Van oudsher is ons geleerd dat je met pensioen gaat, op het moment dat je een bepaalde leeftijd hebt bereikt. En ergens is het er ingeslopen dat “welvaart” hetzelfde is als “rijk” zijn. Dat laatste is op zich waar, maar dit hangt af van je definitie van rijkdom.
Voor mij is dit relatief eenvoudig: zolang ik mij geen zorgen hoef te maken over mijn financiën en ik kan doen wat ik wil, dan ben ik rijk en welvarend. Dit betekent dat mijn inkomsten groter zijn dan mijn uitgaven, terwijl mijn uitgaven wél dekken wat ik belangrijk vind. Dit laatste is voor iedereen anders.
Het is voor mij in de corona-crisis ook anders geworden. De afgelopen 10 jaar heb ik veel gereisd voor mijn werk. Soms gepland, soms extreem ad hoc. Dit vond ik leuk, maar op een gegeven moment kregen we kinderen. En daarmee werden de prioriteiten ook anders: het was niet langer leuk en uitdagend om op zaterdag een reis te boeken naar Italië voor het werk…de volgende dag.
En daar komt financiële onafhankelijkheid om de hoek. Het gaat niet noodzakelijkerwijs om niet meer te hoeven werken. Maar wel om de lasten dermate laag te houden dat het type baan dat je accepteert op je eigen voorwaarden is. Dat is voor mij een eerste stap naar onafhankelijkheid. Ik wil zoveel mogelijk tijd doorbrengen met mijn gezin. Idealiter werk ik van 8:45 tot 13:50 zodat ik ze weg kan brengen naar school en weer kan ophalen, en ben ik alle vakanties vrij. Dát is welvaart voor mij.
De volgende stap is werkelijke financiële onafhankelijkheid: het opbouwen van een voldoende groot vermogen zodat de inkomsten uit passieve stromen groot genoeg zijn om je levensstijl te kunnen bedruipen. Het geld het werk laten doen. Je kunt dit “rentenieren” noemen, maar dit wordt veelal verward met het verkrijgen van rente op je spaargeld (wat nooit voldoende is om van te rentenieren). Deze stap gaat bij ons nog even duren: januari 2037 volgens de laatste inzichten.