde woning kost een koude winter verhoudingsgewijs hetzelfde als in een slecht geïsoleerde woning. Het verschil in temperatuur is gelijk.

In absolute bedragen is het echter een héél ander verhaal. In een goed geïsoleerde woning kost een koude winter ongeveer 93 EUR meer dan een zachte winter. In een slecht geïsoleerde woning loopt dit verschil op tot bijna 300 EUR.

Eerlijk gezegd wringt daar ook de schoen. Alle nieuwbouwwoningen zijn goed geïsoleerd, maar ook oudere koopwoningen zijn vaak redelijk tot goed geïsoleerd. Mijn eigen woning “scoort” rond tussen de 0,124 in oktober en 0,24 in januari. Waar dat verschil vandaan komt leg ik nog wel eens uit in een ander blogpost.

Maar een oudere huurwoning, doorgaans bewoond door mensen die het minder breed hebben én zelf niet verantwoordelijk zijn voor de isolatie, zitten klem. Door uit te vergroten en de vergelijking te makken tussen een strenge winter en de zachtste winters, wordt dit duidelijker. Het gaat hier om potentieel 100 EUR per maand. En bedenk dat bovenstaande alleen van toepassing is van 1 december t/m 28 (29) februari, maar dat het stookseizoen loopt van oktober tot april.

Moraal van het verhaal

Het gros van de mensen heeft geen idee van zijn energieverbruik. Het voorschot is veelal gebaseerd op het verbruik van het vorige jaar, terwijl het werkelijke verbruik hier nauwelijks enige correlatie mee heeft. Immers is het verbruik niet alleen bepaald door je eigen gedrag (trui aan, verwarming lager, etc.) maar in zeer belangrijke mate door passieve mogelijkheden (isolatie) en het weer. In een warmer klimaat (dat ontkennen is waanzin) zal de gemiddelde rekening omlaag gaan, maar zal een koude uitschieter des te harder aankomen. In een zachte winter vallen de verschillen in kosten nog mee, maar in een koude winter worden deze exorbitant groot.

Voor mezelf: ik heb er zéker 100 EUR voor over om nog eens een echt strenge winter mee te maken. Bring it on!

Een Perfecte Dag

Gister, zondag 10 januari, was voor mij een perfecte dag. We werden wakker zonder wekker. De kinderen werden wakker, en mochten nog even bij ons in bed. Heerlijk spelend en keuvelend gingen we de dag in.

Volgens ons vaste ritueel in het weekend ging ik naar beneden, zette de oven aan voor de broodjes en ging de honden uitlaten. De zon scheen, alles was bevroren en “mijn” torenvalk was op jacht boven de akkers.

De ochtend vorderde gestaag. De kinderen waren met de duplo aan het spelen en namen bezit van onze woonkamer. Ik was lekker een boek aan het lezen en mijn zoon kwam af en toe naast mij zitten om een boek te lezen. Samen hebben we (het waren vogelboekjes ;-)) nog wat vogelhuisjes opgehangen.

Na de lunch zijn Zoonlief en ik op de racefiets gestapt. Ik heb een aanhang-fietsje voor mijn racefiets, zodat hij achterop echt mee kan trappen. Dat voel je ook écht als je bergop gaat (en vooral ook als hij niet meetrapt). We zijn ons achterliggende heuvelland ingereden en hebben een kleine 15km gefietst in het heerlijke januari-zonnetje.

Plaatje komt van http://fietsverhuurdejong.nl/verhuur/aanhangfiets/

Aan het eind van de middag begonnen met lekker koken, terwijl de kinderen lief aan het spelen waren. Het was zo’n dag. Zo’n dag waarop alles perfect is en niets tegenzit. Geen gemopper, geen gezeur. Zo’n dag die me doet beseffen dat we het heel goed hebben en dat we de juiste weg ingeslagen zijn met ons streven om meer thuis te zijn en vroeg te stoppen met moeten werken. Zo’n dag om je zegeningen te tellen: we zijn gezond, we hebben geen financiële stress, en een goede relatie. De kinderen zijn fantastisch: we zijn gelukkig.

Ik hoop op nog veel meer perfecte dagen!

Nieuwe besparingen in 2021: einde friettent & goedkopere Ziggo

Onlangs hebben we met z’n tweeën (Lieftallige Echtgenote en ik) een beetje zitten rekenen. Het viel met op dat we inmiddels op ongeveer 14 EUR per keer zitten dat we naar de friettent gaan voor ons gezin van 4. Enkele jaren geleden (geen kinderen, en natuurlijk is de snackbar niet goedkoper geworden) was dit 8 of 9 EUR. We begonnen een overleg of we wellicht een AirFryer zouden kopen. Uiteindelijk hebben we dit afgeschoten, want het biedt nauwelijks enig voordeel ten opzichte van de ovenfriet en het is zeker meer schoonmaakwerk & sterkere geur.

Ovenfriet wordt het dus, maar ook ovensnacks. Het is nog even kijken welke ovenfriet het beste is (de snacks zijn we al uit). Vandaag waren we 4,50 EUR kwijt voor 4 personen. Da’s een besparing van een kleine 10 EUR per keer, en gemiddeld zitten we op 1x per week. Da’s dus 500 EUR per jaar. Lekker bezig!

Maar ik heb ook even gebeld naar Ziggo. We zijn al jaren vaste klant, maar de kosten liepen alleen maar verder op. Inmiddels was het 53 EUR per maand. Totaal achterlijk voor iets wat we nauwelijks gebruiken. We hebben voor 9 maanden 10 EUR korting per maand gekregen. Katsjing!

Dit jaar zouden we dus een kleine 600 EUR extra overhouden.

Maar: er is méér! Mijn Lieftallige Echtgenote is met zwangerschapsverlof. Toppie: er hoeft dus niet meer getankt te worden tot de zomer.

Helaas wordt dit ook allemaal teniet gedaan, hoewel voor de best denkbare reden. Over enkele weken verwachten we ons 3e kind en zullen bepaalde kosten dus flink omhoog schieten. Maar dat zou het ook doen zonder bovenstaande feiten. Dus netto zijn we toch beter af!

Goed met Geld: het advies dat Nibud zou moeten geven

Op 20 december verscheen er een artikel op Nu.nl over het feit dat veel mensen een grotere buffer hebben door corona, met de vraag of dit wel genoeg is.

Dit soort artikelen lees ik als Geldsnor natuurlijk altijd, maar wellicht anders dan de gemiddelde Nederlander. De vragen en opmerkingen die naar voren komen zijn relevant, maar vaak mis ik de echte oplossingen.

Standaard komt het Nibud naar voren en een aantal geld-experts. Het Nibud stelt in dit artikel bijvoorbeeld:
“Een stel dat samen anderhalf keer modaal verdient en een kind van vier, een koophuis van doorsnee waarde (WOZ-waarde iets boven de 300.000 euro) en een auto heeft, moet zo’n 20.000 euro als buffer hebben staan, volgens de BufferBerekenaar.”

Daar hoort vervolgens nog deze quote bij:
“De logica achter dat bedrag is dat hoe meer je verdient, hoe duurder de spullen zijn die je hebt. In de berekenaar zijn de bedragen opgesplitst. Dat geeft je een beeld met welke kosten je te maken zou kunnen krijgen – als alles tegelijkertijd mis zou gaan”, zegt Karin Radstaak van het Nibud.”

En daar gaat het mis. De afkorting Nibud staat voor Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. Waar is de logica dat “hoe meer je verdient, hoe duurder de spullen zijn die je hebt”? Deze “lifestyle-inflation” is inderdaad normaal. Je verdient meer en koopt een groter huis, duurdere auto, en dure spullen. Als je vervolgens in de problemen raakt door bijvoorbeeld werkloosheid of dure reparaties, dan heb je een probleem. Want doorgaans wordt er iets vergeten door “hoge inkomens”.

Je krijgt NIET 70% van je laatst verdiende inkomen

Veel mensen denken dat je, in geval van werkloosheid, 70% van je laatst verdiende inkomen krijgt. Wat vaak niet vermeld wordt en naar ik vermoed onbekend is bij velen, is dat dit helemaal niet het geval is. Je krijgt 70% van je laatst verdiende inkomen (en 75% de eerste 3 maanden), tot het maximum dagloon. Als je dit vertaalt naar een maximum maandloon, dan kom je op 4859 EUR bruto per maand. En daar dus 70% van. Dat is 3401 EUR aan maximale uitkering, inclusief vakantiegeld.

Dit is ruim boven modaal, maar als je uitgaat van de aanname van het Nibud (en de dagelijkse praktijk van velen), dan levert dit dus problemen op. Als je een inkomen hebt van 8000 EUR per maand is de maximale uitkering nog maar 42.5% van je laatst verdiende inkomen. Als je jouw uitgaven vervolgens hebt gebaseerd op 100% van de 8000 EUR per maand, dan heb je een levensgroot probleem: je verliest 57.5% van je inkomen per maand. In plaats van (netto) 4750 EUR per maand (bij 8000 EUR) krijg je nog “maar” 2400 EUR. Met een buffer van 20.000 EUR heb je dus 8 maanden te gaan…

Verder stelt het Nibud dat van de 20.000 EUR buffer je 1650 EUR achter de hand moet houden voor je huis en 1000 EUR voor onverwachte rekeningen zoals naheffingen van de belastingdienst. Vervolgens stelt het artikel dat de grootste kostenpost de auto is, want als je deze wegstreept hoeft de buffer maar 8850 EUR te zijn. Dit betekent dat de buffer voor de auto tamelijk groot is: 20.000-1650-1000-8850: 8500 EUR.

Het advies dat Nibud zou moeten geven

Vergeef me de volgende harde uitspraak: Een buffer achter de hand houden voor een kapotte auto van 8500 EUR is belachelijk. Voor dat geld kun je een zeer goede tweedehands auto verkrijgen mocht er iets catastrofaals met je auto gebeuren. Voor 4000 EUR zou je ook wel een vervanger kunnen kopen.

Het belangrijkste advies zou moeten zijn: zorg ervoor dat je vaste lasten nooit hoger zijn dan 70% van het maximum dagloon (of 70% van je salaris, als je hier onder zit). Dit betekent dat bij een inkomen van 8000 EUR per maand (bruto) je lasten niet hoger zijn dan 2400 EUR. Als je 2 inkomens hebt, kun je 2x 70% pakken en je zit héél veilig. De kans dat je tegelijkertijd je baan kwijtraakt is niet zo groot en in ieder geval kleiner dan dat 1 van de 2 zijn/haar baan verliest.

Dát zou een advies zijn waar een “budgetvoorlichter” voor zou moeten strijden. De strijd aangaan met de gedachte dat het leven duurder moet worden als je meer verdient. Mensen leren dat als je inkomen stijgt, je dit verschil ook kunt sparen of je lasten verlagen. Niet om een hogere hypotheek aan te gaan, een duurdere telefoon te kopen of verderweg of vaker op vakantie te gaan.

Nu hoor ik je denken (als je hier boven zit): dat is onmogelijk! Dat kan helemaal niet!

Natuurlijk kan dat wel!

Maar dit is zeker wel mogelijk. De Geldsnor is het levende bewijs. Ons inkomen is behoorlijk hoog: gezamenlijk zo’n 7500 EUR netto per maand exclusief kinderbijslag, vakantiegeld en dertiende maand. Wel inclusief voorlopige teruggaaf en kinderopvangtoeslag.

Onze vaste lasten bedragen 4200 EUR per maand. Dit is inclusief alle variabele lasten die ik “vast” heb gemaakt: boodschappengeld en ons eigen zakgeld zitten hier bijvoorbeeld óók in. Hierbij komt nog een “variabele” lastenpost van ongeveer 800 EUR per maand. Gezamenlijk dus exclusief bijzondere lasten zoals mijn klushobby ongeveer 5000 EUR per maand.
Dit betekent dat ons uitgavenpatroon ongeveer 67% van onze vaste inkomsten zijn.

Maar als ik uitga van 70% van het maximumdagloon en 70% van mijn vrouw haar salaris, dan komen we op netto 4400 EUR per maand. Nu komt de crux: een groot deel van de “vaste lasten” is helemaal niet zo vast. Zo zouden we de kinderopvang kunnen schrappen (-1044 EUR per maand) en tijdelijk ons “zakgeld” kunnen schrappen (-300 EUR per maand). In de flexibele lasten kunnen we in principe vrijwel alles schrappen, maar realistisch is 600 EUR. In totaal kunnen we dus vrijwel direct 1944 EUR per maand uit ons uitgavenpatroon schrappen.
Dit resulteert in uitgaven van nog 3000 EUR per maand (hypotheek, gas/elektra, verzekeringen, studielening, water, nuts, lokale belastingen, auto en eten).

Uiteraard vervalt dan ook de kinderopvangtoeslag. Als ik dit wegstreep houden we per maand nog 1100 EUR over, in het geval we állebei onze baan verliezen.

Volgens mij is dat een solide situatie: het geeft een hoop veiligheid en zekerheid, los van de buffers die we wel hebben.
Het betekent ook dat het mogelijk is om te leven ruim binnen je uiterste: we hebben een auto, we hebben 2 kinderen en wonen in een grote vrijstaande woning.

Dit is het advies wat het Nibud zou moeten geven:

“Zorg dat je uitgaven uiterlijk 70% zijn van je inkomen in de situatie waarbij je het inkomen verliest (WW). Alles boven de 70% moet facultatief zijn en in gesneden kunnen worden binnen 2 maanden.”

Disclaimer: ik ben me volkomen bewust van de woningmarkt en de woonkosten. Met een lager inkomen is het veel moeilijker om aan deze 70% te voldoen. Maar als iedereen bovenstaande advies gevolgd zou hebben, dan zou de woningmarkt nooit overspannen geraakt zijn.

Meevaller die niet meeviel, deel 2

Ik schreef al eerder over de meevaller waar we niet blij mee zijn. Maar inmiddels is het “drama” (alles relatief) nog groter geworden. Niet alleen de dakkapel vergunning wordt niet verleend. Maar het blijkt ook dat het verwijderen van de schoorsteen gruwelijk duur is: ruim 8000 EUR (het is onderdeel van de constructie van het dak, dus er zijn veel bouwkundige oplossingen nodig).

We zijn nu nieuwe plannen aan het maken. Daar waar 23.200 EUR begroot stond voor de zolderverbouwing zouden de kosten (los van het weigeren van de vergunning) inmiddels opgelopen zijn tot bijna 30.000 EUR. De nieuwe plannen kan ik vrijwel volledig zelf uitvoeren. Ik denk met 2000-3000 EUR klaar te zijn, zo op het eerste gezicht.

We maken van de nood een deugd: onze zoon zal zich langs de schoorsteen moeten wurmen (die midden op het huis staat) om bij zijn nieuwe slaapkamer te komen. De schoorsteen heeft een oppervlakte van 1.2 vierkante meter, maar we laten ‘m staan. Zijn slaapkamer krijgt nu een oppervlakte van 16m2 in plaats van dat het onze slaapkamer zou worden (van 25m2, door de vrijgevallen ruimte van de schoorsteen en andere indelingsmogelijkheden van de zolder).

Wat blijft? Mijn kantoor op zolder. En een hóóp werk. Maar gelukkig vind ik klussen leuk!

Spaarpercentage 2020 – volgens de Uitklokken-methode

Blogger Uitklokken heeft een mooie manier van presenteren van zijn spaarpercentage. En speciaal voor deze gelegenheid, ga ik het op dezelfde manier presenteren.

SoortInkomsten netto
Salaris (gezamenlijk)€ 86.247,34
Jaarlijkse teruggave belastingdienst + kinderopvangtoeslag & kinderbijslag€ 12.982,00
Totaal€ 99.229,34
Geconverteerde PBW (Snor alleen)€ 6.660
Totaal inclusief PBW€105.889,34

Sommige beleggingen doen wij niet, althans, heb ik niet gecategoriseerd. De beleggingen van de kinderen vallen bijvoorbeeld in deze categorie. Alle beleggingen van de kinderen zijn overigens wel “groen”. Die van ons niet per se. Maar met 1 elektrische auto, 1 plug-in hybride (allebei lease, de 1 zakelijk, de ander privé) en 32 zonnepanelen heb ik in 2019 al een aardige bijdrage geleverd.

SoortNettoSparenSparen zonder PBW
Premie hypotheek (annuitair)€ 5.179,704,89%5,22%
Extra inleg hypotheek€ 2.836,002,68%2,86%
Spaarrekeningen€ 16.794,0015,86%16,92%
Gewoon beleggen€ 4.268,004,03%4,3%
Geconverteerde PBW€ 6.660,006,29% 
Totaal 33,75%29,3%
Gecorrigeerde tabel met dank aan Geld-is-Tijd in de comments 🙂

Ik hoop dat ik alle formules correct heb. Het inkomen is ons gezamenlijke netto-inkomen. Voor de pensioenbijdrage heb ik alleen mijn pensioenbijdrage genomen. Ik heb namelijk een persoonlijke pensioenpot, mijn Lieftallige Echtgenote niet. Zij heeft een collectief pensioen en het is dus niet “haar” geld. De bijdrage is relatief ten opzichte van mijn inkomen bescheiden, maar dat komt ook door mijn relatief lage leeftijd. Ik ben pas 35 en daarmee is de staffel vrij laag. De pensioenkosten (en dus bijdrage van de werkgever) wordt steeds hoger naarmate je ouder wordt (in blokken van 5 jaar).

Bovenstaande situatie geldt voor een gezin met 2 jonge kinderen en de derde onderweg. Afgelopen jaar hebben we ook ruim 8000 EUR uitgegeven aan ons huis, en een dure vakantie met de camper gehad. Al met al ben ik zeker niet ontevreden met gemiddeld ~30% per maand.

In 2021 zal het uitkomen op ongeveer 0%: we hebben verbouwingsplannen (dakkapel van 9 meter, een nieuwe keuken en een warmtepomp + zonneboiler). Dat is bij elkaar ongeveer net zo duur als wat we jaarlijks overhouden. Maar gelukkig hebben we het wel gespaard en hoeven we dus niet te lenen. Het is overigens goed mogelijk dat we de dakkapel niet mogen plaatsen. In dat geval besparen we een kleine 10.000 EUR en is het spaarpercentage dus ongeveer 10%.

Uitgaven december

In huize Geldsnor houden wij elke maand een bijeenkomst over onze financiën: wat hebben we uitgegeven de afgelopen maand, wat is er aan inkomsten binnengekomen en wat hebben we derhalve overgehouden?

In november maakte ik een verwachting voor de maand december. Dit was nogal summier: ik had verwacht relatief weinig uit te gaan geven. Dat is niet gelukt. De oorzaken waren zeer eenvoudig: we moesten de constructeur betalen voor de constructie-tekeningen voor de dakkapel en mijn vrouw moest iets betalen voor haar werk wat ze pas deze maand terugkrijgt. Dit in combinatie met een zeer grote creditcard rekening (fietstrainer, vakantie-aanbetaling en iets voor het werk, wat ik ook terugbetaald heb gekregen in december) maakt dat het een zeer dure maand was. Er ging ruim 8600 EUR van onze rekeningen de economie in…

Op het gebied van “asset management” was december een matige maand. De beleggingen werden nauwelijks meer waard. Maar dat is gezien de bizarre stijgingen in november ook niet zo gek.

Lees meer