Zorgverzekering 2022: overgestapt en premie blijft nagenoeg gelijk

Geldsnor!

Collega-blogger Geldnerd blogde er vandaag ook al over: hij heeft zorgen om de zorgverzekering.
Ook in Huize Geldsnor is het jaarlijkse circus begonnen. Een circus waar ik me over blijf verwonderen. Ten eerste de beslissing om een product als “zorg” te commercialiseren. De gedachtengang van de overheid is destijds geweest dat de markt het beste product levert tegen de laagste prijs.

Na jarenlange commerciële ervaring, zowel als inkoopmanager bij een groot bedrijf en commercieel directeur, kan ik u verzekeren dat dit onzin is. De markt levert het slechtste product wat nog acceptabel is voor de hoogste prijs. Dit zal wellicht tot wat gefronste wenkbrauwen leiden. Maar kijk naar de voorbeelden om je heen: technisch is het geen enkele uitdaging om speakers te maken die 30 jaar mee gaan. Of een televisie, of telefoons. Of auto’s. Maar het verdienmodel is gegaan naar “vervanging” en updates. En zo lang dit de klant niet teveel pijn doet, doet hij hier aan mee. Of zij.

In de zorg werkt het nog net iets anders. Uiteraard is een commercieel bedrijf meer gebaat bij een efficiënte zorg. En het schrappen van kosten. Het gevolg? Langere wachtlijsten en producten of diensten die soms niet vergoed worden. Denk bij dit laatste aan obesitas-behandelingen bij kinderen of hoge eigen bijdrages voor medicijnen.

Het zorgt echter ook voor versnippering en incentives om capaciteit af te schalen. En iedereen die ooit een opleiding in Operations Management heeft gehad (jep, schuldig!), weet dat ziekenhuizen en andere cruciale sectoren juist gebaat zijn bij een enorme overcapaciteit. Juist om calamiteiten op te lossen. Onder normale omstandigheden is een Spoedeisende Hulp afdeling nagenoeg leeg. Tot er een bus kantelt op de snelweg en er binnen no-time tientallen gewonden moeten worden verwerkt. Dáár is die overcapaciteit voor. Een soortgelijk iets zie je bij brandweer en politie.

Een ander ding: er ontstaat (schijn)concurrentie. Op de kantoren van de grote zorgverzekeraars zitten tientallen mensen, als het er niet honderden zijn, verschillende “pakketten” in elkaar te klussen. Zelfs de basiszorg is niet gelijk. Wel wát vergoed wordt, maar niet wáár. Zo kan mijn lokale ziekenhuis een contract hebben met Partij A en niet met Partij B. Zowel partij A als B kan echter een onderdeel zijn van, laten we zeggen, Achmea.
Dit levert nogal wat administratie op: er zijn tientallen merken zorgverzekeringen, die feitelijk allemaal toebehoren aan dezelfde verzekeraars. Voor verschillende merken moeten dezelfde zorgverzekeraars dus verschillende contracten afsluiten. Maar het betekent óók dat bijvoorbeeld een lokaal ziekenhuis in Uden (om maar een dwarsstraat te noemen) met tientallen verschillende partijen om tafel moet om al die contracten door te akkeren! Met meer dan 100 ziekenhuizen en meer dan 65 aanbieders van zorgverzekeringen heb je het dus al snel over 6500 contracten – voor alleen de basisverzekering! Het onderbrengen bij de werkelijke moederbedrijven zou dit enorm reduceren: vrijwel de gehele markt is uiteindelijk verzekerd via Menzis, ASR, CZ, VGZ of Achmea.

Noot: ook de “onafhankelijke vergelijkingssite Independer” is volledig eigendom van Achmea.

Mijn zorgverzekering

Er vanuitgaande dat ik niet bij machte ben om het systeem eigenhandig te veranderen, nog los van het feit dat ik niet alle complexiteiten kan overzien, doe ik er maar gewoon aan mee.

Vorig jaar was ik verzekerd bij JAAAH, een merk van ONVZ (hier stond eerder “CZ”, foutje). Deze was gekozen op de combinatie van “contract met lokaal ziekenhuis” en de laagste premie. Er waren wel verzekeraars die nóg goedkoper waren, maar zij hadden geen contract met mijn ziekenhuis. Gezien ik vrij perifeer woon, is dat nogal belangrijk. Immers, als je in een stad als Amsterdam woont heb je meerdere ziekenhuizen waar je uit kunt kiezen. Voor mij betekent “geen contract met het lokale ziekenhuis” dat het volgende ziekenhuis 30 minuten rijden is.

Dit jaar heb ik opnieuw de vergelijking gemaakt. Overigens via Independer, omdat zij weliswaar onderdeel zijn van Achmea, maar wel transparant alle premies weergeven. Ik heb dezelfde selectie-criteria gebruikt.

En wat schetst mijn verbazing? Ik ga er slechts 0,25 EUR per maand op achteruit. Mijn premie stijgt van 89 EUR naar 89.25 EUR (met maximaal eigen risico). Wat blijkt? De verzekering die ik gekozen heb (FBTO, merk van Achmea) heeft dit jaar wél een contract met mijn lokale ziekenhuis. Aanvullende verzekeringen heb ik niet. Ik woon al 11 jaar in dit dorp en heb mijn huisarts nog nooit ontmoet en het ziekenhuis alleen bezocht voor de bevallingen van de kinderen.

Ik betaal de premie niet jaarlijks vooruit. De 1% korting die ik zou krijgen vind ik daarvoor niet interessant genoeg. Liever hou ik dit in mijn cash-buffer, vooral omdat die na de verbouwing van de keuken een stuk lager geworden is.

Lieftallige Echtgenote blijft verzekerd bij IZZ, samen met de kinderen. De aanvullende pakketten en secundaire voorwaarde (ivm. collectiviteit) daarop zijn voor haar het gunstigst.

Snor

De Geldsnor, kortweg "De Snor", is een blogger die zich ergens in het midden van zijn 30-ers bevindt. Getrouwd, meerdere kinderen, werkzaam in een boven-modale functie ontdekte hij in oktober van 2019 Het Begrip: Mr. Money Mustache. Nadat hij ALLES gelezen heeft wat MMM gepost heeft, kwam het idee om zelf te bloggen: wat is er in Nederland bereikbaar, in hoeverre wijkt onze positie af van de Amerikaanse mogelijkheden? En wat schetste zijn verbazing: ondanks het feit dat MMM een begrip is, een legende, 1 van de Grote Grondleggers van FIRE, was de website "Geldsnor.nl" nog beschikbaar. Deze naam is een geuzentitel, een eerbetoon zo u blieft.

6 gedachten over “Zorgverzekering 2022: overgestapt en premie blijft nagenoeg gelijk”

  1. Eens met de strekking. Dat vercommercialiseren heeft werkelijk niets positief opgeleverd.
    “Vorig jaar was ik verzekerd bij JAAAH, een merk van CZ”. Ik heb hier ook naar gekeken en ben uiteindelijk voor ONVZ gegaan. Volgens mij is JAAAH daar onderdeel van en niet van CZ. Ik heb het nadeel dat ik een goede tandartsverzekering nodig heb, dus vrijwel alle “budget” labels vallen af.
    ONVZ premies blijven in 2022 overigens gelijk aan 2021. Dat had ik dan ook weer niet verwacht, maar blijkbaar is het niet doorgaan van de reguliere zorg een flinke besparing geweest.

    1. Mea Culpa! Het is inderdaad een merk van ONVZ. Mijn premie zou daar (bij jaaah) met 4,5 EUR per maand stijgen.
      Tandartsverzekering heb ik niet nodig. Ik heb nog nooit gaatjes gehad, mijn verstandskiezen zijn getrokken/gesneden en ik mis sowieso een kies in elke andere kaak. Een normaal volwassen gebit heeft 32 tanden & kiezen (incl. verstandskiezen), ik heb er maar 24. Kans op gaatjes is dus per definitie 25% lager :-).

    1. Voor mij niet. Ze hebben dit vrijwel allemaal, en het betreft alleen specifieke zorg. Nooit spoedeisende hulp (overigens is voor spoedeisende hulp ook geen contract noodzakelijk). Eventueel kan een behandeling plaats vinden in een ander ziekenhuis of doorgeschoven worden naar het begin van het volgende kalenderjaar.
      Maar voor mij maakt dit niet uit, voor zover ik in kan schatten: de laatste keer dat er kosten gemaakt zijn voor mij was bijna 10 jaar geleden toen iemand op de snelweg achterop mijn auto klapte (en die rekening is dus feitelijk voor de autoverzekering van de tegenpartij). En de keer daarvoor was in het jaar (letterlijk) 2000.

  2. Voor mij als zorgverlener zijn er 10 partijen waarmee ik een contract afsluit. Die 10 dekken dus alle labels.
    Van die 10 partijen zit 50% van mijn cliënten bij een label van Achmea, 20% bij een VGZ-label, 10% bij CZ en 7% bij Menzis. De overige 13% is verdeeld over de overige 6 partijen (ASR, DSW, ONVZ, Caresq, Z&Z en Eno). Er valt echt bar weinig te onderhandelen. De 2 grootste partijen zijn te marktbepalend om iedere zorgverlener op maat een contract aan te bieden. En de kleinere labels hebben te weinig klanten die bij mij zorg halen om daarover met mij in gesprek te gaan.
    Dit hele jaarlijkse circus is 1 grote frustratie.

    Ik heb eigenlijk 2 tips:
    – ga niet blind voor de laagste premie, kijk goed of je met die laagste premie nog wel terecht kunt bij je lokale zorgverleners
    – wil je overal terecht kunnen, en zelf willen bepalen wat je gebruikt (bijv een bepaald merk geneesmiddel of een gespecialiseerde kliniek) ga dan voor een restitutiepolis

    Zelf blijf ik overigens bij Jaaah. Vooral principieel, omdat ONVZ voor mij als zorgverlener wel een prettige partij is.

  3. Dat men destijds dacht dat de marktwerking in de zorg een goed idee zo zijn! Wonderlijk! Je kunt op je vingers natellen dat het niet zo werkt.
    Over overstappen: ik heb dit jaar FBTO overwogen, maar ik heb het niet gedaan, juist omdat ik er op tegen ben dat de grote bedrijven als Achmea en Menzis alle macht in handen hebben. Daarom ben ik bij DSW gebleven.
    Bij FBTO heb ik niet uitgezocht of mijn fysiotherapeut of het dichtstbijzijnde ziekenhuis een contract heeft.
    Een collega kwam met dat soort dingen in de problemen, ze stond op de wachtlijst voor een operatie en toen ze bijna aan de beurt was, bleek dat dit ziekenhuis geen contract had: naar een ander ziekenhuis dat wel een contract had en opnieuw op de wachtlijst.
    Opmerking: het woord incentives moest ik eerst wel even googelen 😉

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *