Hoe heet is jouw portfolio?

Zondagavond keek ik Tegenlicht met een (voor mij) interessante documentaire of duurzame energie en dergelijke. Al jarenlang propageer ik het gebruik en opwek van duurzame energie en is het een sport in ons huishouden om niet alleen zoveel mogelijk energie op te wekken, maar ook te zorgen dat we dit verbruiken op het moment dat het gemaakt wordt. Het is hier niet ongewoon om te zeggen: stel de was nog even uit, want straks breekt de zon door.

Niet dat dit financieel ook maar iets uitmaakt dankzij de salderingsregeling. Maar het is een sport. Dit komt voort uit de achterliggende gedachte dat bij teruglevering er een aanzienlijk percentage verloren gaat (ik meen 6%). Dat is dus gewoon zonde.

Wij proberen ons leven als moderne consument bewust invulling te geven: een goed geïsoleerd huis, zonnepanelen, elektrische auto’s, warmtepomp/airco etc. Zonder dat het oncomfortabel is, ons huis is bijzonder luxe met overal airco, vloerverwarming, grote badkamer, ruim voldoende slaapkamers en een grote tuin. In die grote tuin verbouwen we natuurlijk ook fruit: kiwi’s, frambozen, druiven, blauwe bessen, aardbeien, courgettes, komkommers, tomaten, boontjes etc. Maar ik dwaal af, merk ik.

In “Tegenlicht” had men het zondag dus over “hoe heet is jouw portfolio”, ofwel, in hoeverre draagt jouw portfolio bij aan klimaatverandering? Dit was een voor mij volledig nieuwe benaderingswijze. Ik heb mijn portfolio al wel ingedeeld in dividend/geen dividend. Liquide / niet liquide. Security vs. growth. Maar nog nooit in “hoe heet is je portfolio”.

Voor deze analyse neem ik de volgende dingen mee als onderdeel van mijn portfolio:
1. Zonnepaneleninstallatie. Dit was een investering en het levert me ieder jaar cash up. Dus het is onderdeel van mijn “assets”. De rest van het huis laat ik buiten beschouwing, want dat kost alleen geld.
2. Mixfondsen. Die bekijk ik volgens Morningstar-rating
3. Aandelen. Mijn aandelenportfolio bestaat uit:
a. Royal Dutch Shell. Hypocriet? Zéker. Maar ik heb ze wel “uitgeleend” aan activisten. De enige manier om een bedrijf de goede kant op te duwen is door het te kopen!
b. Ahold
c. Heineken
d. ING
e. Unilever
f. Vanguard Minimum Volatility -> fonds is per 23-2 geliquideerd
4. De duurzame fondsen van de 3 kinderen.
5. Obligaties in Corekees
6. Spaargeld

Ik vind het nog moeilijk om dit te visualiseren. Duidelijk is dat mijn PV-panelen een duurzame investering zijn. Ook de bomen die ik maandelijks koop via Corekees zijn duurzaam. Bij nader inzien blijkt zelfs mijn pensioen voornamelijk belegd te zijn in sustainable index-funds. Ik beleg dit pensioen in een “lifecycle” en maak niet zelf de keuzes voor de fondsen, want gek genoeg vraagt NN daar meer geld voor dan hun eigen fondsen te gebruiken.

In februari hebben we 50% van onze Shell aandelen reeds verkocht, waarmee de overige aandelen van Shell vrijwel gratis zijn. We hebben namelijk gekocht op een tientje en verkocht op 17 EUR. Dit stukje hypocrisie wordt dus steeds verder opgelost. Ook neemt het belang van Corekees in ons portfolio een steeds belangrijkere plaats in. Maar goed, we hebben het over tienden van procenten.

Het “grote geld” zit in de pensioenrekening en dit zit dus wel prima in elkaar. Als de zolderverbouwing & keuken er op zitten en we weer veel geld naar de beurs kunnen brengen zullen we er in ieder geval rekening mee gaan houden.

Kun je in Nederland “off-grid” leven?

Er is een grote roep om “energietransitie”. Zonnepanelen, windturbines (da’s de correcte naam voor “windmolens”), elektrische auto’s, isolatie en zuiniger apparatuur. In Huize Snor zijn we hier vólop mee bezig en hebben we een zeer goed overzicht in ons energieverbruik en de opbrengst van onze zonnepanelen. We maken er ook een sport van om zoveel mogelijk energie te gebruiken op het moment dat het geproduceerd wordt. Wasmachines aan als de zon schijnt, auto opladen als de zon schijnt, dat soort dingen. Nu is onze installatie nogal groot (9.6kwp) en is het maximale vermogen groter dan wat ons huishoudelijk verbruik is. Zelfs als de wasmachine, droger, vaatwasser, airco en vloerverwarming aan staan leveren we nog elektriciteit terug. Het enige “apparaat” wat dit vermogen werkelijk kan opnemen is de auto.

Lees meer

Klimaatadaptatie

Het klimaat verandert. Een weekje kou doet daar niets aan af: de wereldtemperatuur stijgt en stijgt bovendien steeds sneller. 2016 was het warmste jaar (op wereldschaal gemeten) sinds het begin van de metingen. 2020 kwam gelijk uit. Het verschil tussen de twee? 2016 was een jaar met een zgn. (sterke) El Nino, welke in 2020 niet speelde. El Nino is een natuurlijk verschijnsel waarbij er warm water aan de oppervlakte komt in de Indische oceaan, waardoor het wereldwijd iets warmer is in een El Nino jaar. Een jaar waarin géén El Nino speelt en wél net zo warm eindigt, is naar verhouding dus warmer. Anders gezegd: tijdens het volgende El Nino jaar gaan de records onherroepelijk sneuvelen.

We zien het ook de in de wereld om ons heen. Nederlandse winters zijn afwezig (zelfs met deze week zeer stevige vorst zal deze winter als “normaal” de boeken ingaan). De lentes worden droger, de zomers warmer en het groeiseizoen langer. De periodes van droogte worden afgewisseld met zeer natte periodes. Op grotere schaal zien we gletsjers in rap tempo terugtrekken in de Alpen en in Noorwegen, bergen afbreken door het smelten van permafrost en grote sinkholes in Rusland door het smelten van de bodem.

De Groenlandse ijskap smelt: de aangroei van sneeuw gaat op zich sneller dan het smelten, maar als je het afkalven van de gletsjers die in zee uitmonden meeneemt, slinkt het rázendsnel.

Ondertussen hebben we politici zoals voorheen Trump maar ook Baudet en anderen die ontkennen dat er iets aan de hand is. Er wordt geframed dat het nemen van maatregelen geld kost (men blijft liever geld overmaken naar het Midden-Oosten), dat er massaal vogels sterven, dat windturbines & zonnepanelen produceren meer energie kost dan wat ze opleveren en dat elektrische auto’s op kolencentrales rijden. Overigens, zelfs op kolenstroom stoot een elektrische auto minder CO2 uit, inclusief het productieproces.

Het ontkennen van feiten is stuitend, arrogant en bovenal gevaarlijk. Los van mijn politieke kleur en mijn status als boomknuffelaar. Maar dat terzijde: we zijn het punt van het kunnen voorkomen van de zogenaamde “1.5C van Parijs” ruimschoots voorbij. Ook de 2C gaan we niet droog houden…En gezien de wereldwijde samenwerking (en vooral het gebrek daaraan) bij de corona-crisis, heb ik vrij weinig hoop dat dit voor een minder zichtbare crisis beter gaat.

Zelf probeer ik zoveel mogelijk in te zetten op klimaatadaptatie en wat ik zelf kan doen. Voor regelmatige lezers zal het bekend zijn: ik woon in een goed geïsoleerd huis, met veel zonnepanelen, lage temperatuurverwarming, verwarm met airco en rij in een elektrische auto (en een plug-in hybride). Ons finale energieverbruik voor het gehele huishouden (elektriciteit, gas, brandstof) is 27.000kwh per jaar. Dat is fors, maar stukken minder dan “vroeger”. In 2016 bedroeg het namelijk nog een slordige 32.000kwh en dat was exclusief de auto’s. Daar zou nog een slordige 20.000kwh voor bijgeteld moeten worden (benzine & diesel bevatten ongeveer 9kwh aan energie per liter).

Maar ook aan de adaptatie kant probeer ik mee te buigen. Dat is het vastleggen van koolstof in de tuin, zorgen dat er meer water in de grond kan zakken en plantensoorten kiezen die beter tegen droogte (en nattigheid) kunnen. We hebben afgelopen voorjaar enkele boompjes geplant, maar ook tientallen planten. Enkele muren die zijn blootgesteld aan de zuidelijke hitte worden “bekleed” met bramen, frambozen, vijg, druiven, kiwi en passiebloem. Daarmee worden die muren minder warm en hebben wij ’s nachts minder last van het “hitte-eiland-effect”. Hierbij blijven steden (en dorpen) in de zomer warmer ’s nachts, doordat de muren en andere steenoppervlakten veel warmte absorberen en dit ’s nachts weer langzaam afgeven.

Ik word dan ook treurig van zeer keurige tuintjes: volledig betegeld, met een aantal potten voor wat “groens”. Die potten moeten regelmatig water en mest. Mijn voorstel: haal eens wat tegels uit je tuin. Begin met 1, later 2. Het onkruid wieden valt wel mee als je hier gewoon een grotere plant in zet. Als het regent kan het water hier de bodem inzakken (in ieder geval beter dan door een tegel heen!) en het is goed voor het bodemleven. Die groene planten zorgen verder voor afkoeling (of voorkomen opwarming van de tegels, door verdamping uit de bodem en schaduwwerking).  En het schijnt heel goed te zijn voor je gemoedstoestand. We zijn niet geboren om in een betonnen jungle te leven.

Wellicht kunnen we, als we het met meerdere mensen doen, zorgen voor een betere grondwaterstand, minder verzilting en een koelere stad. We kunnen ook een aanzienlijke hoeveelheid CO2 vastleggen in de bodem en erboven: op de plek van 1 tegel kan gemakkelijk een wilg groeien (of een ander boompje die je makkelijk kunt knotten, zodat deze niet te groot wordt). Met 8 miljoen huishoudens betekent 1kg per huishouden per jaar al 8000 ton.

Ik probeer dit jaarlijks makkelijk te overtreffen – wie doet er mee?

Kosten van aanpassing & actie

Het nemen van actie kost veel geld: het ophogen van dijken (wat maar beperkt mogelijk is), het verplaatsen van steden en allerlei andere maatregelen. Maar het op korte termijn aanpassen van je tuin en woning op grotere hitte en droogte is tamelijk goedkoop. Een appelboompje kost 15 EUR, een wilgenstekje kun je gratis wel ergens krijgen. Een tegeltje er uitwippen is ook gratis. Het volplanten van je gevels met bramen en dergelijke kost misschien 100 EUR. Maar heeft direct een voordeel: je hebt lekker fruit, de bijtjes & vlinders worden er blij van (en de vogels ook) en je gevel blijft een stuk koeler in de zomer. Hierdoor blijft je huis koeler en koelt de tuin beter af in de korte zomernachten.

Het voorkomt ook een hoop ellende met wateroverlast: je zult versteld staan hoeveel water er in de bodem weg kan zakken als je een gezonde bodem hebt. Mijn wadi is gemaakt op kleigrond, maar heeft tot nu toe al het water opgevangen van mijn tuinhuisje (30m2). Sinds oktober (toen heb ik de regengoot in de wadi laten stromen) is er al een kleine 10.000 liter de bodem ingevloeid. Dit terwijl de oppervlakte van de wadi zelf hooguit 2m2 is. Dit geeft een buffer voor de zomer en voorkomt ook heel wat water in de achtertuin. Als méér mensen dit soort maatregelen nemen, is er minder wateroverlast op straat en minder noodzaak voor gemeentes om riolen aan te pakken. Ook is er minder verdroging en verzilting. Win-win toch?

Enfin: ik hoop dat een ieder wat bewuster omgaat met de wereld om zich heen. Een kleine bijdrage helpt al enorm en kost geen geld en nauwelijks tijd. Doen dus!

Voedselbos: best een idee!

Ik omschrijf mezelf als linkse (doch kapitalistische) boomknuffelaar. Ik lees dan ook veel (online en offline) over van alles en nog wat over (biologisch) tuinieren, voedselbossen etc.

Wij hebben een relatief grote tuin. Vrienden van ons wonen in een Vinex-wijk in het midden van het land en hadden een tuin van 8×8 meter (en geen noemenswaardige voortuin). “Zeer ruim” volgens de makelaar. Dat maakt onze tuin “extreem groot”. Het “werkbare” oppervlak is ongeveer 335m2. Ons grondoppervlak is groter, maar op het tuinhuis (30m2), garage (45m2) en oprit (80m2) kan ik niets groeien.

Onze tuin is nog in opbouw: we wonen hier pas 1.5 jaar. Het doel is om het kindvriendelijk te houden: we hebben een gazon met robotmaaier, een terras, een grote overkapping annex tuinhuis en een ingegraven trampoline. Maar de tuin moet ook iets opleveren. Een goede voedingsbodem voor insecten (vlinders, bijen, hommels, wespen etc.), vogels & vleermuizen. Maar ook iets te eten voor ons.

Dat eten is nu niet zo belangrijk, er hangt niets van af. Maar het dient 2 doelen: ik vind het leuk (en da’s belangrijk!) en in de toekomst willen we wel toe naar een woning met échte grond rondom het huis: een paar hectare het liefst.

Dus nu is het wat “oefenen”: we hebben 5 olijfbomen, een vijg, 2 appelbomen en wat kruidenstruikjes. Dit wordt binnenkort aangevuld met bessenstruiken, bramenstruiken, frambozen, druiven en wat leifruit. Er wordt niets bemest, behalve met spullen die uit de tuin komen. Blaadjes mogen vergaan, snoeiafval gaat op een berg. Sproeien doe ik zo min mogelijk, alleen bij extreme hitte.

Maar het leert me wel vast om te gaan met de toekomstige tuin: het voedselbos. Zoals gezegd wil ik het liefst een paar hectare grond, waar ik rondom een natuurlijke omheining maak van hazelaars, bramen, meidoorns en vuurdoorns. In de tuin zelf diverse open plekken voor bessen (veel licht nodig), walnotenbomen, tamme kastanjes, appels, peren, pruimen en kersen. Ik hoef geen exotische vruchten: moeilijker te verwerken en te planten.

In het midden een grote vijver, voor de opslag van water en aan de randen de nodige ruimte voor onkruiden en bodembedekkers. Natuurlijk ook ruimte voor pompoenen, meloenen, courgettes, wortels en aardappels en dergelijke – want ik moet er wel zoveel mogelijk van kunnen leven.
Ik wil niet beregenen, dus moet er zoveel mogelijk water vastgehouden worden op eigen erf. Ik woon in het ZO van Nederland, hoog boven de grondwaterspiegel en warme zomers zijn normaal.

Een dergelijk voedselbos is relatief onderhoudsarm, dus we kunnen gewoon op vakantie (mits goed aangelegd). Het is ook een goede buffer voor CO2 zo lang het groeit. Daarbij levert walnotenhout van volgroeide bomen over een jaar of 30 geld op en kan ik het hakhout van andere bosjes eerder al gebruiken om warmte mee te maken in huis.

Wellicht kan ik zelfs mensen uitnodigen om fruit te plukken en jam te maken, of notenolie. Brandnetelthee, en lekker vers fruit…

Al met al zijn wij vast voorzichtig op de uitkijk voor een dergelijk stuk grond met woning. We hebben namelijk wel wat eisen: het moet vrijstaand zijn, minimaal 10.000m2 grond maar >20.000 bij voorkeur. Het moet een klushuis zijn, en binnen 5km straal van onze huidige woning. Het liefst kopen we dit pas over een jaar of 10, maar omdat deze woningen schaars zijn, moeten we vast rondkijken.

Terugverdientijd LED: loont het om actief lampen te vervangen?

In Huize Geldsnor zijn we nogal begaan met de wereld om ons heen. Daarom hebben we een grote plant & diervriendelijke tuin waar niets wordt omgespit, geen gif wordt gebruikt en het blad mag blijven liggen waar het valt.
Ook hebben we 32 zonnepanelen, stoken we zoveel mogelijk met de airco ipv. op gas (ondanks dat dit door de vloerverwarming en lage temperatuur zeer zuinig is) en rijden we 90% van al onze kilometers elektrisch.

Ook zijn vrijwel al onze lampen LED. Vrijwel allemaal dus. Er waren nog 4 halogeenspotjes over van de vorige bewoners en de afzuigkap heeft halogeenspotjes. Gezien de plannen voor een nieuwe keuken vervangen we die op dit moment nog niet.

Maar de andere 4 spotjes dus. Die deden het prima. Halogeen geeft mooi warm licht, maar ook veel letterlijke warmte: het is nogal een energieverspilling. Ze zaten ook op plekken waar de verlichting heel lang aan is: in de keuken en de bijkeuken. In de bijkeuken zijn ze denk ik een uur per dag aan (2 stuks). Maar in de keuken wel 10 uur per dag, gemiddeld. Namelijk in de winter van ’s ochtends vroeg (omstreeks 07:30) tot ’s avonds laat (~23 uur). In de zomer natuurlijk korter, maar ik ga toch uit van een conservatieve 5 uur per dag.

Vorige week ging één van de spotjes kapot. Omdat dit spotje boven het aanrecht zit en dus zeer belangrijk is voor mijn kook- & snijwerk, moest deze vrij acuut vervangen worden. Ook mijn oog voor symmetrie liet niet toe dat dit spotje werkloos bleef zitten.
1 lamp vervangen door een LED-spot is een zogenoemde no-brainer; een halogeenspotje is dúúrder dan een LED-spotje. Dus zelfs bij de aanvangkosten zit je beter, laat staan in het verbruik. Rekenen heeft hier dus geen zin: acuut vervangen door een LEDje. Wat let je?

Maar wat als het spotje het nog doet?

De andere 3 lampjes waren echter niet kapot. Impulsief besloot ik ze allemaal te vervangen. Ik verving 4 spotjes van 20W voor 4 spotjes van 3W. Dat scheelt dus 68Wh per uur dat ze aan zijn (4*20-4*12=68W). Dat lijkt wellicht weinig. En is ook niet superspannend: op een jaar betekent dit een besparing van 124kwh. Op ons extreem hoge energievebruik (door veel elektrisch te verwarmen én elektrisch te rijden) is dit echter nog steeds 1.2% van ons energieverbruik! Als je bedenkt hoeveel moeite we als maatschappij hebben om 1% minder energie te verbruiken, is zelfs het vervangen van 4 spotjes dus al een goede stap.

Maar dat terzijde. De vraag is nu: is het gunstig om de nog niet-kapotte halogeenlampen te vervangen door LED-lampen?

Ik heb dit geplot in een grafiek. Ik heb hierin de aanschafprijs van 1 halogeenspot genomen (die moest immers vervangen worden) en de aanschafprijs van 5 LED-spotjes. Dat is geen typefout: ik heb er 1 kapot laten vallen en ook die moet terugverdiend worden… Verder ben ik uitgegaan van 5 branduren per dag voor alle spotjes. Dat zijn dus 1825 branduren per jaar. Waar de lijnen kruisen is het terugverdienpunt.

4 LED spotjes kopen vs 1 halogeenspot kopen, met de gebruikskosten voor 4 stuks. De andere 3 waren niet kapot, maar wel vervangen.

Het antwoord: na 1220 branduren (ofwel 8 maanden) is de volledige aanschafprijs terugverdiend. Dit is inclusief het laten vallen van 1 spotje.

Bij een hogere stroomprijs wordt de terugverdientijd uiteraard korter. In bovenstaande grafiek ben ik uitgegaan van 0.22 EUR per kwh.

En over de hele levensduur?

Behalve dat LED-lampen veel minder energieverbruiken, gaan ze ook nog eens langer mee. Een korte tocht via Google leert me dat een LED-lamp wel 50.000 uur mee gaat, maar dat 20.000 gebruikelijk is. Een halogeenlamp gaat ongeveer 2.000 uur mee. Ik heb dezelfde gebruikskosten dan ook doorgeplot over de levensduur van de LED-lamp van 20.000 uur. De kosten voor de halogeenspotjes heb ik gelijk gehouden gedurende de 10 jaar(!) die de LED-spotjes mee gaan, evenals de elektriciteitsprijs.

In die 10 jaar geef je hiermee ruim 500 EUR minder uit aan elektriciteit.

Als je nog halogeenspotjes hebt is de belangrijke vraag nu: waar wacht je nog op? Er is gegarandeerd geen betere investering die je kunt doen dan je inleg binnen 8 maanden terugverdienen.

Rook uit schoorsteen = geld wegblazen (ook in een huurhuis)

Dit is een beetje een “re-post”, maar het is er eentje van toen ik pas nét begon met dit blog en het lijkt me zeker nog even toepasselijk voor dit weekend. Namelijk: als er rook uit je schoorsteen komt (“rookgasafvoer” van de CV-ketel), dan stook je té hard. En kun je makkelijk veel geld besparen in letterlijk 5 minuten:

Een expert ben ik niet, uitgezocht heb ik het wel. CV-ketels gebruiken gas om water te verwarmen. Een gedeelte hiervan gaat als warmte verloren via de rookgasafvoer. Een ouderwetse CV-ketel heeft hierdoor een rendement van ongeveer 70-80%. Een moderne ketel gebruikt de warmte die nog in de rookgassen zitten: het retourwater van de verwarming wordt gebruikt om extra warmte te krijgen uit condensatie. Hoe dit precies werkt is niet belangrijk: het werkt. Althans, als de temperatuur van het retourwater laag genoeg is.

Als de temperatuur van het retourwater te hoog is, wordt er weinig of niets gecondenseerd: dit is eenvoudig te zien doordat je een (flinke) rookpluim uit je rookgasafvoer ziet. Dit is waterdamp die dus niet gecondenseerd is en werkloos de atmosfeer in gaat. Dit is ook heel eenvoudig op te lossen. Er zijn meerdere manieren. De moeilijkste methode is het hele systeem waterzijdig inregelen. Hiermee wordt (vaak door een expert) het hele systeem zo ingesteld dat het water gelijkmatiger door het verwarmingssysteem heen gaat. Koele kamers worden hierdoor beter warm en de retourtemperatuur is beter te controleren.

Een eenvoudigere methode en binnen 5 minuten te doen: verlaag de temperatuur van de CV-ketel voor het stookwater. Afhankelijk van het systeem kan deze worden teruggeschroefd naar 35 of 40C (vloerverwarming & goede isolatie) zoals in Huize Geldsnor.

Indien je gewone radiatoren hebt kun je er mee spelen: zet de thermostaat (van de CV-ketel, niet in de woonkamer uiteraard) eerst op 50C en kijk of je de woning (comfortabel) op temperatuur kunt houden. Lukt dit niet? Zet ‘m op 55C en herhaal. Het kan zijn dat tijdens een koude periode je tijdelijk naar 70C moet (bijvoorbeeld). Maar dit is altijd beter dan 90C die standaard is ingesteld op de ketel.

Het tapwater staat vaak ook ingesteld op 80 of 90C. Los van het feit dat dit levensgevaarlijk is in mengkranen (zeker in combinatie met kinderen) is het ook gewoon niet nodig. 60C (en niet lager ivm. legionella) is prima.

Besparing van bovenstaande? Tot 20%. Op een gasverbruik van 1500m3 per jaar scheelt dit dus 300m3, of ruim 200 EUR. Ofwel: 1200 EUR per uur (je hebt 10 minuten de tijd).

Ben je al onderweg naar de ketel?

Noot: dit kun je ook prima doen in een huurhuis. De ketel leidt er geen schade van en op het punt dat je het niet meer warm krijgt, stel je ‘m iets hoger in.